College 3 Flashcards
Meetniveaus/Schaal
een systeem of schema voor het toekennen van waarden of scores aan het te meten kenmerk
Nominaal meetniveau
delen mensen of voorwerpen op in categorieen, klassen of reeksen. (Meestal) sluiten deze categorieen elkaar uit. Ze zijn niet op een betekenisvolle manier ingedeeld. De bruikbaarheid is beperkt doordat het moeilijk is hiermee te rekenen of statistische procedure uit te voeren.
Ordinaal meetniveau
rangschikken mensen of voorwerpen in volgens de mate waarin zij een bepaalde eigenschap hebben of vertonen. Dit kan je dus indelen in cijfers en heeft daarmee een volgorde. Dit hoeft niet te betekenen dat de intervallen gelijk zijn.
Interval meetniveau
rangschikken mensen of voorwerpen in zoals op een ordinaal meetniveau, maar dan op een schaal van gelijke eenheden. Deze kunnen wel bewerkt worden met wiskundige procedures. Interval heeft alleen geen absoluut nulpunt dus nul betekent niet meteen dat het kenmerk afwezig is.
Ratio meetniveau
hebben de eigenschappen van intervalschalen maar dan wel met een absoluut nulpunt. Deze schaal geeft de meeste informatie.
Centrummaten
Scores die in veel verdelingen de neiging hebben om zich rond een bepaald punt te groeperen.
Gemiddelde (centrummaat)
het rekenkundig gemiddelde (middelste punt) van een verdeling.
zinvol voor: interval/ratio; goede schatting; gevoelig voor uitbijters; essentieel voor definitie en andere berekeningen.
Mediaan (centrummaat)
de score die een verdeling in tweeen deelt. Wanneer het aantal scores in een oneven verdeling ligt wordt exact het middelste getal gepakt. Ongevoelig voor extreme scores; kan alleen niet op nominaal niveau worden gebruikt.
Modus (centrummaat)
de meest voorkomende scores in een verdeling. Kan bimodaal zijn; geen stabiele maat; kan voor alle meetniveaus worden gebruikt.
Variabiliteit
De verdeling van scores rond de centrale tendens.
Range
de afstand tussen de laagste en de hoogte score in een verdeling. Geeft de buitengrenzen aan, maar niet wat de spreiding is binnen deze grenzen.
Standaarddeviatie
een maat voor de gemiddelde afstand die scores van het gemiddelde van de verdeling afwijken. Hoe hoger de SD, hoe meer de scores afwijken van het gemiddelde (en dus meer variabiliteit is)
Variantie
is in de statistiek een maat voor de spreiding van een reeks waarden, dat wil zeggen de mate waarin de waarden onderling verschillen.
Normaalverdeling
Symmetrische unimodale verdeling waarbij het gemiddelde, mediaan en modus allemaal gelijk zijn. Scores lijken zich op te hopen in het midden van de verdeling.
Betrouwbaarheidsinterval
is het waardebereik waarbinnen je geschatte waarde naar verwachting een bepaald percentage van de keren ligt, als je het experiment of de steekproef hetzelfde zou herhalen.