college 1 Flashcards

een kritische blik op de universiteit en de wetenschap

1
Q

positionaliteit

A

Iemands persoonlijke geschiedenis, inclusief opvoeding, opleiding en werk- en leefomgeving die mede bepaalt hoe iemand denkt en handelt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

verborgen curriculum

A

De verborgen opvattingen en standpunten in het onderwijs en studiemateriaal. Impliciete normen en waarden die (vaak onbewust) in het onderwijs worden overgebracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

gedragswetenschappelijke kennis

A

Gebaseerd op gestandaardiseerde waarnemingen die volgens betrouwbare, controleerbare en herhaalbare methoden zijn uitgevoerd, ook wel empirisch onderzoek genoemd. Ook dit zal echter nooit helemaal neutraal zijn doordat degene die het onderzoek heeft uitgevoerd een positionaliteit heeft. De empirische wetenschap is niet in staat om uitspraken te doen over morele aspecten van maatschappelijke onderwerpen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

objectiviteit

A

Houdt in dat iets losstaat van de waarnemingen of voorkeuren van individuen. Het zijn neutrale feiten. In gedragswetenschap is dit lastig te behalen. Als je een onderzoek uitvoert komen verschillende wetenschappers tot verschillende conclusies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

subjectiviteit

A

Gaat over iemands persoonlijke oordeel of zienswijze. Dit is niet neutraal en gaat over meningen ipv feiten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

woke

A

Begon in de jaren ‘30 met Afrikaans-Amerikanen die aandacht voor racisme in de samenleving wilden. Nu is het een begrip voor het creëren van bewustzijn omtrent sociale onrechtvaardigheid in de samenleving. Wordt tegenwoordig in verband gebracht met doorgeslagen politieke correctheid, cancelcultuur en zelfs gedwongen censuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

indoctrinatie

A

Houdt in dat er manipulatie plaatsvindt door middel van twee criteria:
1. Het systematisch en eenzijdig onderwijzen van aanvechtbare overtuigingen.
2. Met de bedoeling dat deze kritiekloos worden aanvaard.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

dekolonisatie en drie redenen hiervoor in het onderwijs

A

Verwijst naar een proces gericht op het afbreken van koloniale machtsstructuren. Het in stand houden hiervan heet kolonialiteit. Drie redenen die voorstanders van dekolonisatie in het onderwijs geven:
1. Kritiek op eurocentrisme.
2. Er is sprake van dekoloniale kennis.
3. Er is sprake van machtsstructuren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

kritiek op eurocentrisme

A

Dit houdt in dat er te veel nadruk is op de Europese cultuur en westerse ideeën en theorieën, zonder dat er rekening wordt gehouden met de invloeden van andere culturen. Het Europese perspectief komt te veel terug in lesstof, vraagstellingen, methoden en concepten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

dekoloniale kennis (als reden voor dekolonisatie in het onderwijs)

A

Er is een ongelijke waardering van verschillende soorten kennis, zoals de kennis uit niet westerse landen of ervaringskennis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

machtsstructuren (als reden voor dekolonisatie in het onderwijs)

A

Sommige mensen en groepen hebben wel een stem in het beleid van de universiteit terwijl andere dat niet hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

cancelcultuur

A

Wat hier NIET onder vallen zijn zaken zoals iemand buitensluiten vanwege een misdrijf dat hij heeft gepleegd of het cancelen van culturele concepten zoals sinterklaas. Dit valt meer onder een verschuiving van ideologie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

dekolonisatie in wetenschappelijk onderzoek

A

In wetenschappelijk onderzoek wordt meer over cultuur en regio’s geschreven dan over etniciteit en huidskleur. Het weinige onderzoek dat wel aandacht besteed aan gemarginaliseerde groepen heeft echter bewezen dat ontwikkelingsfases, opvoedingsmodellen, onderwijservaringen en hulpbehoeften universeel hetzelfde zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

WEIRD

A

Western Educated Industrialized Rich and Democratic. Maar 20% behoort tot deze groep. Nog een kleiner percentage doet de steekproeven, want het is meestal de middelklasse die deze steekproeven neemt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Majority World

A

De meerderheid van de wereld, die niet tot WEIRD en de middelklasse behoort.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

deficit perspective

A

Ofwel victim blaming. Hierbij wordt er gekeken naar individuen ipv het systeem. Men geeft de individuen de schuld van iets, terwijl het systeem ervoor zorgt dat ze zich zo gedragen. Hierbinnen ligt een grijze vlak: in hoeverre ligt het aan het individu en hoeveel kan hij eraan doen en in hoeverre ligt het aan het systeem en moet het systeem veranderen?

17
Q

strength based approach

A

In plaats van een deficit perspective waarbij wordt gekeken naar wat mensen niet kunnen, wordt er hierbij gekeken naar wat mensen wel kunnen en worden mogelijkheden onderzocht om te kijken hoe de omgeving positief aangepast kan worden.

18
Q

Paulo Freire

A

Eén van de belangrijkste grondleggers van de kritische pedagogiek. Hij had het over banking education en conscientizacão.

19
Q

banking education

A

Dat de overheid en de scholen geen aandacht hadden voor de problemen van armere bewoners. De leerling werd gezien als een passief object dat geen invloed kon hebben op het verbeteren van het onderwijs, maar werd gewoon als een spaarpot gevuld met informatie.

20
Q

conscientizacão

A

Een onderwijsvorm die het belang van burgerschap en politiek bewustzijn benadrukt. Eerder werd de leerling namelijk gezien als een passief object dat geen invloed kon hebben op het verbeteren van het onderwijs. Als oplossing hierop ontwikkelde Paulo Freire conscientizacão. Het ingrijpen in de werkelijkheid met als doel deze te veranderen.

21
Q

kritiek op evidence-based interventies

A

Hoewel het zorgt voor snelle en effectieve hulpverlening, vinden sommige mensen dat het niet neutraal is, aangezien de meetinstrumenten vanuit de sociaal-culturele context van de maker komen. Ook is er een gebrek aan aandacht voor:
1. Opvoedcontext, normen en waarden van het gezin
2. Impliciete normen over wat goed en fout is
3. Inzichten van professionals uit de praktijk

22
Q

Postkoloniale migratie

A

Indonesië, Antillen en Suriname.

23
Q

Gastarbeidsmigratie, gezinshereniging en huwelijksmigratie

A

Turkije en Marokko.

24
Q

Vluchtelingen

A

Irak, Afghanistan, Somalië en Syrië.

25
EU-arbeidsmigratie
Vooral uit Oost-Europese landen, zoals Polen, Roemenië en Bulgarije sinds 2010.
26
zelfonderdrukking
Wanneer mensen zichzelf kleinhouden door verkeerde overtuigingen.