college 4 Flashcards

Het onderwijs

1
Q

segregatie in Nederland

A

Relatief hoog, komt bv voor in het basisonderwijs (wat voor een kwart komt doordat ouders niet de buurtschool kiezen en verder doordat men gescheiden woont), vervolgopleidingen, inkomen en etniciteit. Segregatie in het basisonderwijs komt vooral omdat ouders niet voor de buurtschool kiezen en omdat men gescheiden woont. De segregatie naar opleidingsniveau en inkomen nam de afgelopen jaren toe en die van etnische achtergrond nam af.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

dissimilariteitsindex

A

Een maat voor hoe gesegregeerd scholen zijn. Wordt berekend door de percentages van leerlingen die van school moeten wisselen om tot een evenwichtige verdeling te komen. Bv als het helemaal eerlijk is verdeeld, hoeft niemand te wisselen en is het 0. Als het helemaal gesegregeerd is, moet 50% van de ene school en 50% van de andere school wisselen, dus 100%.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

het dissimilariteitsindex in Nederland

A

Tussen de 40% en 60%. Dit kan gedeeltelijk verklaard worden door de woonlocatie, maar ook door schoolkeuze. Ouders kiezen namelijk voor een school met leerlingen van dezelfde achtergrond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

etnische segregatie

A

Begint met de migratie naar Nederland in de jaren 60’ en 70’. Mensen zoeken hun eigen cultuur op en er is een actief beleid dat bepaalt wie waar mag wonen. Ook de witte vlucht en de toelatingspraktijk zorgden voor etnische segregatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

witte vlucht

A

Na de migratie uit de jaren 60’ en 70’ brengen witte ouders jun witte kinderen naar witte scholen buiten het woongebied. Deze witte scholen hebben vaak een toelatingspraktijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

toelatingspraktijk

A

Witte scholen hebben dit, waardoor de toegang van migrantenkinderen werd belemmerd, wat leidde tot schoolsegregatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

ideologische segregatie

A

Gebeurt door artikel 23 van de grondwet. Hierdoor ontstaat schoolsegregatie, aangezien ouders sneller kiezen voor een school met een overeenkomende levensovertuiging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

artikel 23 van de grondwet

A

Nederland heeft ‘vrijheid van onderwijs’. Dit betekent dat alle scholen, openbaar en bijzonder, gelijk worden bekostigd en dat iedereen vrijheid heeft in de richting en inrichting van scholen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

argumenten voor artikel 23

A
  1. Voorkomt staatsonderwijs.
  2. Waarborgt het belang van de eigen keuze van ouders.
  3. Neutraal onderwijs bestaat niet.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

argumenten tegen artikel 23

A
  1. Segregatie vermindert maatschappelijke cohesie. Contact is belangrijk om vooroordelen te verminderen.
  2. Staat op gespannen voet met artikel 1 (iedereen die zich in Nederland bevindt moet in gelijke gevallen gelijk worden behandeld).
  3. De autonomie van leerlingen wordt ingeperkt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

extended contact

A

Wanneer een vriend van jou bevriend is met mensen uit een andere groep. Dit vermindert al vooroordelen en stereotypen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

kleurenblindheid voordelen en nadelen

A

Voordelen: lijkt een geruststellend idee en voorkomt ongemakkelijke gesprekken.
Nadelen: Maakt van verschillen een taboe, maakt praten over racisme bijna onmogelijk en ontkent betekenisvolle aspecten van iemands identiteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Multiculturalisme voordelen en nadelen

A

Voordelen: hangt samen met positievere interetnische relaties.
Nadelen: niet verbindend genoeg, bevordert hokjesdenken (doordat er op verschillen wordt gelet) en geeft een naïef en simplistisch beeld van de werkelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

interculturalisme voordelen en nadelen

A

Voordelen: meer oog voor uitdagingen in een multiculturele samenleving.
Nadelen: het dialoog kan niet gelijkwaardig zijn in een systeem van onrechtvaardigheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

polyculturalisme voordelen en nadelen

A

Voordelen: hangt samen met meer steun voor diversiteit bij witte mensen.
Nadelen: de wederzijdse beïnvloeding was vaak vooral positief voor witte mensen, niet voor mensen van kleur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

contact theory

A

Bedacht door Allport in 1954. Goed contact met mensen uit andere culturele, etnische of religieuze groepen zorgt voor minder vooroordelen.

