College 4 Een patiënt met reumatoïde artritis (patiënt demonstratie 2) Flashcards

1
Q

wat is RA?

A

chronische inflammatoire auto-immuun aandoening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is kenmerkend voor RA?

A

Aangedane gewrichten (poly):
- kleine hand- en voetgewrichten
- symmetrisch

klachten: inflammatoir
- ochtendstijfheid
- afname klachten bij beweging
- pijn hevigst in de nacht (in rust)

LO:
- aanwijzingen voor artritis
a) roodheid
b) zwelling
c) pijn
d) warmte
e) functieverlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bij wie komt RA het meest voor?

A

Piekincidentie:
Vrouwen: 50-60 jaar
Mannen: > 70 jaar

Vrouw:Man = 3:1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe vaak komt RA voor?

A

Prevalentie: 0,5-1%
Incidentie: 0,5-0,9/1000/jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

is er een familiair component bij RA?

A

1e raadsfamilieleden hebben een 2-10x verhoogd risico tov normale populatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is de prognose van RA?

A

Onbehandeld: 6-7 jaar kortere levensverwachting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de diagnostiek van RA?

A
  1. anamnese: inflammatoire klachten
  2. LO: ontstekingskenmerken
    1&2 –> MEEST belangrijk voor diagnose
  3. AO: aanvullend en vooral prognostisch
    a): Lab:
    - CRP
    - Reumafactor
    - ACPA of anti-CCP test
    b) X:
    - zwelling weke delen
    - versmalling KB
    - Peri-articulaire ontkalking
    - erosies (hapjes uit bot)
    –> GEEN nieuwvorming van bot (meer artrose)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is de betekenis van de markers in het bloed bij RA?

A
  1. Reumafactor:
    a) Ab tegen Fc gedeelte van IgG
    b) bij: 55-70% RA aanwezig
    c) sens 60-70%
    Spec 50-90%
  2. ACPA of anti-CCP:
    a) = Ab tegen gecitrullineerde eiwitten (citrullisatie versterkt door roken)
    b) bij: 55-65% van de mensen aanwezig
    c) sens 70-80%
    spec 88-96%

–> Kunnen beiden al jaren aanwezig zijn voordat de RA zich ontwikkelt/uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is prognostisch een ongunstige factor?

A
  • Aanwezigheid van Ab is een voorteken voor een slechte prognose
  • erosies
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe werkt de ontwikkeling van anti-CCP?

A
  • modificatie eiwit
  • daarna citrullinatie door
    enzym PAD
  • gecitrullineerde eiwitten worden herkend door IS
  • Ab tegen maken
  • ontstekingen mn in gewrichten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is een sterk beïnvloedende factor op het ontstaan van anti-CCP en hoe werkt dat?

A

Roken –> actiever maken van PAD –> meer citrullinatie van eiwitten –> eerder herkenning door IS –> meer ontstekingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn belangrijke criteria voor de diagnose RA?

A
  1. betrokkenheid gewrichten
    a) 1 groot gewricht: 0 pt
    b) 2-10 grote
    c) 1-3 kleine
    d) 4-10 kleine
    e) > 10 kleine: 5 pt
  2. serologie
    a) geen positief: 0 pt
    b) RF of anti-CCP met lage titer
    c) RF of anti-CCP met hoge titer: 3 pt
  3. duur symptomen
    a) < 6 wk: 0 pt
    b) > 6 wk: 1 pt
  4. acute fase eiwitten
    a) Geena afwijkingen: 0 pt
    b) Abnormaal CRP of ESR (erytrocyt sedimentatie rate): 1 pt

Als ≥ 6 dan RA
Als < 6 –> diagnose RA niet met zekerheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is de behandeling van RA?

A
  1. vroeg herkennen: snel en krachtig behandelen en vroeg erbij zijn –> betere uitkomst en minder schade
    60% vaker in remissie
    20-30% helemaal medicatievrij
  2. treat to target: door behandelen tot ziekte rustig is
  3. medicatie afbouwen
  • intensieve therapie
  • targeted therapy
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe bekijken we de ziekteactiviteit bij RA?

A

Disease activity score: DAS28
- aantal pijnlijke gewrichten
- aantal gezwellen gewrichten
- BSE
- algemene gezondheid via VAS
–> kijken naar 28 gewrichten

a) schouders 2
b) ellebogen 2
c) PIP 10
d) MCP 10
e) pols 2
f) knie 2
= 28
NADEEL: voeten worden niet meegenomen!!!

Formule –> score van 0-10
0-2,6 = remissie
2,6-3,2 = lage ziekteactiviteit
3,2-5,1 = matige ziekteactiviteit
5,1-10 = hoge ziekteactiviteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Vanaf welke DAS28 score moet de behandeling aangepast worden? wat doen we bij een remissie?

A

Matige ziekteactiviteit > 3,2

remissie: kijken of medicatie afgebouwd kan Woden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is de pathofysiologie van RA?

