College 2 Week 2 (Male Sexual Problems) Ch. 17 Flashcards

1
Q

Seksuele disfuncties in mannen

A
  • Male Hypoactive sexual desire disorder
  • Erectile Disorder
  • Delayed Ejaculation
  • Premature (Early) Ejaculation
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Andere gespecificeerde seksuele disfuncties

A
  • Sexual aversion

- Hyperactive Sexual Desire (Hypersexuality)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ongespecificeerde seksuele disfuncties

A

Body Dysmorphic Disorder (genital related)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Criteria voor de diagnose van een seksuele disfunctie in DSM-5

A
  • significante distress
  • moet in 75-100% van de gelegenheden plaatsvinden
  • is niet toe te schrijven aan een andere stoornissen/relaties/middelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Subtypes seksuele disfuncties (DSM-5)

A
  • levenslang vs. opgelopen
  • gegeneraliseerd vs. situatie afhankelijk
  • mild, moderate, severe
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar is viagra WEL een goede oplossing voor? (stoornis)

A

Bij een Erectile Disorder. Viagra is GEEN goede oplossing voor Delayed Orgasm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Male Hypoactive Sexual Desire Disorder

A

Aanhoudend of herhaaldelijk gebrek (of afwezigheid) van

seksuele fantasieën en verlangen naar seksuele activiteit. (Assessment: Leeftijd en lifestyle)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Een seksuele reactie vereist:

A
  • seksuele stimulus
  • Genitale response
  • Situationele factoren
  • Fysiologische gevoeligheid (androgene hormonen, neurotransmitters etc.)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe zorgt Sexual motivation voor sexual activity?

A

Seksuele stimuli + gevoeligheid (androgens/dopamine?) –> neiging om te handelen (fysiek & subjectief) –> seksuele activiteit. In het hele proces is er regulatie door: opwinding & inhibitie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar wordt testosteron geproduceerd?

A

In de Leydig cellen van de testes en de adrenal glands (bijnieren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Door welke hormonen uit de pituitary galnd (Hypofyse) wordt de productie van testosteron gereguleerd?

A
  • LH (Luteinzing hormone)

- FSH (Follicle stimulating hormone)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar of niet waar: Een minimum aan testosteron is nodig om seksueel te functioneren

A

Waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar of niet waar: Testosteron maakt het systeem gereed voor seksuele activiteit

A

Waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar of niet waar: Lagere testosteron levels wordt voornamelijk gevonden bij mannen van 65+

A

Waar, 1% tussen 20-40 jaar en 20% bij 65+

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Behandelingen van seksuele stoornissen zijn vaak:
- Testosterone supplements
- Sex counseling
- Combination
Wat is het beste bij normale levels van testosteron?

A

Sex counseling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Mensen die overgewicht hebben zijn gevoeliger voor seksuele problemen. Wat kan hier een positief effect op hebben als soort “behandeling”

A

Lifestyle changes zoals gewichtsverlies en meer lichamelijke beweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Criteria voor een Erectile Disorder

A
  • Moeite met het krijgen van een erectie tijdens seksuele activiteit
  • Moeite met het behouden van een erectie
  • Afname van stijfheid
18
Q

Bio, medische en lifestyle “risk” factoren:

A
  • trauma
  • pelvic surgery
  • neurologische stoornissen
  • hormonale stoornissen
  • roken, alcohol en drugsgebruik
  • leeftijd
  • hart- en vaatziekten
  • hyperlipidemia
  • diabetes mellitus
  • bijwerking van medicatie
19
Q

Wat betekent Erotophobia?

A

Aangeleerde negatieve seksuele attitudes ten opzichte van seksualiteit

20
Q

(“Attention bias”) Waar focust zich de selectieve aandacht van mannen met erectieproblemen zich op?

A
  • prestatie gerelateerde;
  • taak irrelevante;
  • en niet seksuele cognities
21
Q

Wat wordt gezien als de “confirmation bias” bij mannen met erectieproblemen?

A

Het feit dat de selectieve aandacht toeneemt wanneer de prestatiedruk hoger ligt waardoor er een afname is van aandacht voor seksueel opwindende stimuli er hierdoor ook een afname is van de algemene seksuele opwinding

22
Q

Hoe weet je of het gaat om een organische of psychogene oorzaak van erectieproblemen?

