College 6 Een patiënt met SLE – PD Flashcards
Wat zijn de termen voor Lupus?
LED = lupus erythematodes disseminatus
SLE = systemische lupus erythematodes
wat zijn de kenmerken van SLE?
Gegeneraliseerde AIZ gekenmerkt door:
a) Antinucleaire Ab: ong 100% is ANA+ die Binden aan weefsel
b) Immuuncomplexen: IgG en complement
c) UV-gevoeligheid
Wat zijn symptomen bij SLE?
Algemene symptomen:
- koorts
- malaise
- spierzwakte
- Misselijkheid en braken
- Nachtzweten
Symptomen:
- Huidafwijkingen bvb vlinderexantheem (specifiek bij SLE) = cutane lupus
- Huidafwijkingen specifiek na UV-blootstelling
- Hoesten
- afwijkingen aan de handen: bvb roodverkleuring in de winter van de toppen en het taps toe lopen van de vingers
- lymfadenopathie
- Orale ulcera
- Angio-oedeem
- Droge mond/ogen (Sjogren)
- Diffuse alopecia
Kenmerken:
- Raynoud
- Poly-artritis (niet erosie)
- pericarditis of myocarditis
- pleuritis, pneumonitis, pulmonale hypertensie
- glomerulonefritis = lupus nefritis
- neuropsychiatrische afwijkingen
- Cytopenie: granulopenie, trombopenie, anemie
- Trombose
Bij welk soort mensen komt SLE het meest voor?
M : V = 1 : 10 (10x vaker bij V)
Niet kaukasich > kaukasisch
wat is de leeftijd van mensen met SLE?
- 85% is < 55 jaar
- piekincidentie: 21-30 jaar
Wat is kenmerkend voor het ziektebeloop bij vrouwen mbt de leeftijd?
Vaak resolutie in de menopauze
Wat voor soort reactie is SLE?
Een immuuncomplex gemedieerde overgevoeligheidsreactie
Welke factoren spelen een rol bij het ontstaan van SLE?
Genetica:
- bvb geslacht
Omgevingsfactoren;
- UV-straling
- roken
- bepaalde virusinfecties bvb EBV
- silica dust
wat kan je zien aan het aanvullend onderzoek bij SLE?
Lab:
- CRP en BSE: verhoogd
- Anemie
- Leukocyten en trombocyten: normaal of verlaagd
- creatinine: vaak verhoogd (nefritis)
- C3 en C4: sterk verlaagd
- ANA+ titer
- Anti-dsDNA-Ab+
Urine: als glomerulonefritis
- eiwit+
- Erytrocyten+
Nier biopt: lupus nefritis
ENA: veel mogelijkheden
- Perifeer patroon
- homogeen patroon
- gespikkeld patroon
- nucleair patroon
wat is onderdeel van de pathogenese van SLE?
- Afwijkingen in het innate IS
- afwijking in lymfocyten (mn B-cellen)
- Verminderde klaring van immuuncomplexen
- apoptotische cellen
- ANA (anti-nucleaire Ab)
ANA-: sluit diagnose uit (ong 100% van de SLE pt heeft ANA+)
ANA+: geen diagnose (20% van gezonde mensen is ANA+)
Vaak ook:
- Anti-DNA
- Anti-Sm (smith)
Wat is de pathogenese van SLE?
- Immuuncomplexen worden gevormd: intermediaire grootte
a) systemisch –> neerslaan
b) In situ formatie - Onder bepaalde omstandigheden kunnen deze neerslaan op vaatwand endotheel (basaalmembraan)
- locale activatie van complement
- neutrofiel chemotaxis
- neutrofiele adherente en degranulatie (enzymen, ROS)
- activatie van ontstekingsreactie
- schade
waar zijn/worden de immuuncomplexen aangetoond bij SLE?
- Nieren
- Huid
- plexus choroideus in hersenen
Waar tegen zijn er Ab bij SLE?
- ANA
- Anti-DNA/histonen
- IgG tegen bloedcellen –> anemie, trombopenie en granulopenie
- Antifosfolipiden-Ab
- alle verschillende organen zijn mogelijk
Wat is de cellulaire pathogenese van SLE?
- a) neutrofiel stoot NET uit of apoptose van een cel
b) neutrofiel stoot hierbij ook IFN-y uit
c) Mf wordt geactiveerd en produceert TNF, IL-6 en IL-8 - Nucleine zuren van neutrofiel binden aan ANA
- hierna samen aan Fc-R op plasmocytoide DC
- Activatie van myeloide DC
a) Ag presentatie aan T-cel waardoor T-cel activatie
b) T-cel stimuleert vervolgens ook B-cel waardoor differentiatie tot plasmacel - a) T-cel produceert IL-17 –> weefselschade + recruitment van ontstekingscellen
b) Mf productie van TNF, IL-6 en IL-8 zorgt ook voor weefselschade en recruitment van ontstekingscellen
Wat is erg belangrijk bij de diagnostiek van SLE?
