College 3, hoofdstuk 7: Thought and language Flashcards
Denken
Manipulatie van mentale representaties, dus hoe ons gedrag beïnvloed wordt; nemen van beslissingen en problemen oplossen.
Taal
Symbolen, en een reeks regels om deze te combineren, die worden gebruikt als communicatiemiddel. Dit is de verantwoording achter denken; waarom wilt iemand iets op een bepaalde manier.
5 cognitieve bewerkingen van Denken
- Beschrijven
- Elaboreren; verwijst naar een diepe verwerking van informatie. Dit komt neer op koppelen van nieuwe informatie aan reeds verworven kennis die is opgeslagen in het langetermijngeheugen.
- Beslissen
- Plannen
- Reageren -> verandering in gedrag
Information-processing system
(Informatie verwerkingsmodel)
Mechanismen voor het ontvangen van informatie, het weergeven ervan met symbolen en het manipuleren ervan.
(Incoming stimulus processing)
1. Sensory processing/memory: zien & horen
!2. Perception: beschrijven en elaboreren -> achtergrondkennis toepassen
!3. Decision making; beslissen & plannen
!4. Response selection; reageren
5. Response execution; reageren
6 methodes om te weten hoe iemand denkt
- Mentale chronometrie
- Elektrische hersenactiviteit meten met EEG
- Oogbewegingen volgen
- Introspectie
- Fouten analyse
- Scans van het brein; FMRI of MEG
Mentale chronometrie
(methode weten hoe iemand denkt)
Hoe lang mentale processen duren (van stimulus tot reactie) met reactietijden.
- Complexity (moeilijker/opties -> duurt langer)
- Stimulus response compatibility (natuurlijke reactie gaat sneller dan onnatuurlijk)
- Verwachtingen (sneller wanneer verwacht is)
- Speed-accuracy tradeoff (meer fouten bij sneller werken)
Elektrische hersenactiviteit meten met EEG
(methode weten hoe iemand denkt)
Bij activiteit gaan bepaalde neuronen werken, waardoor een signaal ontstaat. Een piek of daal in EEG geeft aan dat er een activiteit plaatsvind.
Oogbewegingen volgen
(methode weten hoe iemand denkt)
Kan zien waar aandacht aan besteed wordt.
Introspectie
(methode weten hoe iemand denkt)
Vragen waar een persoon op dat moment aan denkt
Nadelen:
- antwoord zal altijd subjectief zijn
- denken gaat snel, dus je mist onbewuste gedachten als individu
Fouten analyse
(methode weten hoe iemand denkt)
Om te kijken wat er fout gaat bij een mens kan je veel conclusies trekken over een individu.
Scans van het brein met FMRI/MEG
(methode weten hoe iemand denkt)
FMRI foto van je brein, waar welke neuronen actief zijn. MEG is een verhaaltje voorlezen met sensoren op je hoofd, door kleurtjes kunnen ze zien welke gebieden van je hersenen aan het werk zijn.
7 mentale representaties, hier zijn gedachtes van gemaakt
Verzameling beelden en ideeën over één onderwerp.
- Concepts
- Propositions (verband concepten)
- Schema’s (verband concepten)
- Scripts (netwerk concepten)
- Mental models (netwerk concepten)
- Images (netwerk concepten)
- Cognitive map (netwerk concepten)
Concepts
(Mentale representatie, hier zijn gedachten van gemaakt)
Categorieën van dingen/gebeurtenissen/ideeen die eigenschappen gemeen hebben.
- Formele concepten: dit heeft vastgestelde dingen met regels
- Natuurlijke concepten: betekenis kan variëren per persoon (thuis, vogel)
+ Prototype: iets van een natural concept dat wordt gezien als de basis en alles basiskarakteristieken bevat.
Proposition
(Mentale representatie, hier zijn gedachten van gemaakt)
Drukt relatie tussen 2 concepten uit.
VB: concepten Heather en Jason, de proposition die je er aan hebt gelinkt is “dumped”.
Schema’s
(Mentale representatie, hier zijn gedachten van gemaakt)
Generalisaties over categorieën objecten, plaatsen, gebeurtenissen en mensen.
+ Helpt de wereld beter te begrijpen
VB: Als je een vriend zijn auto leent, helpt jouw schema over het woord “auto” om te weten waar het gas en de rem zitten.
Scripts
(Mentale representatie, hier zijn gedachten van gemaakt)
Bepaald type schema over gebeurtenissen die samen een bepaald type activiteiten vormen.
Hier kan optreden;
- script violation: verwachting zorgt voor misinterpretatie van situatie.
VB: Je weet dat je betaald bij een date.
Mental models
(Mentale representatie, hier zijn gedachten van gemaakt)
Het kunnen inbeelden van dingen die je niet voor je ziet.
+ Helpt de wereld beter te begrijpen.
VB: Ik zeg dat ik een rode muur heb met blauwe stippen, dan kun je dit voor je zien.
Images
(Mentale representatie, hier zijn gedachten van gemaakt)
Mentale representatie van visuele informatie.
Cognitive map
(Mentale representatie, hier zijn gedachten van gemaakt)
Mentaal model dat bekende delen van de omgeving representeert, soort ingebouwde google maps.
Aandacht op 2 verschillende manieren:
Overt & covert orienting
(vermogen aandacht geven klein door klein werkgeheugen, wordt gebruikt voor (in)formeel redeneren)
- Overt orienting: iets objectief bekijken en je ogen/hoofd daardoor draaien.
- Covert orienting: selectief ergens je aandacht op focussen zonder dat dit fysiek zichtbaar is.
Werkgeheugen
(Speelt vooral een rol bij actieve denkprocessen)
Tijdelijke opslagplaats van informatie in de hersenen waar ook mee gewerkt wordt.
Reasoning
(denk strategie formal & informal)
Produceren van argumenten om er conclusies uit te kunnen trekken.
Formal reasoning + algoritme & logica
(denkstrategie deductief redeneren)
Logisch redeneren om een argument te vormen en daarmee valide conclusies te verkrijgen. (geheel tot delen)
Dit gaat via;
+ Algoritmes: systematische procedures die onvermijdelijk een correcte oplossing voor een probleem opleveren.
+ Logica: Systeem van formules voor het trekken van geldige conclusies.