College 2, hoofdstuk 5: Learning Flashcards
Respondent conditioning -Pavlov & Watson -> angst
(Klassieke conditionering)
Wanneer een bepaalde stimulus de hele tijd tegelijkertijd wordt gepresenteerd met een andere stimulus koppelen we deze 2 onbewust aan elkaar.
Pavlov vroeg zich af of hij zijn hond ook kon manipuleren dat de hond ook zou kwijlen (ongeconditioneerd respons) bij een andere stimulus die hij associeerde met eten (ongeconditioneerde stimulus). Hij begon iedere dag met een belletje te rinkelen (geconditioneerde stimulus) voor hij zijn hond voer voorzette. Na een tijdje associeerde de hond het belgerinkel met eten dat in aantocht was. Bij gerinkel ging de hond dus kwijlen bij gerinkel, zonder dat er eten kwam (geconditioneerde stimulus).
Little Albert (Watson & Reyner)
Het experiment betrof een 9 maanden oude baby genaamd Albert. Aanvankelijk toonde Albert geen angst voor witte ratten. Watson en Rayner begonnen een luide knal te maken met een hamer op een stalen staaf elke keer dat Albert de rat aanraakte. Na meerdere associaties tussen de rat en het harde geluid, begon Albert te huilen en te proberen weg te kruipen wanneer hij de rat zag, zelfs zonder het geluid.
Respondent extinction
(flooding)
We stellen mensen in een gecontroleerde omgeving bloot aan hun angsten. Dus zonder dat er iets naars gebeurd blootstellen aan de angst.
(je viel van je fiets toen je de spin zag, dus nu ben je bang. Nu ga je in een gecontroleerde situatie in aanraking komen met een spin, zonder negatieve stimulus).
Counterconditioning
(systematic desensitization)
Maak gebruik van positieve stimulus om de angst op te heffen.
5 factoren die succes respondent conditioning bepalen
- Timing -> sneller ongeconditioneerde en geconditioneerde stimulus, des te sneller de koppeling
- Voorspelbaarheid -> als je ALTIJD de ongeconditioneerde en geconditioneerde stimulus samen presenteert, sneller de koppeling
- Biopreparedness -> hoe logisch de koppeling tussen ongeconditioneerde en geconditioneerde stimulus is.
- Signaalsterkte gecon. stimulus
- De aandacht/focus van mens/dier
Operant conditioneren -Thorndike & Skinner -> gedrag/bijgeloof
Proces waarin responses worden geleerd op basis van hun belonende of bestraffende gevolgen
Law of effect -Thorndike
Wet die stelt dat als een reactie in de aanwezigheid van een bepaalde stimulus wordt beloond, de kans groter is dat dezelfde reactie optreedt wanneer die stimulus opnieuw wordt aangetroffen.
Onderzoek met kat in doosje.
Negative reinforcers -Skinner
(Gedrag neemt toe)
Verwijderen van onaangename stimuli (koud -> jas aan -> niet koud krijgen)
Positive reinforcers -Skinner
(Gedrag neemt toe)
Stimuli die DIRECT een response versterken als ze die response volgen
(Kind pesten -> andere kinderen lachen -> pestgedrag neemt toe/herhaalt)
Variabel reinforcers -Skinner
(Gedrag in stand houden)
Het wijzigen van het beloningsgedrag, zoals het verlagen van de beloning of de frequentie, of het vervangen van het type beloning dat wordt gegeven.
Operant extinction -Skinner
(Gedrag neemt af)
Wet die stelt dat als een reactie in de aanwezigheid van een bepaalde stimulus wordt beloond, de kans groter is dat dezelfde reactie optreedt wanneer die stimulus opnieuw wordt aangetroffen.
Onderzoek met kat in doosje.
Zorgen dat je van gedrag afkomt door geen positieve reinforcement te geven.
Shaping -Skinner
Versterking van gewenst gedrag door geven van positive/negative reinforcement.
Learned helplesness -Seligman
(Gedrag dat kan voortkomen uit operant conditioneren)
Proces waarbij een persoon of dier stopt met proberen controle uit te oefenen nadat de ervaring heeft uitgewezen dat er geen controle mogelijk is.
Bijgeloof
Gedrag dat niet in relatie staat met het ontvangen van een positive reinforcer.
Ooit is er iets “goeds” gebeurd, dat koppelen aan stimulus waardoor deze koppeling wordt gemaakt.
Straf -> werkt direct
Presentatie van een aversieve stimulus (positive punishment) of het verwijderen van een aangename stimulus na bepaald gedrag (negative punishment)
Negatieve gevolgen straf
- Veroorzaakt verdriet
- Veroorzaakt agressie
- Personen en plekken worden geconditioneerde straffen
- Kinderen imiteren straffen
- Straf kan leiden tot masochisme (plezier beleeft aan het ondervinden van pijn of vernederingen)
Social learning -Bandura
-> agressie
We leren door wat we om ons heen zien zonder het zelf mee te hoeven maken.
(Mirror neurons hersenen zorgen ervoor dat ervaring zien doen & zelf doen bijna hetzelfde is)
Modeling
We baseren een groot deel van ons gedrag op het gedrag van anderen om ons heen.
BOBOdoll-experiment
Deviancy training -Dishion
Het groepsproces waarbij jongeren elkaar versterken in ongewenst gedrag en criminaliteit.
Belang modeling bij behandeling
- Goede rolmodellen
- Omgeving moet gewenst gedrag laten zien
- Ongewenst gedrag omgeving zoveel mogelijk uitsluiten
- Rollenspellen
- Superhero-thearpy; badman heeft ook nare dingen meegemaakt en hij probeert nu iets positiefs te doen
-> meerder succesvolle en populaire modellen
Novel stimuli
Dingen die we nog niet eerder hebben ervaren.