ANA moet + zijn
Als ANA- ≠ lupus
Waarmee kunnen we de diagnose SLE stellen?
ACR en EULAR criteria
Hoe stellen we de diagnose SLE?
- Serum titer ANA van tm 1:80 op humane epitheel2+ cellen (of een equivalente + test)
EN
Tm 10 pt uit de volgende domeinen - telt niet als andere verklaring waarschijnlijker is dan SLE
- Moet uit tm 1 domein (alleen hoogste punt per domein telt)
- moeten overlappen met elkaar qua moment
- Contitutioneel domein
a) koorts: 2 pt - Cutaan domein
a) niet verlittekende alopecia: 2 pt
b) orale ulcera: 2 pt
c) subacute cutane of discoide lupus: 4 pt
d) acute cutane lupus: 6 pt - Artritis domein
a) Synovitis in tm twee gewrichten
b) of gevoeligheid in tm twee gewrichten + ochtend stijfheid van tm 30 min - neurologisch domein
a) Delier: 2 pt
b) Psychose: 3 pt
c) Seizure: 5 pt - serositis domein
a) pleurale of pericardial effusie: 5 pt
b) acute pericarditis: 6 pt - Hematologisch domein
a) leukepenie: 3 pt
b) trombopenie: 4 pt
c) AI hemolyse: 4 pt - renaal domein
a) Proteïnurie > 0,5 g/24h
b) Klasse II of V lupus nefritis: 8 pt
c) Klasse III of IV lupus nefritis: 10 pt
Immunologisch
8. Antifosfolipiden domein
(anticardiolipinen IgG of anti-ß3GP1 IgG of lupus anticoagulant): 2 pt
9 Complement domein
a) Laag C3 of C4
b) laag C3 en C4
- Zeer specifieke Ab domein
a) Anti-dsDNA: 6 pt
b) Anti-Smith: 6 pt
wat is de behandeling van SLE?
Stap 1: graad A
- hydroxychloroquine
- evt CCS bij bepaalde symptomen (PO of IM)
- evt + MTX of azathioprine
Stap 2: Graad B
- MTX of azathioprine
- Evt CNI of mycofenolaat
- CCS: PO of IV
Stap 3: graad C
- CNI
- + evt mycofenolaat
- + evt cyclofosfamide
- + evt retuximab
DMARDs: duurt even voordat werkt (3 mnd) –> CCS als overbrugging
- Hydroxychloroquine
- Azathioprine
- mycofenolaat
- Cyclofosfamide
Symptoombehandeling:
- CCS
- NSAIDs: COX-2 remmer –> snel effect, maar remmen niet de ziekte
- NSAID: incidenteel bij verhoogd risico op trombotische complicaties
Remissie: SLEDAI = 0
- HCQ
- Geen CCS
Lage ziekteactiviteit:
SLEDAI ≤ 4
- HCQ
- Immuunsuppressiva in lage dosis
Preventief:
- zon bescherming
- vaccinaties
- bewegen
- niet roken
- gezond gewicht
- bloeddruk
- vetten
- glucose
- evt anticoagulantica
Wat zijn bijwerkingen van COX-2 remmers?
- nierinsufficientie
- hypertensie
Wat zijn complicatie van SLE?
- nierinsufficientie
- Atherosclerose
- pulmonale fibrose
- CVA
- Schade van Rx
wat is de prognose van SLE?
Overall 5jrO > 90%
Relatief goed bij goede behandeling
Mortaliteit < 5 jaar door orgaanfalen of infectie
Mortaliteit wel 5x verhoogd tov algemene populatie
Sterke daling levensverwachting bij
- hoge ziekteactiviteit
- longen en/of nier betrokkenheid
Premature CVD:
- Verhoogd risico op CVD waardoor kans op myocard infarct 5x verhoogd is
–> Bij jongen vrouwen wel 50x tov leeftijdsgenoten
Door:
a) ontsteking vaatwand
b) CCS
c) nierfunctiestoornissen
Waar moet op gelet worden mbt de CVD bij mensen met SLE?
De traditionele risicofactoren voor CVD zijn niet direct gerelateerd aan de CV-morbiditeit
Welke soorten lupus nefritis zijn er?
5 klassen: leiden in verschillende snelheden tot functieverlies (invloed op behandeling)
- Proliferatieve GN
- Membranoproliferatieve GN
- Sociale segmentale glomerulosclerosis
- Focale necrotiserende en crescenterende GN
- Normale/minimal change GN
- membraneuze GN
Wat is de diagnostiek van lupus nefritis? Wat is hierop te zien?
Nierbiopt met
Fullhouse aankleuring bij fluorescentie:
- IgG
- IgM
- IgA
- C3
- C1q