College 4, hoofdstuk 6: Memory Flashcards
Duitse psycholoog Ebbinghaus
Heeft veel experimenten gedaan naar geheugen, gebruikte vooral zichzelf als proefpersoon.
Onderzocht werking van geheugen door zichzelf onzinwoorden en lettergrepen te leren zonder gebeurtenis en te herhalen. Na 1 uur al groot deel van aangeleerde woorden vergeten, rest na 2 tot 31 dagen vergeten.
Geheugen vergeleken met harde schijf
Werking en opslag:
- geheugenprocessen en -modellen
- korte/lange termijn en werkgeheugen
Werking en opslag;
van stimulus tot onthouden & ophalen
- Encoding
van waarneming tot geheugen (zintuig) - Storage
opslaan in onderdeel LT-geheugen - Retrieval
ophalen informatie uit geheugen
Encoding
(werking)
Proces waarbij informatie (zintuigelijke waarneming) in een vorm wordt gebracht die het geheugensysteem kan accepteren en gebruiken.
- Auditory memory (acoustic memory): stimuli als geluid
- Visual memory: stimuli als beeld
- Semantic memory: algemene kennis over de wereld
Storage
(opslag geheugen)
Proces waarbij informatie in het geheugensysteem in de loop van de tijd wordt vastgehouden.
Retrieval
(werking en opslag geheugen)
Proces van het vinden van informatie die in het geheugen is opgeslagen.
- Recall: mentale zoektocht
- Recognition: mentale vertrouwdheid
Recall
(retrieval)
Ophalen van informatie die in het geheugen is opgeslagen zonder cues.
= Mentale zoektocht
Recognition/herkenning
(retrieval)
Ophalen van informatie die in het geheugen is opgeslagen met cues.
= Mentale vertrouwdheid, makkelijker op te halen d.m.v. cues
Lange termijn geheugen
(LT-geheugen, type geheugen)
Vermogen om informatie minstens een paar dagen of zo lang als tientallen jaren te handhaven.
- Expliciet: semantisch & episodisch
- Implicitiet: procedureel & priming
Expliciet geheugen
(LT-geheugen, type geheugen -> recall)
Bewust moeite doen om info uit geheugen te halen (BV: tentamen)
- Semantisch: feiten & kennis
- Episodisch: ervaringen eigen leven
Impliciet geheugen
(LT-geheugen, type geheugen -> recognition)
Niet bewust moeite doen om info uit geheugen te halen
- Procedureel: vaardigheden (fietsen)
- Priming: info op onbewuste manier in geheugen dat later je gedrag kan beïnvloeden
Modellen over geheugen
Zeggen iets over hoe geheugen werkt, bekijken het van een ander perspectief. Ze sluiten elkaar niet uit, maar gaan nét over een ander aspect.
Opslaan & onthouden:
1. levels of processing model
2. transfer appropriate processing model
Hoe & waar opslaan:
3. Neural network model
4. Multiple memory systems model
5. Information processing model
- Levels of processing model -> diepte van verwerking nieuwe info
(opslaan & onthouden)
Geheugen afhankelijk is van de mate waarin info wordt geëncodeerd en wordt verwerkt wanneer je het voor het eerst tegenkomt
- Maintenance rehearsal: herhalen -> alleen STM effectief
- Elaborative rehearsal: nieuwe info linken oude info-> ook LT effectief
- Transfer-appropriate processing model -> relatie encodreren & ophalen
(opslaan & onthouden)
Geheugen afhankelijk is van hoe encoderen matched met wat later wordt opgehaald.
VB: als je ervanuit gaat dat je een MC toets krijgt, leer je op deze manier voor de toets. Als dit dan uiteindelijk niet het geval is zal je slechter presteren omdat je informatie hebt geëncodeerd om het op een bepaalde manier weer op te halen.
- Neural network model -> nieuwe info veranderd gehele basiskennis
(hoe & waar opslaan)
Leren van nieuwe informatie/nieuwe ervaringen “the overall knowledge’ van een mensen verandert.
- Relaties feiten/ervaringen
- Nieuw feit zorgt voor kennistoename hele thema
- Parallel Distributed Processing: allemaal cellen in een netwerk en die werken parallel aan elkaar.