College 3 Week 3 (Female sexual problems) Ch. 17 Flashcards

1
Q

Grootste deel van de vrouwen die seks gerelateerde klachten hebben, klagen over…

A

Pijn (ongeveer 50%)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn drie seksuele stoornissen bij vrouwen volgens het DSM5

A
  1. Seksuele interesse/ opwinding stoornis
  2. Orgasmic disorder
  3. Seksuele pijn/penetratie stoornissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is ‘Female sexual interest/arousal disorder’?

A

Een gebrek aan of vermindering van seksuele interesse of opwinding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Als het om sex gaat: mannen … vaker dan vrouwen (4 antwoorden mogelijk!)

A
  • masturberen
  • fantaseren over sex
  • ervaren vaker seksuele verlangens
  • rapporteren minder snel problemen met seksuele verlangens (lust)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Er is een hoge co-morbiditeit tussen problemen met verlangen en…

A

Problemen met opwinding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het verschil tussen het ‘Drive model’ en het ‘incentive motivation model’?

A

Drive model: verlangen/lust is spontaan en komt van binnenuit.

Incentive motivation model: verlangen/lust is het resultaat van de verwerking van seksuele stimuli

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn biologische factoren die van invloed zijn op de ‘Arousability’? (3 antwoorden)

A
  • Hormoon levels (oestrogeen & androgeen)
  • Somatische ziekten (neurologische & endocrine stoornissen)
  • Medicatie (antidepresiva, antipsychotica, anti-androgenen (diane pil))
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat werd ontdekt bij gezonde vrouwen met seksuele interesse/opwinding stoornis?

A

Dat ze toch een genitale en subjectieve opwinding respons toonden op een erotische film, maar minder gevoelens van seksuele opwinding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat kan een interventie zijn voor de gevoeligheid van het seksuele systeem (arousability) bij interesse/opwinding problemen?

A

Interventie: verandering van medicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat kan een interventie zijn voor de relationele context (relatie tevredenheid) bij interesse/opwinding problemen?

A

Interventie: koppeltherapie (veranderen van patronen, communicatie verbeteren etc.) Niet vergeten: De kans op het oplossen van een seksuele disfunctie is 0 wanneer er een algehele ontevredenheid is over de seksuele partner.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat kan een interventie zijn bij problemen met stimuli als het gaat om interesse/opwinding problemen?

A

Interventie: Sekstherapie & cognitieve herstructurering.

–> Stimuleer (nieuwe) positieve seksuele ervaringen (sekstherapie) met
aandacht voor gedachten die opwinding en verlangen kunnen remmen (cognitieve
herstructurering)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn voorbeelden van sensate focus-oefeningen?

A
  • non-genitale aanraking
  • genitale aanraking
  • verbeteren van communicatie
  • verminderen van toeschouwen (“spectatoring”)
  • mindfulness
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de niet anders gespecificeerde DSM5 stoornis: Seksuele aversie?

A

Aanhoudende of terugkerende extreme aversie voor, en vermijding van, al het (of bijna al het) genitale seksuele contact met een seksuele partner.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe kan seksuele aversie worden behandeld?

A

Eerst focussen op mogelijke trauma’s, EMDR (Eye movement de-sensitization reprocessing) gevolgd door sex therapie (CBT)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat houdt het ‘female orgasmic disorder’ in? (2 antwoorden)

A

Een gemarkeerde vertraging in, zeldzaamheid van of afwezigheid van een orgasme.

Een gemarkeerde intensiteit van de sensaties van een orgasme.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een orgasme?

A

Een piek sensatie van intens genot dat een veranderde staat van bewustzijn creëert en vaak wordt vergezeld door onvrijwillige contracties van de bekkenbodem (pelvic floor), uterus en anus.

17
Q

Wanneer wordt de diagnose van orgasmic disorder NIET gegeven?

A

Wanneer een orgasme wel mogelijk is via stimulatie van de clitoris, maar niet via sex

18
Q

Wat is het verschil tussen gegeneraliseerde orgasme stoornis en situationele orgasme stoornis?

A

De gegeneraliseerde variant houdt in dat er nooit sprake is van een orgasme, terwijl de situationele variant inhoudt dat een orgasme wel mogelijk is maar alleen dmv specifieke stimulatie.

19
Q

Wat kunnen psychosociale factoren zijn bij seksuele disfuncties bij vrouwen?

A
  • streng geloof
  • schuldgevoel door sex
  • het gevoel van het verliezen van controle (er raar uitzien/gedragen)
  • Niet kunnen focussen op de eigen individuele fysieke sensaties (niet egoïstisch willen zijn)
  • zich niet veilig voelen bij een partner
  • Onvoldoende communicatie met een partner
20
Q

Wat kan een behandeling zijn voor vrouwen met levenslange en gegeneraliseerde orgasme problemen?

A

Behandeling: directed masturbation –> (individuele, koppel of zelf-help therapie), stapsgewijs programma met huiswerkopdrachten en aandacht voor cognitieve herstructurering van negatieve remmende gedachten.

21
Q

Hoe ziet het stapsgewijze programma van directed masturbation eruit?

A
  1. body exploration
  2. Exploratie van seksuele stimulatie
  3. overwinnen van angst om controle te verliezen
  4. Assertiviteit in partner sex
22
Q

Wat is het verschil tussen de verschillende diagnoses van de seksuele pijn stoornissen: Vulvodynia, Vaginismus en Dyspareunia?

A
  1. Vulvodynia: chornische vulvaire pijn
  2. Vaginismus: geslachtsgemeenschap onmogelijk
  3. Dyspareunia: pijnlijke geslachtsgemeenschap
23
Q

Wat houdt de DSM 5 stoornis: Genito-Pelvic pijn/penetratie stoornis, in?

A

Aanhoudende of terugkomende moeite met een van de volgende:

  • vaginale penetratie/ gemeenschap
  • vaginale of pelvic pijn tijdens penetratie of een poging tot penetratie
  • angst of zorgen over pijn voor of tijdens vaginale penetratie
  • Aanspanning van de bekkenbodem spieren tijdens een poging tot penetratie
24
Q

Welke vorm van dyspareunia (pijn bij sex) is het meest voorkomend?

A

PVD: Provoked vestibulodynia

25
Q

Wat moet je zeker niet doen in het geval van vaginismus? (bij lichamelijk onderzoek)

A

Geen onderzoek met een speculum en of met de vingers.

26
Q

Hoe kan ‘provoked vestibulodynia’ worden behandeld?

A
  • Medicatie
  • Operatie
  • CBT
  • sEMG-biofeedback, pelvic floor physiotherapie
27
Q

Welke methode/behandeling/therapie heeft de meest significante reductie van pijn?

A

CBT (thought, emotion, behaviour)