College 7 Flashcards

1
Q

Speciale voorzieningen

A

= zijn veranderingen in de standaard testprocedures die worden toegepast om het effect te minimaliseren van kenmerken van deelnemers die niet relevant zijn voor het door de test gemeten construct, en die de behaalde scores zouden veranderen als de test onder gestandaardiseerde omstandigheden zou worden afgenomen.
Doel van speciale voorzieningen is:
- Nauwkeurige meting en valide interpretatie
- Inperken van de impact
- Test geeft een zo accuraat mogelijke weergave

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Toevallige meetfouten

A

= Meetfouten als gevolg van toevalsfactoren die de waargenomen score van een individu kunnen verhogen of verlagen. Verschillende toevallige meetfouten zijn:

Time sampling error
individuele factoren (moe, honger etc.)
Omgevingsfactoren (herrie, temperatuur etc.)

Content sampling error
Verschillen tussen de steekproef van items (de test) en het domein van de test (alle mogelijke items). Random selectie van testitems dekken niet het hele domein. Dus het zit er wel allemaal in maar net niet genoeg om het onderwerp te dekken. Content sampling zelf refereert aan de variatie tussen items binnen een test, zowel als variatie tussen testen zelf.

Administratieve en scoringsfouten
zijn voorbeelden als dat de testleider de handleiding niet goed heeft doorgelezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Systematische meetfouten

A

meetresultaten liggen verspreid naast de juiste waarde.
Voorbeelden zijn:
- Culturele bias (nog niet bewezen)
- Content bias (bv. afleiders binnen een test)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Standard Error of Measurement (standaardmeetfout)

A

= De SEM Is een standaardafwijking van de verdeling van scores die 1 persoon zou krijgen als hij of zij zou worden getest op een oneindig aantal parallelle vormen van een test, bestaande uit items die willekeurig zijn gekozen uit hetzelfde inhoudsgebied. Door de scores op alle tests te nemen, ontstaat een verdeling, waarvan de ware score (T) het gemiddelde is, en de SEM de standaardafwijking.

Hoe groter de betrouwbaarheid van de testscore, hoe kleiner de SEM en hoe meer vertrouwen is in de nauwkeurigheid van testscores.

De betrouwbaarheid hang af van de grootte van de standaard meetfout. Als de betrouwbaarheid toeneemt worden de betrouwbaarheidsintervallen kleiner. Je hebt dan een kleinere meetfout en je metingen zijn preciezer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Standard Error of Estimate (standaardschattingsfout)

A

De standaardfout van een schatting geeft de precisie van die schatting weer. De standaardfout wordt gebruikt om aan te geven hoe zeker je bent van een geschatte waarde. Formeel geeft de waarde de spreiding van de schatting weer als er meerdere samples zouden zijn, waarbij er bij iedere sample opnieuw een schatting zou worden gemaakt.

Bij een toevallige meetfout blijft de ware score hetzelfde, het betrouwbaarheidsinterval wordt breder maar verschuift niet. Bij systematische meetfouten wel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bias

A

is een systematische meetfout in testscores. Het onder- of overschat de waarde van de variabele die gemeten wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Sensitiviteit

A

Heeft te maken met de relatie tot besluitvorming (= dus om het cut-off point te bepalen). Sensitiviteit bepaalt de gevoeligheid van een test in de diagnostiek. Dus hoe goed is het om het verschijnsel aan te tonen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Specificiteit

A

Heeft te maken met de relatie tot besluitvorming (= dus om het cut-off point te bepalen). Hoe goed slaagt de test erin om de afwezigheid aan te tonen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Positieve en Negatieve voorspellende waarde

A

Positief voorspellend = degene die het probleem ook echt heeft krijgt een positieve testuitslag
Negatief voorspellend = degene die het probleem niet heeft, een negatieve testuitslag krijgt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly