College 4 Een hoge vaccinatiegraad: waarom eigenlijk? Flashcards
Waarom hebben we wiskundige modellen nodig?
- Empirische studies kosten veel tijd en zijn duur
- Uitkomsten afhankelijk van de context
- Interactie tussen mensen via transmissie maakt het complex
wat is R0?
= Basis reproductiegetal
= Aantal secundaire besmettingen per primair geval in een volledig vatbare populatie
0 staat voor de volledig vatbare populatie
bij welke waarde van R0 vindt er een uitbraak plaats?
R0 > 1 –> epidemie
R0 < 1 –> geen epidemie
R0 =1 –> blijft op hetzelfde niveau hangen
Wat betekent R0 = 2,5?
Een persoon besmet gemiddeld 2,5 nieuwe mensen
Welk model wordt gebruikt bij infecties?
SIR- model
S = susceptible = vatbare populatie (hoeft niet naar 0)
I = infected = geinfecteerde populatie
R = recoverd/removed = immune populatie
De stijgingen zijn exponentieel (En de dalingen dus ook een soort van)
In eerste instantie is iedereen vatbaar
Dan worden er steeds meer mensen geïnfecteerd
En bij het toeneem van het aantal mensen die geïnfecteerd zijn neemt iets later/erachteraan komend het aantal herstelde mensen toe (en het aantal vatbare mensen neemt gelijk daarmee af)
Waarop is het SIRS-model gesimplificeerd?
- Geen geboorte en sterfte meegenomen: vooral bij langzaam verlopende ziektes –> nieuwe geboortes zijn weer nieuwe vatbare mensen
- Levenslange immuniteit: is bij elke ziekte zo
- Geen leeftijdsstructuur: oudere misschien al meer bescherming omdat meer gezien, andere contactpatronen
- Geen oversterfte van geïnfecteerde
- Geen seizoenseffecten
- Alle individuen in en compartiment zijn hetzelfde = homogeniteit –> is dus in werkelijkheid niet
Wat zijn variaties op het SIR-model en noem enkele voorbeelden van infectieziektes die hierbij horen?
- SIR: mazelen, bof en rodehond
- SIS: chlamydia, scabiës, RSV –> men bouwt geen immuniteit op
- SIRS: mensen bouwen wel immuniteit op, maar kunnen opnieuw geïnfecteerd worden
- SEIR: hierin ook E = exposed = mensen zijn in contact geweest, maar nog niet besmettelijk
bvb. SARS (COVID-19: dachten eerst, maar bleek geen behoud van immuniteit te zijn)
Bij het SEIR-model wordt de E van exposed toegevoegd. Wat is de betekenis hiervan en hoe noemen we dit ook wel?
= mensen zijn in contact geweest, maar nog niet besmettelijk
= latentieperiode = duur van infectie totdat besmettelijk
Welke drie variabelen zijn er in de wiskundige modellen? Wat is hierbij de vuistregel? Welke parameters zijn er?
S, R en I –> elk staat voor het aantal mensen in dat compartiment
het zijn ook wel proporties
S + R + I = 1
Parameters:
ß = transmissie rate (rate is kans per tijd: contact rate x kans op transmissie)
y = herstel rate
D = 1/y = gemiddelde duur in compartiment I (= duur van de besmetting/ziekte)
Hoe bereken je het verschil in compartiment S?
Verandering in S per tijd –> negatief getal want de lijn ging naar beneden omdat het aantal vatbare mensen afneemt
dS/dt =
- ß x S x I
Hoe meer I = hoe meer mensen geïnfecteerd –> hoe makkelijker nieuwe iemand geïnfecteerd wordt
–> Hierdoor gaat het in het begin wat langzamer, maar dan steeds sneller omlaag
Hoe bereken je het verschil in compartiment I?
dI/dt =
+ (ß x S x I) - (y x I)
Begin: alles wat bij S weggaat komt erbij bij I –> is daarom positief
–> Hoeft geen vermenigvuldiging met R want je hoeft niet een immuun persoon tegen te komen om zelf immuun te worden
later: negatief want wordt weer een dalende lijn
Hoe bereken je de verandering in R?
dR/dt =
+ y x I
wat is een voorwaarde voor een uitbraak?
dI/dt > 0 –> er moet verandering komen in I = meer besmettingen
Andere kunnen nog vanwege andere redenen veranderen!
R0 = transmissie rate x duur van de infectie
= ß / y = ß x D
Als ß > y –> ß / y > 1
–> de transmissie rate is groter dan de herstel rate waaruit blijkt dat de R0 > 1 wat inderdaad zo is bij een uitbraak
D = 1/y = gemiddelde duur in I
Hoe kan je R0 wiskundig opschrijven?
R0 = transmissie rate x duur van de infectie
= ß / y = ß x D
Als ß > y –> ß / y > 1
D = 1/y = gemiddelde duur in I
Waaruit bestaat ß? Hoe kan je dus R0 ook wel opschrijven?
is transmissie rate
= contact rate c x kans op besmetting d
c = hoe vaak kom je andere (besmette personen) tegen
d = kans op besmetting als besmettelijk persoon tegenkomt
D = duur van de infectie
R0 = ß x D –> b x c x D