College 6: Empathie Flashcards
Mental states
kennis, geloof, gevoelens, intenties en verlangens.
Mentalizing
het proces van afleiden of toeschrijven van mentale toestanden aan anderen.
Automatic imitation
binnen een seconde kun je een deel van de gezichtsuitdrukking overnemen.
Contagion
soort besmetting dat je iemand anders zijn indrukking overneemt.
Hoe kun je imitatie beinvloeden?
- Empathie
- Fairness
- Ervaring
Empathie
een emotionele reactie op iemand anders zijn gevoelens.
Perspective taking
jezelf in iemand anders zijn situatie verplaatsen.
False belief
een overtuiging die niet overeenkomt met de huidige realiteit.
Personal distress
Een gestresst gevoel in reactie op iemand anders zijn stress
Pity
Je maakt je zorgen om iemand anders zijn situatie
Sympathie
een gevoel van medeleven of bezorgdheid voor een andere persoon.
Het kameleoneffect
Er is sprake van een spontane imitatie van bewegingen gedurende een positieve interactie.
Wat kun je met motor evoked potentials?
Je kunt de activiteit van het menselijke motorsysteem meten.
Wat zijn MEP’s?
neuro elektrische signalen die geproduceerd worden wanneer het brein wordt gestimuleerd aan de hand van TMS
TMS
Sterke magnetische pulsen die ervoor zorgen dat je actiepotentialen kan meten
Wat zijn de 3 modellen van empathie?
- Empathie is een product van 2 mechanismen: mirroring en mentalizing
- Het verschil tussen cognitieve en affectieve empathie
- Onderscheid tussen mechanismen is gebaseerd op stimulatie van andere typen mechanismen
Anthropomorphism
Toeschrijven van onze eigen toestand aan de ander
Theory of mind
het menselijk vermogen om mentale toestanden, intenties, verlangens, kennis en gevoelens te herkennen en te plaatsen (niet alleen bij jezelf, maar ook bij anderen) en om te begrijpen dat iemands gevoelens en overtuigingen anders kunnen zijn dan die van anderen.
Waarvoor is de vmPFC belangrijk?
Om te kunnen snappen wat de ander denkt en voelt
Attribution
het proces van het afleiden van de oorzaken van het gedrag van mensen.
Intentional stance
de neiging om het gedrag van anderen te verklaren of te voorspellen aan de hand van intentionele toestanden (bv. willen, houden van).
Wat zijn de verschillende ‘orders’ van intentionality?
- Zero order: alles is een object
- 1st order: je kent motieven toe
- 2nd order: je denkt niet alleen dat iemand een mentale toestand heeft, maar je denkt ook dat iemand iets kan denken
- 3rd order: je denkt dat iemand anders iets denkt
Theory-theory
het idee dat wij, als expliciete kennis, een reeks principes opslaan met betrekking tot mentale toestanden en hoe deze toestanden het gedrag bepalen.
Aphasia
tekortkomingen in het begrijpen of produceren van gesproken taal, meestal als gevolg van hersenletsel.