A

Vragen naar:

  • Spontane erecties
  • erectieproblemen tijdens masturbatie
  • ochtend erecties

Of:
- NPT meting (nocturnal Penile Tumescence)

23
Q

Waar zorgt ‘Injection therapy’ voor bij een erectie stoornis?

A

Dat de bloedvaten wijder worden en de spieren ontspannen.

24
Q

Wat zijn behandel opties bij Erection Disorder?

A
  • medication (soorten viagra)
  • injection therapy
  • penile prosthesis (semi-rigid & rigid)
  • sex counseling
25
Q

Wat is het belangrijkste doel van sex therapie bij ED?

A

Het formuleren van haalbare doelen, het focussen op de vermindering van ‘performance anxiety’ en het verbeteren van de (aandacht op) seksuele opwinding

26
Q

Wat zijn de meestgebruikte soorten medicatie bij ED?

A
  • Sildenafil (Viagra)
  • Tadalafil (Cialis)
  • Vardenafil (Levitra)
27
Q

Wat is de mediaan tijd voor Intravaginal Ejaculation Latency Time bij mannen?

A

Median IELT 5.4 min (Median NL 4.8 min)

97.5% van de mannen heeft een IELT >1.5 min.

28
Q

Wat is premature Ejaculation?

A

Klaarkomen binnen 1 minuut en voordat het individu het wilt.

29
Q

Wat zijn criteria voor premature ejaculation?

A

Mild: IELT 30 sec - 1 min
Moderate: IELT 15-30 sec
Severe: IELT 15 sec

30
Q

Wat zijn soorten farmacologische behandeling voor premature ejaculation?

A
  • Antidepressants “off-label” (SSRI’s hebben vaak een vertraagde orgasme als bijwerking)
  • Dapoxetine
  • local anesthetic creams “off label”
31
Q

Criteria voor Delayed Ejaculation zijn…?

A
  • vertraging in ejaculatie
  • onfrequentie of afwezigheid van ejaculatie
  • in 75-100% van de gelegenheden
32
Q

Wat betekent ‘Anorgasmia’?

A

Het uitblijven van een orgasme of het hebben va moeite in het bereiken van een orgasme.
(Het doel van behandeling is het vergroten van seksuele opwinding).

33
Q

Wat betekent ‘retrograde ejaculation’?

A

Orgasme zonder ejaculatie: terug je plasbuis in (urethra)

34
Q

Wat betekent ‘Anhedonic ejaculation’?

A

Ejaculatie zonder gevoel van orgasme

35
Q

Wat betekent ‘post orgasmic illness syndrome’?

A

Exceptionele vermoeidheid en uitputting na het bereiken van een orgasme. Vaak ook flu-like symptomen zoals spierpijn. Het maximum op de 2e dag na de ejaculatie, symptomen houden max. 1 week aan.

36
Q

Welke substanties/psychiatrische medicatie zorgen voor de meeste seksuele problemen?

A
  • Antidepressants (SSRIs, tricyclics, MAO inhibitor) 25-80%
  • Antipsychotica >50%
  • Heroine 60-70%
37
Q

Wat is sexual aversion disorder?

A

Aanhoudende of vaak terugkomende aversie voor (en vermijding van) alle of bijna al het genitale seksuele contact met een partner (= inhibitie van seksuele verlangens)

38
Q

Welke behandeling werkt het beste bij seksuele aversie?

A

Cognitieve Gedragstherapie (CBT)

39
Q

Factoren die worden gerelateerd aan ‘Hyperactive Sexual Desire’ (Hyper sexuality/sexual addiction)

A
  • Alcohol/drugs (methamphetamine en cocaine)
  • bijwerking anti-parkinson medicatie (dopaminergic)
  • Manische episode bipolaire stoornis
  • Neurobiologisch (Alzheimer)
  • OCD patroon (hoge co-morbide met paraphilia)
40
Q

Wat is “normal” penis size? (Flaccid, erect & micro penis)

A
  • Flaccid: Lengte 8-10.7 cm & omtrek 6-11 cm
  • Erect: Lengte 12.4-16.7 cm& omtrek 10.8-13.6 cm
  • Micro penis: 2.5 SD van het gemiddelde
41
Q

Wat zijn de belangrijkste vormen van Cognitive Behavioral Therapy?

A
  • het identificeren van disfunctionele schema’s
  • het doorbreken van het patroon van vermijdingsgedrag (geleidelijke blootstelling)
  • deelnemen aan gedragsexperimenten (“schaamteaanvallen opdrachten”)