College 4 Flashcards

1
Q

Wat is een politieke cartoon?

A

Een politieke cartoon is een grafische weergave van een one-panel, non-continous format to make an independent statement or observation on political events or social policy.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat wordt er bedoeld met political events or social policy?

A

Politici/politieke gebeurtenissen, politieke producten, politieke domeinen, politieke handelingen, politieke situaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe omschrijven we een metafoor/structuur van een cartoon?

A
  1. De target of topic-term; dat waarover de prent gaat. 2. De source of vehicle term; dat is de inhoud die gebruikt wordt om dat te doen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Target domein (referentiedomein)

A

Hier valt de protagonist binnen. Als het topic van de cartoon; het onderwerp; een van die politieke gebeurtenissen, politiek domein, politieke handelingen, situaties. Dus bijv spanningen tussen de wereld en noord korea

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Protagonist (binnen target domein/referentiedomein)

A

De politieke leider waar we iets over zeggen - bijv Kim Jung In - de leider van Noord-Korea.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hulpdomein

A

Waar de prent niet over gaat. Waar wel aan gerefereerd wordt om eits over het referentiedomein duidelijk te maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Erase test

A

Verwijder alle verbale en visuele cartoons die die cartoon verbinden met het referentiedomein - die sloop je eruit. - Topic: Kim Jung Un - dat is een visuele cue. Raketten behoren tot referentiedomein (de kernwapens van Kim Jung Un) - het woord Noord-Korea op de maan linkt ook aan het referentiedomein - ten slotte; de wereld. Houd je niks over? Dan heb je alleen maar een referentiedomein Houd je wel dingen over? Dan heb je een hulp domein.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Op basis waarvan werken cartoons?

A

Op basis van constrast. Vaak in cartoons prowess (kundig), esteem (aanzien), normative (norm), utility (vordeel/nadeel), affect (negatief positief)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe vind je de contrasten in cartoons?

A

Ze bevatten allemaal een incongruentie - we zien ze op een manier zoals we ze niet kennen (obama als atleet, bush als kok en Merkel als verpleger) - we kennen ze dus niet in die setting. Wat is het afwijkende van wat je ziet? Een official die een atleet een medaille overhandigt bij de start; dit gebeurt altijd bij het einde - dus pas na de wedstrijd. De obama print heeft een afwijking tov wat je kent; het klopt niet wat je ziet en het is gek. Bush: de normale gang van zaken in de keuken; de keuken is netjes opgeruimd en niet een bende - bij Bush is het duidelijk niet onder controle. Bij Merkel en Zarkozy; ze werken niet samen. Dat is de afwijking. Maar de contrasten blijven bestaan na de erase-test:

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Mussolf 2008; het conrast in cartoons

A

Het is beschrijven - je weet hoe het koken van iets in zn werk gaat (hoe je iets moet koken) maar we kunnen ook op basis van die domeinkennis van succesvol versus niet succesvol. En ook normaal en niet normaal - en permissible of illegititmate ; en deze kennis zetten we in om het contrast te zien. (within domain contrasts)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Within domain contrasts (cartoon type 1)

A

Het contrast bestaat nog na de erase test; de wijze waarop de cartoonist de gebeurtenis weergeeft versus hoe dat eigenlijk moet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Tussen-domein contrast (cartoons type 2)

A

Analogie; Wilders regisseert Islam-debet (dat is de metafoor/analogie) - dat is mooi maar daarmee kan niet heel het verhaal verteld zijn. Maar waar komt nu het kritische standpunt uit de cartoon? Met welk hulpdomein wordt het referentiedomein nou precies vergeleken? Islam-debat (iedereen moet kunnen zeggen wat hij wil) versus een film (een acteur mag niet alles zeggen wat hij wil en is beperkt aan het script). Dus debat aan ene kant - film aan de andere kant; vrijheid van meningsuiting staat in scherp contrast. Wilders = +normative, omdat hij het opvat alsof hij een film aan het regisseren is - hulpdomein niet gekozen als cartoonist -alsof het hulpdomein wordt toegeschreven aan de cartoon - hij doet alsof hij het islamdebat regisseert - de norm wordt vrijheid van meningsuiting. Hoe verhouden het hulpdomein die tot elkaar? Is er 1 bepaald onderdeel waarop een contrast kenmerk aangewezen kan worden? Vrijheid van speech is in dit geval het kenmerk waarbij debatteren en regisseren scherp met elkaar in contrast staan. Daarom normative +, valentie -

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Within domain contrast

A

Daar vinden we het contrast altijd in het hulpdomein - de weergave is zodanig dat het anders is dan de werkelijkheid dan je kent. Dit zie je het meeste (voorbeeld Obama)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Between-domain contrast

A

Hier moet je wat meer over nadenken - het contrast is niet visueel weergegeven maar moet je uit het hulp- en referentiedomein te maken, er wordt ALTIJD gebruik gemaakt van een analogie/metafoor. De norm betreft; hoe moet een democratiscsh debat gevoerd worden - alsof een film - dan clashen die twee waarden en dan is het een contrast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Assemblage/linking

A

X (x is de referent - de protagonist van de cartoon - maakt deel uit van het referentiedomein) Y is onderdeel uit het hulpdomein.

1. X in de rol van Y

We zien X als X, (een politicus als we hem kennen, in zijn ambtskostuum) maar in een vreemde context. Bijv Wilders. X in de rol van Y We zien X als X, maar met attributen quotes etc. Y. Dus bijv Aboutaleb - dus met extra attributen maar wel in kostuum. Er komt een attribuut verbonden aan X.

2. X als Y

We zien X (voor een deel - alleen het hoofd bijvoorbeeld) deels als Y - en dan is Y onderdeel van het hulpdomein.

Kan ook als dier zijn - dus het hoofd erop geplakt maar dan als een dier.

3. X als Y (we zien niet een persoon maar een woordje of symbool/label)

De maan met daarop Noord-Korea.

4. Substitute: X -> Y

We zien: X als geheel, Y = iconische afbeelding, object.

Iconische afbeelding - substitute - om te linke aan het onderwerp van dit cartoon - de vrouw (seksueel misbruik) staat voor de vlag in de iconische foto. Je moet weten waar de foto voor staat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly