College 2 Artritis en osteomyelitis Flashcards

1
Q

Welke vormen van osteomyelitis zijn er?

A

HOEFT NIET ALLEMAAL TE LEREN

  1. acute of hematogene OM: > 90%
  2. subacute of focale OM: na ongelukken, trauma’s, bijtwonden of steekletsel
    MO: pseudomonas
  3. chronische OM: bij diabetische voet of onbehandelde OM
    - pussende wond
    - langzaam beloop
  4. postoperatieve OM
    - oppervlakkig gelegen botten (stermum)
    - MO: huidflora (s epidermidis)
    - typisch 1-2 wk post-OK
  5. neonatale OM:
    - agressief beloop
    - multifocaal
    –> Snel hematogene verspreiding (door slechte afweer neonaat)
    MO: s. aureus, gram- MO
    - Andere zijn vaker focaal en dit is multi-focaaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de pathogene van een acute OM?

A
  • vanuit keel of huidinfectie (bvb krentenbaard) of open wond
  • bacterie in bloedbaan
  • via bloedvaatjes naar metafyse (tussenstuk tussen epifyse en diafyse)
  • trage bloedstroom door capillairbed EN vaatrijk
  • fenestraties in endotheel en weinig Mf
  • hechtingsreceptoren op bacterie (bvb s. aureus)
  • holletje maken
  • uitgroei bacteriële producten (IC komen hier slecht bij)
  • release van bacteriele producten –> malaise en koorts (door cytokines als reactie van IS)
  • occlusie van bloedvaten –> necrose en sekwestervorming –> toename druk in bot –> pijn
  • influx neutrofielen
  • pus via Haverse systeem en kanalen van Volkmann naar subperiostaal geperst –> tumor en rubor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer krijgt men symptomen van een acute OM?

A

Pas als bij botvlies komt (dus naar buiten) –> bestaat dan wel al even

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn symptomen van een acute OM?

A
  1. Niet belasten/bewegen van aangedane ledemaat!!!! = alarmsignaal
    - koorts
    - malaise
    - lokale drukpijn –> vroeg symptoom
    - tumor en rubor: PAS als pus naar subperiostaal wordt gedrukt!!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waarvan zijn de symptomen afhankelijk?

A

Begrenzingen
- uitbreiding naar subperiostaal
- uitbreiding naar gewricht –> Itt volwassen waarbij dit bijna nooit gebeurt gebeurt dit bij kinderen wel vaker!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wanneer is het IS van een kind gelijkend met die van een VW?

A

Va 7 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke gewrichten zijn gevoelig voor de doorbraak van een OM?

A

Schouder en heup –> kapsel gewricht. ligt over de metafyse heen –> snelle doorbraak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is een complicatie die we bij kinderen willen voorkomen?

A

uitbreiding naar gewricht (artritis) –> meer kans op schade (Door destructie van kraakbeen –> herstelt slecht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Bij wie komt acute OM het meest voor?

A

jonge kinderen (2-5 jarigen) –> hebben nog slechtere afweer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waarom is de epifyse en diafyse minder gevoelig voor OM?

A

Omdat hier sterker doorbloed waardoor meer neutrofielen die bacterie kunnen opruimen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is de locatie van acute OM?

A
  • vooral lange pijpbeenderen
    70% in humerus, femur en tibia

–> via collaterale ook zaaiing naar gewricht mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is de diagnostiek van een OM?

A
  • vooral klachten
  • infectieparameters: CRP, BSE, Leuko’s
  • kweken: bloed (LET OP: als AB gegeven al kan fout-negatief), biopt, pus uit fistel en synoviale vloeistof
  • beeldvorming
    a) röntgenfoto: pas afwijkingen in laat stadium –> in vroeg stadium GEEN afwijkingen vaak
    b) echo
    c) MRI: beste diagnostiek –> DUUR en niet altijd beschikbaar + narcose –> vaak niet doen
    d) CT
    e) 99Tc-scan
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn afwijkingen die zichtbaar zijn op een X? Waarvoor is het nog meer nuttig?

A

LAAT:
- ophelderingen
- periostveranderingen
- sekwester vorming

Nevenindicatie: uitsluiten fractuur en maligniteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat kunnen we zien op een echo bij een OM? wat is de waarde?

A

Sensitief bij ervaren radioloog

  • periost verdikking
  • hypogene zones
  • zeer geschikt indien ook artritis
  • ook voor echogeleide punctie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is de waarde van de MRI (en CT) bij OM?

A
  • heel sensitief ook in de vroege fase!
  • beste techniek (MRI)
  • bij twijfelgevallen inzetten
  • vooral voor WK en bekken
  • aankleuren oedeem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is de 99Tc-scan bij OM?

