College 7: Ontwikkeling van het brein Flashcards
Nature-nurture debat
de discussie omtrent de oorsprong van de eigenschappen van een individu.
Fylogenetische ontwikkeling
de evolutionaire ontwikkeling van een soort organismen; afstamming geschiedenis.
Ontogenetische ontwikkeling
de ontwikkeling van een individu vanaf de geboorte totdat het sterft.
Gedragsgenetica
studie die gefocust is op de gedragingen en cognitieve vaardigheden die erfelijk zijn. Om dit te onderzoeken wordt er voornamelijk onderzoek naar tweelingen gedaan.
Monozygotische tweeling, MZ (één-eiig)
genetisch identiteke tweeling, de bevruchte eicel is in tweeën gesplitst.
Dizygotische tweeling, DZ (twee-eiig)
tweeling die de helft van het DNA delen. Twee eicellen zijn bevrucht door twee zaadcellen.
Erfelijkheidsgraad
geeft de relatieve zwaarte aan van de genetische variantie in de fenotypische variantie in een specifieke populatie. Dit is gebaseerd op de waarden die je hebt geregistreerd op een specifiek moment.
Experience-expectant (ervarings-verwachting)
de hersenen zijn klaar om specifieke klasse van informatie te ontvangen.
- Sprake van een sensitieve periode, specifieke stimulatie.
Experience-dependent (ervaringsafhankelijk)
de ontwikkeling wordt gestuurd door de omgevingsfactoren van een bepaalde richting.
- Individuele unieke ervaring. Bijvoorbeeld het leren spelen van een viool.
Op welke 3 manieren beinvloeden genen en het milieu elkaar?
- Epigenetische invloed
- Gene-environment correlation
- Gene X environment interaction
Epigenetische invloeden
invloeden vanuit het milieu kunnen de expressie van een gen beïnvloeden.
Gene-environment correlation
genetische invloeden spelen een rol in de (verschillende) omgeving waarin het individu zich bevindt.
Gene X environment interaction
gevoeligheid van een genetische variantie wordt bepaald door een specifieke combinatie van gen en milieu. Het effect van het gen en milieu samen overschrijden de verwachtingen.
Neurale plaat
Buitenste kiemblad van een embryo
Neurale buis
set cellen zijn gerangschikt in een holle cilinder in een embryo waaruit het zenuwstelsel voortkomt. Hierbij is de neurale plaat om de groef gedraaid waardoor het de vorm van een buis krijgt.