College 4 (Anatomy and Physiology) Ch. 4, 5 & 8 Flashcards

1
Q

Psycho-Neuro-Endo-Hemo(vascular) dynamics: wat is voornamelijk van invloed op ‘desire’ (2 antwoorden)

A
  • Hormonen

- Zenuwen/neurotransmitters

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Psycho-Neuro-Endo-Hemo(vascular) dynamics: wat is voornamelijk van invloed op ‘excitement arousal’ (1 antwoord)

A
  • (bloed) circulatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Psycho-Neuro-Endo-Hemo(vascular) dynamics: wat is voornamelijk van invloed op ‘orgasmes’ (1 antwoord)

A
  • Zenuwen/ neurotransmitters
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Gonads kunnen zich ontwikkelen tot …

A

Testikels of eierstokken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waneer kunnen de testikels ontstaan bij mannen?

A

In week 7

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer kunnen de eierstokken ontstaan bij vrouwen?

A

In week 11

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn testikels bij mannen

A

Endocriene klieren die produceren:

  • Mannelijke hormonen (androgenen)
  • Mulleriaanse remmende stof
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn externe seksorganen bij mannen en vrouwen?

A

Mannen: Penis en scrotum
Vrouwen: Labia, Clitoris en buitenste vagina

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat ontwikkelt zich tijdens de pubertijd?

A

Secundaire seks kenmerken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wanneer begint de pubertijd?

A

Wanneer de hypothalamus ‘gonadotropin releasing hormones’ (GnRH) afscheidt:

–> Dit zorgt ervoor dat de hypofyse (pituitary) de hormonen FSH en LH gaat vrijlaten. Deze hormonen zorgen ervoor dat de testikels sperma en testosteron produceren bij mannen en bij vrouwen de eierstokken oestrogeen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bij mannen zorgt de hormoon LH dat door de hypothalamus wordt aangemaakt voor…
En de hormoon FSH voor…

A

LH –> testosteron

FSH –> spermatogenesis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bij vrouwen zorgt de hormoon LH dat door de hypothalamus wordt aangemaakt voor…
En de hormoon FSH voor…

A

LH –> ovulatie corpus luteum –> progesteron

FSH –> eicel groei –> oestrogeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de rol van het limbisch systeem?

A

De controle van gedrag voor overleving (eten, emoties, fight-flight, reproductie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Naast het afscheiden van hormonen, wat is de rol van de hypothalamus?

A

honger, dorst, circadiaans ritme en sex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe ontstaat een genitale reactie?

A

Kernregio’s in de hypothalamus, projecteren direct of
via kerngebieden in de hersenstam naar autonome
neuronen in het ruggenmerg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

In de neurobiologie van de seksuele drive en functie wordt gesproken van de termen ‘software’ en ‘hardware’. Waar staan deze termen voor?

A

Software: de rol van hormonen, neuromodulatoren en neurotransmitters

Hardware: Hoe neuronen en neuronale netwerken seksuele reacties verwerken en moduleren

17
Q

Waar staan deze hormonen/neurotransmittors voor? (Nor)adrenaline, cortisol, testosteron, dopamine, serotonine, oxytocin

A
  • (Nor)adrenaline, fight-flight
  • Cortisol, stress
  • Testosteron, motivator
  • Dopamine, beloning (genot en welzijn)
  • Serotonine, gelukshormoon
  • Oxytocin, bonding, aantrekkingskracht en opwinding (orgasme)
18
Q

Welke factoren (hormonen/neurotransmittors) remmen of prikkelen het seksuele verlangen? (twee groepen)

A

Remmende factoren: serotonine, prolactine, opioïden

Prikkelende factoren: testosteron, oestrogeen, progesteron, dopamine

19
Q

Wat zijn 3 types erecties?

A
  1. psychogenic erection: Door zintuigelijke triggers (of fantasieën)
  2. reflexogenic erection: Directe genitale stimulatie zorgt voor de reflex ‘erectie’
  3. Nocturnal erection: is eigenlijk reflexogenic maar dan tijdens de REM slaap
20
Q

Wat is de key-neurotransmitter voor een erectie?

A

Dopamine

21
Q

Wat zijn “vijanden” van een erectie? (kunnen leiden tot ED)

A
  • roken
  • alcohol
  • stress
  • drugs
  • obesitas
22
Q

Welke neurotransmitters spelen in rol tijdens een ejaculatie?

A
  • serotonine
  • dopamine
  • GABA
  • noradrenaline

Hiervan wordt serotonine gezien als de ‘key neurotransmitter’ bij de verwerking van een ejaculatie

23
Q

Welke functies heeft de ‘pelvic floor’ (bekkenbodem)?

A
  • Support (ingewanden)
  • Mobiliteit & stabiliteit (continentie)
  • Passage (geboorte)
  • sex
  • emotion
24
Q

Pelvic floor overactiviteit heeft veel symptomen die zelf ook andere oorzaken kunnen hebben, wat is hierbij een keywoord?

A

Co-morbiditeit

25
Q

Wat zijn condities voor een gezonde seksuele ontwikkeling?

A
  • Passende genderidentiteit
  • Warm pedagogisch klimaat
  • Positieve voorbeelden van relationeel gedrag
  • Positieve berichten over seksualiteit en het eigen lichaam
  • Mogelijkheid tot leeftijdsspecifiek consensus seksueel oefengedrag
  • Huidcontact
26
Q

Seksuele differentiatie: interne genitale organen. Welke factoren (hormonen, neurotransmitters, stofjes) ontbreken er bij een vrouw?

A

Een vrouw heeft GEEN:

  • XY geslachtsklier (gonad)
  • SRY gene
  • AMH
  • testosteron
27
Q

Hoe groot kan de vagina zijn?

A

6.5-12.5 cm

28
Q

Hoe lang en breed kunnen de labia minora gemiddeld zijn? In millimeter!

A

Lengte: 60.6mm
Breedte: 21.8mm

29
Q

Wat zijn twee functies van de borsten?

A
  1. erotische functie

2. reproductieve functie

30
Q

Wat zijn vrouwelijke genitale reacties tijdens opwinding?

A
  • Verhoging van de vaginale bloedstroom -> vasocongestie = stuwing
  • Zwelling van de vagina aan de buitenkant, kleine schaamlippen
  • Verlenging van de vagina
  • Transsudaat: smering (lubrication)
  • Erectie en intrekking van clitoris
  • Stuwing en stijging van de baarmoeder
31
Q

Wat zijn perifere reacties op seksualiteit? (fysiologie)

A
  • hartslag omhoog
  • snellere ademhaling
  • huid (sex blos)
  • stijve tepels
32
Q

Wat is het MRKH syndroom 46XX?

A

Het geboren worden zonder baarmoeder en vagina (congenitale aplasie/hypoplasie van uterus en vagina). Soms is er een klein kuiltje op de plaats van de vagina. Dit is een primaire vorm van amenorrhoea (nooit ongesteld). Ook zijn sex en zwangerschappen onmogelijk.

33
Q

Female genital mutilation heeft voornamelijk te maken met opvattingen over ….. (socioculturele factoren) 4 antwoorden

A
  1. reinheid,
  2. schoonheid,
  3. vrouwelijkheid
  4. seksuele moraliteit
34
Q

Op welke leeftijden wordt female genital mutilation uitgevoerd?

A

4-12

35
Q

Welke 4 soorten genital mutilation bestaan er?

A

• 4 typen: clitoridectomy, excision,

infibulation, alle andere schadelijke procedures

36
Q

Een voorbeeld van een abnormale chromosomal patroon is het Turner Sundrome (XO) welke alleen bij vrouwen kan voorkomen waar een van de X chromosomen mist. Wat zijn veelvoorkomende kenmerken?

A
  • korte gestalte
  • het niet ontwikkelen van de eierstokken
  • hartafwijkingen
  • kleine vingernagels
  • bruine vlekken (nevi)
  • wijd verspreidde tepels
37
Q

Bij de seksuele ontwikkelingsstoornis ‘Androgen Insensitivity syndroom (XY) heeft de vrouw mannelijke gonads (geslachtsklieren) en een mannelijk hormoonprofiel. Wat zijn kenmerken van dit syndroom?

A
  • geen okselhaar of schaamhaar
  • wel de externe genitale van een vrouw
  • agenese van de vagina en de uterus
  • -> geen menstruatie
  • -> onvruchtbaar
38
Q

Wat houdt de seksuele ontwikkelingsstoornis Androgenitaal syndroom (AGS) XX in bij meisjes??

A

Hierbij is er een stoornis in de aanmaak van hormonen in de bijnieren: de bijnieren maken teveel androgenen (mannelijk geslachtshormoon). Dit syndroom is erfelijk en kan door middel van de hielprik worden ontdekt.

39
Q

Wat houdt de seksuele ontwikkelingsstoornis ‘intersex conditie’ in?

A

Dit is een groep aandoeningen waarbij er een discrepantie is tussen de uitwendige geslachtsorganen en de inwendige geslachtsorganen (de testes en eierstokken). Deze persoon wordt Chromosomaal, intern en
extern met een “dubbele sexe” geboren.