A

Technetium scan
- indien onduidelijk beeld
- als < 1 jaar voor uitsluiten poly-OM
- zelden gebruikt
- via infuus
- geen narcose
- verhoogde bot ombouw zichtbaar maken

  • al in vroege fase positief
  • geschikt voor febris ecg (koorts)
  • geschikt bij vooral multifocale vormen (neonaten)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat zijn de vaak voorkomende verwekkers van OM?

A
  • S. aureus voor > 90% –> CAVE: kan ook endocarditis geven bij kinderen
  • Kingella kingae: steeds vaker voorkomen, ook bij jonge kinderen juist
    –> milder beeld en geen endocarditis
  • andere verwekkers afhankelijk onderliggende pathologie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat is de behandeling van een acute OM?

A
  1. AB op s. aureus (fluclox)
    - eerst IV, later PO
    - voor 3-4 wk
  2. chirurgische drainage indien:
    - combi met artritis
    - chronische OM
    - sekwestervorming (abces) –> gaat niet weg met AB
  3. spoelen bij secundaire artritis mn bij heup omdat weinig ruimte
    —> Pus kan schade geven aan kraakbeen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wat zijn complicaties van acute OM?

A
  • artritis
  • sekwester
  • fistels
  • recidief OM: ong 4%
  • chronische OM
  • groeiremming aangedane pijpbeenderen (epifysairschijf)
  • pathologische ffracturen
    –> komen niet vaak meer voor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

wat is bepalend voor de prognose?

A
  • snelle diagnose
  • adequate AB behandeling
  • zo nodig drainage
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

wat geeft vaak de meest problemen bij een OM? Wat betekent dit?

A

Betrokkenheid van
- heupgewricht
- schoudergewricht
–> redenen om eerder in te grijpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat komt bij VW voor ipv OM?

A

Septische artritis –> vaak bacterieel

23
Q

wat zijn de subtypes van Septische artritis?

A
  • normale bacteriële artritis
  • gonococcen artritis
  • mycobacteriele artritis
24
Q

wat zijn de meest bekende verwekkers van Septische artritis?

A
  • s. aureus 60%
  • ß-hemolytische streptokok: 10-30%
  • overige gram- staven
25
Q

voor welke bacterien moeten we indekken bij empirische behandeling van een Septische artritis?

A
  • s. aureus
  • gram- staven
26
Q

wat zijn kenmerken van een Septische artritis?

A
  • acuut ontstaan
  • zieke patient
  • koorts
  • ontstekingsparameters in bloed verhoogd (CAVE: bij prednison wel, maar bij biologicals niet altijd!!)
  • 80-90% mono-articulair
27
Q

wat is de simpelste test voor een artritis?

A

Bewegingsbeperking

28
Q

wat gebruiken we als criteria voor een artritis?

A
  1. zwelling gewricht
  2. gewricht beperkt
  3. pijn bij bewegen van het gewricht
    –> indien ≥ 2 positief
29
Q

wat kunnen gevolgen zijn van een Septische artritis?

A
  • vrijkomen proteolytische enzymen (weefselafbraak)
  • verlies kraakbeen en bot
  • gewrichtsdestructie door
    a) OF ontsteking
    b) OF beperking in gebruik
30
Q

wat zijn risicofactoren voor een Septische artritis?

A
  • hoge leeftijd
  • DM
  • beschadigd gewricht
  • gewrichtsprothese
  • recente gewrichtschirurgie
  • huidinfecties
  • gestoorde afweer: medicamenteus, co-morbiditeit
31
Q

welke gewrichten zijn vaak aangedaan bij een Septische artritis?

A
  1. knie 55%
  2. Heup 11%
  3. enkel 8%
  4. schouder 8%
  5. pols 7%
  6. elleboog 6%
  7. overig 5%
32
Q

Hoe vaak is een Septische artritis poly-articlair en waneer spreken we hier van?

A

Bij 12%

Als ≥ 2 gewrichten

33
Q

Wat is de diagnostiek van een Septische artritis?

A
  • kliniek
  • gewrichtspunctie
  • bloedkweek: 3 –> niet steeds uit hetzelfde naaldje
    –> voor uitsluiten contaminatie
    –> Kijken of zelfde kweek als in gewricht
34
Q

Hoe kan de bacterie het gewricht bereiken bij een Septische artritis?

A
  1. hematogeen: meestal
  2. uitbreiding infectie uit osteomyelitische haard in epifyse of metafyse –> vooral bij kinderen
  3. Lymfogeen vanuit infectiebron dichtbij –> DM met diabetische voet
  4. iatrogeen
  5. penetrerend gewrichtsletsel
35
Q

wat is de behandeling van een Septische artritis?

A
  1. ontlasten ontsteking
    a) frequent puncteren: 1-2/dag tot kweken negatief en duidelijke verbetering
    b) artroscopie
  2. AB
  3. verwijderen gewrichtsprothese of osteosythese materiaal

Scopie vs puncteren: geen verschil in uitkomst bij Septische artritis

36
Q

wanneer doen we een artroscopie voor ontlasting van een Septische artritis?

