College 3 & 4 - Socrates en Plato Flashcards

1
Q

Hoe is Socrates filosofie aan ons overgeleverd?

A

Socrates heeft zelf niet opgeschreven, maar anderen hebben wel over hem geschreven:

  • Plato’s dialogen
  • Xenophon
  • Andere socratici
  • Komedieschrijvers

Als er overeenkomsten tussen deze verhalen zijn, kan dat mogelijk iets zeggen over het leven van Socrates.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat weten we over het leven van Socrates?

A
  • Leefde van -469 tot -399
  • Geboren in Athene, had een vrouw en 3 zonen.
  • Heeft de Peloponnesische oorlog meegemaakt (democratisch Athene vs. oliegargisch Sparta)
  • Is ter dood veroordeeld omdat anti-democratisch ideeën verspreidde (hij was ook impopulair omdat hij de jeugd ‘verderfde’ -> dat ze ook met de elenchus methode achter kwamen dat niemand echt iets weet).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat was vernieuwend/kenmerkend aan de filosofie van Socrates?

A

-Intellectualisme:
Socrates zegt dat ‘akrasia’ (gebrek aan zelfbeheesing) niet bestaat -> het is geen onkund maar onwetenheid. Als je weet wat goed is doe je het automatisch.

  • Priority of definition
  • Socratic ignorance (iemand is wijs als beseft dat niets weet)
  • Elenctische methode:
    Je gesprekspartner tot aporie brengen -> besef dat iets niet weet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe werkt de Socratische elenchus?

A

Elenchus betekent weerleggen.

  1. ) Vraag stellen: wat is x?
  2. ) Gesprekspartner zegt p, en q en r.
  3. ) Interne contradictie -> uit afleiden dat niet-p.
  4. ) Gespreksparner raakt verlamd (aporie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarom is het volgens Socrates (in Euthydemus) noodzakelijk om, voor een gelukkig leven, kennis te hebben?

A

Omdat kennis garandeert dat we (a) weten wat een goed leven is en (b) de dingen die we hebben, goed zullen gebruiken om dat te bereiken.

Hij gaat daarbij uit van Eudaimonisme: dat iedereen een goed leven wil hebben.

Waarde van wijsheid kan op 2 manieren geïnterpreteerd worden:

  1. ) Kennis is het enige dat waardevol is
  2. ) Kennis heeft een conditionele waarde: zonder wijsheid heb je niets aan gezondheid/vrienden etc.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe en door wie is de vormenleer van Plato beïnvloed?

A

Socrates: wat is x? -> hij was op zoek naar vormen

Parmenides: zijnde is eeuwig / onveranderlijk -> beschrijving vormen

Protagoras: wij oordelen vanuit ons perspectief. -> vormen staan los van ons perspectief en zijn niet zintuigelijk waarneembaar

Heraclitus: alles bestaat uit tegendelen en is voortdurend in beweging -> waarneembare wereld (compresence of opposites: ze zijn zowel zus als niet-zus)

Vroeger kreeg een leerling kunstenaar van zijn meester een ‘vorm’ een voorbeeld zodat hij dat na kon maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke functie spelen de vormen van Plato in zijn ontologie, epistemologie en ethiek?

A

Ontologie:

  • vorm van het goede staat boven alles (ook het zijnde) -> net als de zon die groei geeft en zichtbaar maakt
  • alles wat we waarnemen (sensibilia) zijn imitatie/participanten van de vormen (die steven naar de ideale vorm)

Ethiek:
-hoe we ons moeten gedragen kunnen we ook afleiden van de ideale vormen van deugden.

Epistemologie

  • wat we waarnemen (sensibilia) is een mening/overtuiging (veranderlijk)
  • echte kennis krijgen we via de vormen (door te redeneren)
  • we hebben de vormen in een vorig leven gekend, dus het waarnemen van participanten kan ons helpen herinneren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Leg de paradox of inquiry uit (Plato’s tekst ‘Meno’)

A

P1) Je kent x of je kent x niet.
P2) Als je x kent, kun je het niet onderzoeken (je gaat niet zoeken naar iets wat je al gevonden hebt - volledige kennis van het onderwerp)
P3) Als je x niet kent, kun je het niet onderzoeken (je gaat niet zoeken naar iets waar je nog nooit van gehoord hebt)
P4) Je kunt x niet onderzoeken (volgt uit P1, P2 en P3)

Kritiek: of P3 of P4 klopt niet. Er worden verschillende definities van kennen gebruikt (equivocation -> zelfde woord, verschillende betekenissen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly