college 5

Question 1

discriminatie vanuit professionals naar cliënten (wat het in stand houdt in de jeugdzorg)

Answer 1

• Straffen, controle en machtsongelijkheid
• Gebrek aan zeggenschap van cliënten

Question 2

discriminatie tussen de cliënten onderling (wat het in stand houdt in de jeugdzorg)

Answer 2

• Geweld op de groep
• Gebrek aan pedagogisch klimaat

Question 2

institutionele discriminatie i de jeugdzorg (wat het in stand houdt in de jeugdzorg)

Answer 2

• Anders diagnosticeren op basis van beeldvorming
• Etnische profilering door de politie
• Ras en etniciteit in formulieren
• Gebrek aan kennis over minderheidsgroepen
• Gebrek aan representatie en diversiteit professionals in de jeugdzorg
• Preventieve hulp sluit niet aan op alle doelgroepen

Question 2

discriminatie tussen jeugdprofessionals (wat het in stand houdt)

Answer 2

• Een sector onder druk

Question 3

discriminatie vanuit cliënten naar professionals (wat het in stand houdt in de jeugdzorg)

Answer 3

• Zorgplicht

Question 4

algemene mechanismen die discriminatie in stand houden

Answer 4

• Vooroordelen en stereotypen
• Slechte klachtenprocedures
• Het niet herkennen van discriminatie

Question 5

maatregelen om de discriminatieproblematiek aan te pakken

Answer 5

• Meer expliciete aandacht voor antidiscriminatie in het beroepsprofiel, de richtlijnen en in de beroepscode
• Onderzoek naar in hoeverre en op welke manier toekomstige jeugdzorgmedewerkers worden opgeleid met betrekking tot discriminatie
• Onderzoek naar de reikwijdte en het effect van intercultureel of diversiteitssensitief werken in de jeugdzorg
• Inzetten op een meer divers personeelsbestand in de jeugdzorg en in het bijzonder aan de top van organisaties

Question 6

zwarte kinderen en rapportage

Answer 6

Zwarte kinderen worden ongeveer twee keer zo vaak gerapporteerd als witte kinderen. Eenmaal gerapporteerd, is de kans groter dat zaken met zwarte kinderen worden geaccepteerd voor onderzoek, worden bevestigd, voor de rechter worden gebracht, resulteren in verwijdering van de kinderen uit hun families voor langere tijd en langer duren om te worden gesloten, mogelijk gerelateerd aan surveillancebias. Meerdere punten in dit proces zijn onderhevig aan vooroordelen.

Question 7

wat moet er gedaan worden aan artsen en discriminatie

Answer 7

• Kinderartsen hebben voortdurende educatie nodig met uitgebreide info over definities, indicatoren van kindermishandeling, raciale disproportionaliteit en systemische en impliciete vooroordelen
• Standaardhulpmiddelen (screeningsprotocollen en klinische richtlijnen) kunnen onafhankelijk van de mening van de clinicus helpen om objectief een besluit te nemen
• Persoonlijke kennis en vooroordelen erkennen en reflecteren mbt kindermishandeling

Question 8

waarom kan het voor migranten gezinnen lastig zijn om hulp te zoeken bij opvoed problematiek

Answer 8

• Angst voor uit huis plaatsen van kinderen
• Wantrouwen ten aanzien van professionals en hulpverlenende instanties
• Negatieve ervaringen met overheidsbemoeienis in het land van herkomst
• Het onvoldoende beheersen van de Nederlandse taal

Question 9

preparation for bias

Answer 9

Het kind wordt als het ware voorbereid op racisme door de ouders. Dit maakt deel uit van waardenopvoeding.

Question 10

etnische socialisatie

Answer 10

Relatie tot eigen en andere groepen. Cultuur en groepstrots staan hier centraal, de weerbaarheid tegen negatieve beeldvorming en uitsluiting wordt bevorderd en diversiteitsideologie wordt overgedragen door generaties. Het bevordert de etnische identiteit en hangt samen met betere psychosociale uitkomsten bij kinderen. Maakt deel uit van waardenopvoeding.