A

indien:
- gewricht niet goed toegankelijk is voor punctie bvb heup
- gewricht met punctie niet goed te ontlasten is –> bvb door BW schotten in gewricht
- contra-indicaties tegen frequent puncteren
- septische artritis van de heup bij kinderen

  • bij kinderen sowieso vaak liever voor scope omdat eenmalig naar gewricht
37
Q

wat zijn belangrijke parameters in de behandeling van Septische artritis?

A
  • kliniek: verbetering patient
  • ontstekingsparameters: vooral CRP (BSE daling duurt wat langer)
  • kweek van synoviale vocht
  • celgetal van synoviale vocht
  • bloedkweken: herhalen tot negatief
38
Q

wat is de DD van een Septische artritis?

A

vooral kristalartropathie
CAVE: alleen bij volwassenen!!!

a) jicht: uraatkristallen (naaldjes in punctie)
b) pseudojicht: calciumpyrofosfaatkristallen (blokjes in punctie)

39
Q

wat zijn de uitkomsten van Septische artritis?

A
  • mortaliteit: 10-15%
  • verlies van gewrichtsfunctie: 25-50%
  • afname zelfstandig functioneren: 205
40
Q

wat zijn instinkers bij Septische artritis?

A
  • acute mono-Septische artritis bij een patient met een bekende gewrichtsziekte bvb RA
  • Septische artritis bij immunosuppressieve medicatie –> vertroebelen het beeld
41
Q

Wat kan lijken op een Septische artritis maar is het niet?

A
  1. huidinfecties tpv gewricht
    a) erysipelas
    b) cellulitis
  2. bursitis
42
Q

wat is de DD van Septische artritis bij kinderen?

A
  • artritis als premalgine verschijnsel bij leukemie
  • systemische juveniele artritis = Still’s disease
  • virale artritis

CAVE: kristalartropathien komen NIET voor bij kinderen

43
Q

wat is de presentatie bij kinderen met een Septische artritis?

A
  • meer systemisch ziek
  • gezwollen, pijnlijk gewricht staat NIET op de voorgrond
  • VOORGROND: minder belasten en regressie mbt motoriek
44
Q

Welke gewrichten zijn bij kinderen vaak aangedaan bij een Septische artritis?

A
  • 40% knie
  • 28% heup –> vaker dan bij volwassenen (daar maar 11%)
45
Q

wat is vaak de verwekker van een Septische artritis bij kinderen?

A

Hib –> niet meer sinds vaccinatie

46
Q

wat is de uitkomst van Septische artritis bij kinderen?

A
  • mortaliteit is lager
  • minder verlies van functie
  • minder verlies van dagelijks functioneren
  • aantasten van groeischijven waardoor groeistoornis van de omliggende botten
47
Q

waar kijken we naar bij een gewrichtspunctie?

A
  1. gramkleuring: meestal negatief
    CAVE: als NEGATIEF –> SLUIT een Septische artritis NIET UIT
  2. kweek: duurt 48h tot positief
  3. celgetal op synoviaal vocht: Leuko’s > 30 000/mm
    –> Kan bij Septische artritis en kristalartropathie
    NIET: bij RA of PA
  4. kristallen
48
Q

wat is beallgnrijk bij een positief bloedkweek?

A
  • kan ook haarden geven op andere plekken
  • bij ouderen: kan leiden tot endocarditis –> dagelijks naar hart luisteren voor nieuwe soufflés
49
Q

Wat voor soorten jicht zijn er? Bij wie komt dit NIET voor?

A
  1. primaire jicht: urinezuur niet goed uitscheiden
  2. secundaire jicht” door ernstig gestoorde nierfunctie

NOOIT primaire jicht bij:
- mannen < 30 jaar
- vrouwen > 50 jaar

50
Q

waarom krijgen vrouwen jicht pas op een laterale leeftijd dan mannen?

A

Oestrogenen zorgen voor betere uitscheiding van urinezuur

51
Q

wat is pseudojciht?

A

Chondrocalcinosis erbij zien = verkaling van kraakbeen

Wie: oudere patienten
Waar: door artrose aangedane gewrichten –> hier neerslag van calciumpyrofosfaat kristallen

Pathogenese:
- trauma of griep
- kristallen komen los/vrij (zitten dus in/op kraakbeen/gewricht)
- Binden aan eiwitten
- door IS gezien als lichaamsvreemd
- neurofielen gaan de kristallen fagocyten
- kunnen niet goed afbreken
- heftige immuun respons

52
Q

wat moet je altijd doen bij verdenking op een Septische artritis?

A

Gewrichtspunctie

53
Q

wat is een hele belangrijke risicofactor voor een Septische artritis?

A

Preëxistente gewrichtsziekte