College 1 Systemische ziekten/vasculitiden Flashcards

1
Q

waarvan is het klinisch beeld afhankelijk bij vasculitis?

A
  • plaats van de Bv
  • kaliber van de aangedane Bv
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe delen we de vasculitiden in? Waarom?

A

Naar grootte van de aangedane vaten

Omdat:
- andere klinische presentatie
- Andere pathogenese
- andere behandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke soorten vasculitiden heb je?

A
  1. Capillairen
    Bvb cutane leukocytoclastische angiitis
  2. Arteriolen, capillairen, venulen
    Bvb Henoch-Schonlein purpura
    OF essentieel cryoglobulinemische vasculitis
  3. Kleine Arterien (arteriolen, capillairen, venulen en venen)
    Bvb GPA of Churg-Strauss syndroom
    Of zonder venen: microscopische poly-angiitis
  4. Kleine Arterien en grote tot mediumgrote arterien:
    Bvb Polyarteritis of Ziekte van Kawasaki
  5. Grote tot middelgrote arterien of aorta
    Bvb Giant cell (temporale) arteritis, Takayassu arteritis
  6. Cogan syndroom:
    Van Aorta, grote tot middelgrote arterien, kleine arterien, arteriolen tot capillairen
  7. Ziekte van Behect:
    Alle soorten Bv
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

In welk soorten Bv geven de volgende ziektes een vasculitis?
- Kawasaki
- Cogan syndroom
- Microscopische polyangiitis
- Cutane lymfocytoclastische angiitis
- GPA
- Behcet
- Henoch-schonlein purpura
- Giant cell arteritis
- essentieel cyroglobulinemische vasculitis
- Takayassu arteritis

A
  • Kawasaki:
    a) grote tot mediumgrote arterien
    b) kleine arterien
    c) beetje arteriolen
  • Cogan syndroom:
    a) Aorta
    b) grote tot mediumgrote arterien
    c) kleine arterien
    d) arteriolen
    e) capillairen
    f) klein beetje venulen
  • Microscopische polyangiitis
    a) Kleine arterien
    b) arteriolen
    c) capillairen
    d) venulen
  • Cutane lymfocytoclastische angiitis
    a) arteriolen
    b) capillairen
    c) venulen
  • GPA:
    a) kleine arterien
    b) arteriolen
    c) capillairen
    d) venulen
    e) klein beetje venen
  • Behcet:
    Van aorta tot vena cava
  • Henoch-schonlein purpura:
    a) Arteriolen
    b) capillairen
    c) venulen
  • Giant cell arteritis
    a) aorta
    b) grote tot mediumgrote arterien
  • essentieel cyroglobulinemische vasculitis
    a) Arteriolen
    b) capillairen
    c) venulen
  • Takayassu arteritis
    a) Aorta
    B) grote tot mediumgrote arterien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke lagen bevatten Bv?

A

Buiten naar binnen

  • Tunica adventitia
    BW en soms gladde spiercellen (verankering aan omliggende weefsel)
  • lamina elastica externa
  • Tunica media
    Gladdespiercellen en elastisch weefsel
  • elastische membraan = laminaat elastica interna
  • Tunica intima: endotheelcellen
  • lumen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is kenmerkend voor de adventitia?

A

Enkel bij grotere Bv

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn belangrijke eigenschapen van de adventitia bij vasculitis?

A

Bevat:
- DCs: betrokken bij het voorkomen van een vasculitis, maar zijn eigenlijk ook belangrijk bij het ontstaan

  • Vasovasoren: Bv die voedend zijn voor de Bv
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de pathogenese van een vaculitis van de grote tot mediumgrote Bv?

A
  • DC in adventitia raakt geactiveerd
  • DC blijft op locatie (gaat niet naar LK voor AgP)
  • Lymfocyten komen via de vasovasoren naar de DC toe
  • In situ activatie van de lymfocyten
  • Cytokine productie
  • Th-1 respons op gang waardoor uiteindelijk IL-6 productie
  • inflammatie reactie
  • vasculitis
  • occlusie
  • verslapping van de wand door ischemie –> evt aneurysma mogelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

In welk deel van de bloedvat wand zit de vasculitis?

A

ALLE lagen van de wand zijn aangedaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een belangrijke cytokine bij vasculitis van grote tot mediumgrote Bv?

A

IL-6

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke ziektes horen bij de volgende beelden
- grote bloedvaten zoals de aorta
- Middelgrote Bv zoals naar de armen en de nieren
- Kleine bloedvaten en artiolen, capillairen of venulen

A
  1. grote bloedvaten zoals de aorta
    a) Takayasu arteritis
    b) Reuscel arteritis
  • Middelgrote Bv zoals naar de armen en de nieren
    a) Kawasaki
    b) Klassieke poly-arteritis nodosa (PAN)
  • Kleine bloedvaten en artiolen, capillairen of venulen
    a) GPA
    b) MPA
    c) Churg-strauss syndroom
    d) Cryoglobulinemie
    e) Cutane leukocytoclastische vasculitis
    f) Henoch-schonlein purpura
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is anders aan kleine Bv dan grote Bv? Wat heeft dit voor consequentie?

A

Geen adventitia

Voeding uit het lumen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke soorten vasculitis van de kleine Bv zijn er?

A
  1. immuuncomplex geassocieerd
  2. ANCA-geassocieerd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe werkt de immuuncomplex gemedieerde vasculitis?

A
  • Infectie waardoor immuuncomplexen worden gevormd
  • Immuuncomplexen worden opgeruimd door Mf, lever en milt
  • Als overload aan Immuuncomplexen kunnen de Mf ze niet meer allemaal opruimen
  • Het overschot slaat neer op de vaatwand
  • vasculitis door activatie van IS waarbij leukocyten enzymen uitstoten om de immuucomplexen op te ruimen
  • schade aan vaatwand

Complexen kunnen ook in de huid neerslaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waarom is er bij immuuncomplex gemedieerde vasculitis over het algemeen alleen maar in de kleine vaten?

A

Omdat het enkel gebeurt op plekken waar de bloedstroom wat trager gaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe werkt de ANCA-gemedieerde vasculitis?

A
  • ANCA’s (MPO, PR3)
    –> Kunnen eigenlijk niet bij Ag omdat het cytoplasmatisch is in neutrofiel
  • Neutro activatie (bvb door stafylokok)
  • Ag van neutrofielen aan buitenkant (door vesikels)
  • ANCAs hierop gericht waardoor ze er nu wel bij kunnen
  • activatie neutrofielen
  • Expressie van adhesiemoleculen neemt toe
  • adhesie aan endotheel
  • enzymen komen vrij die schade toebrengen aan de vaatwand
  • vasculitis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welke infectie kan een ANCA vasculitis uitlokken?

A

Bvb stafylokok

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Waarmee zijn de twee soorten ANCA geassocieerd?

A

MPO-ANCA: Churg-strauss syndroom

PR3-ANCA: Wegener

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Waardoor komen de symptomen bij vasculitis?

A

Symptomen agv
1. Vrijkomen van inflammatoire cytokines (grieperig)
- Algehele malaise
- koorts
- gewichtsverlies
- rash
- artritis
2. Ischemische schade (vaak wat later) –> pijn of bloedingen (als ruptuur)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat zijn kenmerken van vasculitiden in de kliniek?

A
  • Meestal subacuut: weken tot maanden (zeker in grote vaten duurt het langer voor opmerken)
  • Pijn door ontsteking en ischemie
  • Tekenen van ontsteking zijn prominent: koorts, rash, artritis
  • vaak multi-orgaan disfunctie (omdat overal Bv)
  • Hoge ontstekingsparameters
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat zijn drie gevolgen van vasculitiden lokaal?

A
  1. vernauwing vat: BLIJFT ONDANKS BEHANDELING AANWEZIG = IRREVERSIBEL
  2. Trombose: trombo’s blijven eraan hangen
  3. Vaatwand verzwakking met drukverhoging –> aneurysma (met evt een ruptuur)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Welke AO zetten we in voor de diagnostiek van vasculitiden?

A
  • ip ALTIJD diagnose histologisch bevestigen met een BIOPT!!!!
  • NIET indien: hele grote vaten (aorta) –> dus geen biopt als het niet kan

Alternatief = Angiografie (met contrast) –> vernauwingen en aneurysmata zien (kralensnoer)
- PET: aankleuren vaatwand (activiteit)

23
Q

Welk gevolg van ischemie heeft het meest effect in welke soort vaten?

A

Kleine Bv: vooral de vernauwing

Grote Bv: vooral rupturen

24
Q

wat is kenmerkend voor vasculitis temporalis? Wat is de behandeling?

A

= Reuscel arteritis

Klacht: hoofdpijn
Wie: ouderen (60+)
Aantal: regelmatig voorkomend

Behandeling: CCS (voorkomen blindheid)
- tocilizumab

25
Wat is de ziekte van takayasu? Bij wie komt het voor? Wat is de prognose en behandeling?
Vasculitis met aneurysmata van de aorta (mn de arcus) Wie: Jonge vrouwen (< 40 jr) van Aziatische afkomst --> zeldzaam Prognose: slecht Behandeling: 1. Prednison: werkt altijd wel als genoeg geven, maar heeft zeer ernstige bijwerkingen (zelfs tot aan overlijden) 2. Tocilizumab: tot rust brengen vasculitis
26
Wat is kenmerkend voor polyarteritis nodosa?
Kenmerkend: - middelgrote bloedvaten Begin: aspecifiek (sluipend) --> Lijkt op griep Symptomen: - Livedo reticulaire: netvormige cyanotische verkleuring van de huid - angina abdominalis
27
Welke organen zijn vaak aangedaan bij PAN? Hoe stellen we de diagnose?
- huid - zenuwen - tr. digestivus - hart Diagnose: - bepaalde huidafwijkingen - aanwezigheid HepB - angiografie
28
Waarmee heeft PAN een sterke associatie?
Hepatitis B
29
Wat is de behandeling van PAN?
- hepatitis behandeling - prednison + cyclofosfamide
30
Wat is de ziekte van Kawasaki?
Vasculitis van de middelgrote Bv mn die van de coronairen
31
Bij wie komt Kawasaki voor? Waarmee heeft het een associatie?
Kinderen (vaak < 5 jr) Met COVID-19
32
Wat zijn kenmerken voor Kawasaki?
- Begint met virale verschijnselen - aardbeientong - uitslag - kwijlen - ziek kind - ontstekings-verschijnselen - koorts zonder focus - myocardinfarct
33
Wat is de behandeling en prognose van Kawasaki?
behandeling: - Ig toedienen --> vooral om schade aan coronairen te beperken - Paracetamol - liever geen CCS vanwege de bijwerkingen - preventie coronair lijden Goede prognose als op tijd behandelen
34
Wat is kenmerkend voor de vasculitiden in de kleine Bv?
Vaker met huidafwijkingen
35
Wat is Henoch schonlein?
IgA vasculitis Immuuncomplex gemediteerd
36
wat zijn kenmerken voor Henoch schonlein?
- purpura - artritis - buikklachten - nier betrokkenheid - algemene symptomen zoals koorts en malaise - vaak aansluitend op een infectie - vaker in winter of najaar
37
Wat gebeurt er bij Henoch schonlein?
Overschot immuuncomplexen na een infectie slaan neer in de Bv van de huid in het been of in organen
38
Welke organen zijn vaak aangedaan bij Henoch schonlein?
- nier: GN --> vaatjes kapot --> proteïnurie, hematurie - Darm: IBD-beeld met diarree en bloed --> vaatjes kant door aneurysmata en lekkende vaatjes - huid
39
Bij wie komt Henoch schonlein veel voor?
Kinderen - gem: 5,9 jr - 93% is < 9 jaar
40
Wat is de prognose van Henoch schonlein?
Goed --> als infectie geklaard is zullen de complexen weer verdwijnen en klaart ook het beeld weer op --> ook zonder behandeling goede prognose Als zelfde soort infectie nog een keer dan kan het beeld wel weer optreden Als > 20 jaar wanneer beeld krijgt --> slechtere prognose --> chronisch beeld met nierinsufficientie
41
Hoe stellen we de diagnose voor Henoch schonlein?
Biopt: - leukocytoclastische vasculitis - IgA-1 deposities
42
Welke onderdelen van het IS zijn betrokken bij Henoch schonlein?
- neutrofielen - endotheelcellen - complement
43
wat is de behandeling van Henoch schonlein?
- vaak expectatief - NSAIDs - Indien ernstig: CCS
44
Wat is een hypersensitiviteits vasculitis?
Locatie: huid Door: exogene factoren zoals geneesmiddelen bvb AB (is lichaamsvreemd waardoor Ab tegen maken met immuuncomplexen)
45
Wat is kenmerkend voor wanneer een hypersensitiviteits vasculitis optreed?
10-14 dg na toediening van medicijn TENZIJ: het al eerder gebeurt is --> snellere respons met Ab en daardoor ook sneller zichtbaar
46
Wat is het beloop en de behandeling van een hypersensitiviteits vasculitis? wat is de prognose?
Gaat vanzelf over als het middel uit het lichaam is Behandeling: - stoppen middel - verder self-limiting na 1-4 wk Goede prognose
47
wat is kenmerkend voor een cryoglobulinemie?
- Afsterven van ledematen of andere koude plekken --> vingers en tenen, neus
48
Wat is de pathofysiologie van cryoglobulinemie?
- Ab worden gemaakt (door infectie, maligniteit, etc) --> niet per se een grote hoeveelheid - cryoglobulinen zijn Ab gericht tegen Ab (IgG, IgM, polyclonale Ab) - De cryoglobulinen slaan neer onder koude omstandigheden en lossen op onder warme omstandigheden - Vasculitis op locatie waar neerslaan - occlusie --> necrose
49
Welke organen zijn betrokken bij een cryoglobulinemie?
- huid (perifeer) - zenuwen - nieren
50
Waarmee heeft cryoglobulinemie een associatie?
- hepatitis C infectie - RA - (hematologische) maligniteit
51
wat is de behandeling van cryoglobulinemie?
- Warm houden - Onderliggende ziekte zoals HepC met IFN-a en Ribavirine - retuximab: tegen Ab - plasmaferese: verwijderen Ab --> werkt wel, maar niet acuut (niet op plek van ontsteking) LET OP: plasmaperse enkel in nood - Nood geldt ook voor: hoge dosis CCS en cyclofosfamide - indien beperkt tot huid en HepC- --> Geen behandeling
52
Welke types cryoglobulinemie zijn er?
I: IgG (monoklonaal) - hyperviscositeit - Geassocieerd met malginiteit II: IgM (mono) - vasculitis Geassocieerd met: - Reumatische ziekte - HepC - Maligniteit - Idiopatisch III: geen monoklonale Ab - Vasculitis Geassocieerd met: - HepC - Reumatische ziekte - idiopatisch
53
Wat is de sterkste associatie met cryoglobulinemie?
Hepatitis C: - 54% heeft cryoglobulines - 14% heeft vasculitis Met cryoglobuline geassocieerde vascultiis 80% heeft HepC