college 4 Flashcards
twee soorten id
- personal identity
- social identity
personal identity
“i”
- wie denk ik dat ik ben
- wat vertel ik over mijzelf tegen anderen
social identity
“we”
* Zelfcategorisatie tot groepslidmaatschappen
* Worden toegewezen, of worden we in geboren
social identity perspective (si)
(Tajfel & Turner, 1979):
Personal → social identity
identity status model
(Marcia, 1966)
2 verschillende
dimensies dragen bij aan identiteitsvorming:
- Exploratie/crisis: een moment of gebeurtenis waar oude waardes of keuzes worden herzien en
nieuwe alternatieven worden onderzocht
- Binding/ commitment: adolescenten hebben een bepaalde identiteitsgerelateerde keuze gemaakt en
komen hier niet snel op terug
identity status model, fases
- identity diffusion
- identity foreclosure
- identity moratorium
- identity achievement
Deze 4 fases hoeven niet opeenvolgend te zijn, ze kunnen zich in elke volgorde voordoen. Wat
vaak voorkomt is dat adolescenten na fase 4 weer gaan twijfelen over hun identiteit en
opnieuw in een crisis terecht komen. Aangezien een identiteit een ongoing proces is, kunnen
deze fases blijven doorgaan.
identity foreclosure
Fase waarin de adolescent zich bindt aan een bepaalde rol, doel of waarden in de toekomst
zonder daar over na te denken. Dit doen ze omdat bepaalde autoriteiten in de omgeving dit van ze
verwachten
identity moratorium
Dit is de fase waarin de adolescent zich midden in een crisis bevindt. Hij/zij is bezig
met bepaalde commitments te ontdekken en is klaar om keuze te maken, maar heeft
deze keuzes nog niet gemaakt. Er is sprake van een worsteling waarbij keuzes
onderzocht worden. In deze fase is vaak veel twijfel en onzekerheid. De adolescent
denkt wel na over een identiteit, maar bindt zich er nog niet aan.
identity achievement
De fase waarin de adolescent in een identiteitscrisis ondervonden heeft, een (nieuwe)
commitment is aangegaan en zijn (nieuwe) identiteit aan het vormen is. Dit
levert een hoog gevoel van zelfwaardering op.
Kritiek op het Identity Status Model
- Het model is te veel gericht op de ‘finaliteit’
van identiteitsvorming. - Identiteitsontwikkeling kent geen ideaal
eindpunt. - Identiteitsontwikkeling is afhankelijk van
het individu, de nabije sociale omgeving,
en andere sociaal-maatschappelijke
factoren. - Identiteit is een levensloopproces.
Markus & Nurius (1986)
Mensen hebben meerdere identiteiten – de “now selves” en de “possible selves”
Goffman (1959) en Jung (1953)
Public (social) versus personal self
possible selves
Markus & Nurius (1986)
de identiteiten die je denkt dat je in de toekomst zal hebben en die een
rode draad zijn bij het vormen van doelen en motivaties voor de toekomst (positief en negatief). geeft de mogelijkheid om te experimenteren met toekomstige identiteiten.
carl rogers
maakt een onderscheid tussen verschillende selves (subjectieve percepties van
jezelf).
1. actual self (self-concept): public self
2. True self/real self: wie je bent
3. Ideal self: wie je zou willen zijn
hoe dichter bij je ideal self je bent,
hoe beter.
Actual self (self-concept)
public self
- Zoals we ons voordoen in het bijzijn van de meeste mensen
- Een subjectieve perceptie van je “ik”