A
  • AIZ
  • cytokines: op receptoren waardoor intra-cellulaire cascade voor meer eiwitten
    Vooral
    a) TNF-a
    b) IL-6
    c) IL-23
    d) IL-17
17
Q

wat is het behandelpad van RA?

A
  1. NSAIDs en GCCS
  2. csDMARDs = traditionele disease modifying anti-reumatische drugs
  3. bDMARDs = biologicals en tsDMARDS = targeted
18
Q

Wat doen GCCS bij RA?

A
  • snelle verlichting pijn
  • voorkomen radiologische progressie bij langdurig gebruik
  • overbruggingstherapie voordat DMARDs gaan werken –> vaak 3 mnd
19
Q

wat zijn de DMARDs?

A

= disease modifying anti-reumatische drugs
Voor: remmen ziekte en voorkomen schade

LET OP: duurt enkele mnd voordat actief (ong 3 mnd)

  • methotrexaat (MTX): 1x/wk
  • sulfasalazine (SASP: 2x/dag
  • leflunomide (LEF)
  • hydroxychloroquine (HCQ): oorspronkelijk anti-malaria
  • azathioprine en goudverbindingen –> minder gebruikt tegenwoordig
20
Q

wat zijn bijwerkingen van de DMARDs?

A
  • GI-klachten
  • huidafwijkingen
  • allergische reacties
  • lab-afwijkingen
    a) anemie, trombopenie, leukopenie
    b) levertestafwijkingen
21
Q

wat doen de bDMARDs?

A

Biologicals –> MABs die heel specifiek 1 eiwit in een pathway kunnen blokkeren

2/3 van de patienten reageert
1/3 niet

Belangrijkste bij RA: anti-TNFa
- infliximab
- etanercept
- adalimumab
- golimumab
- certrolizumab

22
Q

wat doen de tDMARDs?

A

Target therapy (nieuw)
- werken intracellulair
= JAK-remmers
hierdoor kan
- STAT niet meer geactiveerd worden
- niet eiwit synthese initiëren

Effect: op verschillende pathways

Klassieke pathways werken vaak op 1 specifieke pathway en niet op meerderen

23
Q

wat is het effect van:
- tocillizumab
- retuximab
- abatacept
- anakinra
- sarlumab

A
  • tocillizumab: blokkeren IL6-R (vrij en in membraan)
  • retuximab: B-cel depletie
  • abatacept: bindt CD80/86 en voorkomt costimulatoire signalen op T-cel (en B-cel)
  • anakinra: Blokkeert IL-1R door binding
  • sarlumab: blokkeren IL6-R (vrij en in membraan)
24
Q

wat is nadelig aan de medicatie die wordt gegeven bij RA?

A

Zeer krachtig, maar niet specifiek voor RA waardoor hele IS wordt aangepakt

25
Q

wat is het gevolg van de medicatie voor RA?

A

Mensen zijn gevoeliger voor bvb BLWI of andere infecties

–> Screening voor TBC –> als aanwezig is dit behandelen

Reacties op injectieplaatsen

maligniteiten vn BCC

lagere vaccinatierespons

GEEN levende vaccinaties geven

26
Q

Waarmee wordt de behandeling voor RA gestart?

A
  • MTX
  • orale GCCS
27
Q

Wat doet MTX?

A
  • opgenomen in cel
  • polyglutamering
  • afremmen eiwitten die belangrijk zijn bij de cytokine productie
  • waardoor bvb minder TNF
28
Q

wat zijn de toepassingen van MTX?

A
  • hoge dosis: chemo/celdodend
  • lage dosis: anti-inflammatoir
  • start met tm 10 mg 1x/wk
  • snelle dosis escalatie
  • Bij GI-klachten of ineffectiviteit: overwegen switchen naar subcutaan

Injecteren: minder misselijkheid
Oraal: prettiger voor patient

29
Q

Wat moet je meewegen met de kosten effectiviteit van de behandeling van RA?

A
  • kosten behandeling
  • maatschappelijke kosten (meest) –> werkeloosheid, ziekteverzuim, uitval
30
Q

Hoe verloopt de behandeling van RA?

A

stap 1: GCCS + dsDMARDs (MTX)
stap 2 bij actieve ziekte: anti-TNF
stap 3 bij nog steeds actief:
+ nog een anti-TNF
OF een ander middel

  • rustige ziekte: door met medicatie
  • blijvende remissie: langzaam afbouwen
    LET OP: opvlammen ziekte
31
Q

waarom doen we liever combinatietherapie ipv enkel MTX?

A
  • minder ziektelast
  • sneller bereiken behandeldoel
  • minder biologicals nodig voor doel handhaven
  • geen verschil in radiologische schade
  • geen verschil in ernstige bijwerkingen
  • lagere kosten
  • gewaarborgde arbeidsproductiviteit
32
Q

wat is de FU bij RA?

A
  • compliance neemt af over de tijd
  • 3 maandelijks op poli
  • monitoring activiteit ziekte en lab (bloedbeeld, CRP, BSE, kreatinine, ALAT)