13
Q

vraagstukken die samengaan met grote verscheidenheid in de samenleving

A

Grote verscheidenheid kan de sociale cohesie verminderen. Dit kan zich manifesteren in vervreemding, vooroordelen, onbegrip, discriminatie en uitsluiting. Dat kan op zijn beurt weer zorgen voor een slechtere gezondheid, minder kansen op de arbeidsmarkt en het afhaken van mensen van hun werk, de samenleving of de politiek.

13
Q

verband tussen het institutionaliseringsproces en de vraag naar eigen scholen

A

Omdat nieuwe burgers zich meer bewust worden van hun vrijheid en rechten door het institutionaliseringsproces, richten ze eigen scholen op. Het is echter ook deels het gevolg van onvrede over de situatie op bestaande scholen. Hierdoor zijn er 50 islamitische scholen en 4 hindoescholen.

13
Q

invloed van klascompositie

A

Het heeft geen invloed op cognitieve (toetsscores) en niet-cognitieve (sociaal-emotionele aspecten zoals cognitief zelfvertrouwen en taakmotivatie) leeropbrengsten bij kinderen. Echter verhoogt een hoog percentage migrantenkinderen wel de burgerschapsvaardigheden voor zowel de leerlingen uit autochtone groepen als die uit minderheidsgroepen .

14
Q

institutioneel racisme in het onderwijs

A

Door lage leerkrachtverwachtingen voor migrantenkinderen, onderpresteren die kinderen ook. Ook doet de leraar dan niet zijn best om de leerling te helpen en zal hij de leerling ook lager beoordelen.

15
Q

Antilliaanse achtergrond

A

Bij deze leerlingen is er een onverklaarde reden voor de gemiddeld slechtere prestaties. Het zou kunnen komen door gezinskenmerken (aantal ouders + opleiding, werk en taalvaardigheid van ouders), door een slechtere kwaliteit van onderwijs (door bv lerarentekort op hun scholen) of door lerarenverwachtingen.

16
Q

diversiteit en representatie in schoolboeken

A

Op afbeeldingen van schoolboeken zijn personages van kleur goed vertegenwoordigd, soms zelf oververtegenwoordigd. Echter kwamen ze er in de tekst karig van af. De overgrote meerderheid van de namen in opgaven is oer-Hollands en ook in langere teksten met achtergrondinfo komen ze weinig voor. Onder personages met een beroep kwamen ze nog minder voor en personages met een beroep met hoge status nóg minder. Onder topsporters waren er overdreven veel van.

17
Q

waarom meertaligheid op school

A
  1. Taalkundig perspectief: het stimuleert de Nederlandse taal vaardigheden, vanwege gemeenschappelijke onderliggende vaardigheden bij de tweede taal.
  2. Neurologisch perspectief: tweetalige kinderen ontwikkelen cognitieve mechanismen waarmee ze voortdurend controleren welke taal ze spreken. De hersenen worden beter getraind.
  3. Sociologisch perspectief: minderheden die de moedertaal ook leren kunnen banden houden met familie en de gemeenschap.
18
Q

waarom geen meertaligheid op school

A
  1. Het zorgt voor groepsvorming.
  2. Er is een duidelijk verschil in de onderwijsprestaties van anderstalige en Nederlandstalige leerlingen.
19
economisch perspectief op meertaligheid
Het idee dat talen van de migratie geen economische meerwaarde hebben, omdat de hoofdtaal van het land meer economische meerwaarde heeft, klopt niet. Immigranten die de moedertaal beter beheersen verdienen meer dan de immigranten die de moedertaal vergeten.