College 3 Een patiënt met GBS – PD Flashcards

1
Q

wat zijn klinische kenmerken van GBS?

A
  • Snelle progressieve parese van armen/benen en areflexie (spierreflexen zijn niet op te wekken)
  • gelaatszwakte en/of slikstoornissen (50%)
  • gevoelstoornissen (80%)
  • Respiratoire insufficiëntie (25%)
  • autonome disfunctie (15%)

Voorafgaande infectie: 1-4 wk voor neurologische uitval

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke varianten van GBS zijn er?

A
  • puur motorisch: geen stoornissen in sensibiliteit
  • Miller Fisher Syndroom (MFS): ophtalmoplegie (oogspier verlamming), ataxie (verstoring evenwicht en bewegingscoordinatie), areflexie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat voor soort afwijking is GBS?

A

Acute post-infectieuze polyradiculopathie

Polyradiculopathie: schade van de perifere zenuwen en zenuwwortels helemaal tot aan de spieren –> hele gebied (zowel het myeline als het axon) worden aangedaan
–> kan dus ook de zenuwen zijn die naar het hart en de ademhalingsspieren gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de epidemiologie van GBS? (risico, soort patient, leeftijd)

A

Life time risico: 1 op 1000

  • voorheen gezonde mensen
  • M > V
  • Alle leeftijden, maar wel toename met de leeftijd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat kan je zeggen over het beloop van GBS?

A

Monofasische ziekte: men wordt in een keer heel erg ziek –> snel progressief begin
–> spontaan herstel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe groot is de kans op een recidief van GBS? wat is de prognose?

A

Recidiefkans < 5%

Prognose: 25% overlijden of ernstige invaliditeit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe verloopt de diagnostiek van GBS?

A
  • Lumbaal punctie bij verdenking: uitsluiten van ontstekingen van het CZS
    A) GBS: weinig cellen, verhoogd eiwit
    B) Infectie: veel cellen, verhoogd eiwit (vaak)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de functie van liquor?

A

hersenen drijven in liquor en zit ook in de WK
–> Tegen stoten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de pathogenese van GBS?

A
  • Patient heeft een infectie, kenmerkend campylobacter jejuni
  • Ab tegen de bacterie
  • Door moleculaire mimicry herkennen de Ab de perifere zenuwen (doorbraak van immunologische tolerantie) –> worden ook wel anti-ganglioside Ab genoemd
  • Gericht tegen de suiker op het perifere ganglioside –> glycolipiden waarbij het vetdeel (= ceramide) verankerd is in het de neurale celmembraan en het suikerdeel uitsteekt in het extracellulaire milieu
  • Ab kunnen hierin binden
  • inflammatie trekt ook Mf aan
  • Myeline wordt aangevallen door Mf
  • Hierdoor gaten in de myeline = demyelinisatie
  • AIDP = acute inflammatory demyelinisatie neuropathie
  • Er kan ook schade aan het axon optreden door de Mf = Acute motor axon neuropathie (AMAN)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de opbouw van de zenuwen?

A

Uit myelum komt een
a) ventral root: motorisch
b) dorsal root: sensibel

Perifere ZS: neuron met het axon en de Schwanncellen (gliacellen) die om het axon en de myelinelaag aanleggen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat bepaalt het klinisch beeld van GBS?

A
  • Het type zenuwen dat aangetast is
  • specificiteit van de Ab bepaalt waar de schade in het ZS optreedt

Bij de motorische variant zijn er andere Ab dan bij MFS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het beloop van GBS?

A
  • Na infectie binnen 1-3 wk worden Ab gevormd
  • Progressieve fase: snel progressief en zenuwen worden aangetast
  • Plateaufase: Ab verdwijnen, patiëntt gaat niet voor- of achteruit
  • Langzame herstelfase: vaak is deze niet volledig
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is vaak de bron van campylobacter jejuni?

A

Gevogelte en runderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe vaak komt campylobacter voor?

A

Meest voorkomende bacteriële oorzaak van diarree in NL (100 000x per jaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe stellen we vast dat iemand diarree heeft door een campylobacter infectie?

A
  • feceskweek
  • serologie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is de moleculaire mimicry bij GBS?

A
  • Lipo-oligosacchariden (LOS) van de campylobacter lijken op die van de ganglioside GM1 van de humane perifere zenuw
17
Q

wat zijn factoren die waarschijnlijk betrokken zijn bij het ontwikkelen van GBS?

A

Hostfactoren –> niet iedereen met deze infectie krijgt dit

18
Q

Is GBS een typische AIZ?

A

NEE:
- geen associaties binnen families
- geen associaties met andere (klassieke) AIZ
- geen verbetering na CCS
- niet vaker bij mannen dan bij vrouwen

19
Q

In welke verhouding komt GBS voor bij M en V?

A

M : V = 3 : 2

20
Q

Wanneer zijn er voor Ab aanwezig bij GBS?

A

Tijdens de infectie komen ze op
–> Daarna nemen ze af terwijl de GBS in de plateaufase zit

21
Q

Wat voor soort bacterie is de campylobacter?

A

Spiraalvormige, gram-
Microaerofiele bacterie

22
Q

Wat is het beloop en de behandeling van campylobacter?

A

Meestal self-limiting gastro-enteritis of asymptomatische infectie

Behandeling:
- ciprofloxacine
- erytromycine
- azithromycine
- norfloxacine

23
Q

Hoe komt men aan een besmetting met campylobacter?

A
  • melk
  • eten van kippenvlees (niet gaar genoeg)
  • via bevuild water van een kip
24
Q

Welke onderdelen van het IS zijn betrokken bij GBS?

A
  • Ab: IgG1/3 > IgM en IgA
  • Complement activatie: depositie van C3b –> MAC
  • Inflammatie: infiltratie van Mf, productie van inflammatoire mediatoren en T-cellen

Demyelinisatie en axon degeneratie

25
Q

Waar tussen vind de moleculaire mimicry plaats?

A

C. jejuni: LOS
en zenuw: gangliosiden