College 10 - Scepticisme Flashcards

1
Q

Bij welke stromingen horen deze namen:

Arcesilaüs
Cicero
Sextus Empiricus

A

Sceptici

Arcesilaüs en Cicero hoeren bij de Academici ( -250 / 50 )
Sextus Empiricus bij de Pyrrhoonse sceptici ( 50 / 200 )

  • Arcesilaüs verwiep alle dogma
  • Cicero was een stuk milder, vond het oké om te kiezen voor een voorlopige aanname die het meest aannemelijk is (net als moderne wetenschap)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Een kenmerk van de Academici is hun polemisch scepticisme, leg uit.

A

Ze vallen de dogmatische leer van de Epicuristen en de Stoa aan.

Ononderscheidbaarheid-argument:

De epicuristen en de stoa geloven dat waarnemingen waar zijn omdat ze worden veroorzaakt door ware dingen. Maar, zeggen de academici, wat als dat ding er precies hetzelfde uitziet, maar toch anders is (bijv. identieke 2-ling). Dan trek je de verkeerde conclusie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welk alternatief bieden de Academici voor de ‘phantasia kataleptikê’ van de Stoa?

A

De ‘pithanè phantasia’ –> indrukken zijn geloofwaardig i.p.v. zeker.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is vernieuwend/kenmerkend aan de Pyrroonse sceptici?

A

Ze zagen een sceptisme als een levenshouding.

De kern van hun leer ziet er zo uit:
Diaphônia –> Epochê –> Ataraxia

  1. ) De kunst van een scepticus is om een diaphônia (onenigheid) te construeren waardoor alle opties even sterk lijken (isosthenie)
  2. ) Omdat alle opties hetzelfde zijn kun je geen conclusie trekken, dus short je je oordeel op (epochê) –> betekent letterlijk jezelf inhouden
  3. ) Doordat je geen oordelen hebt, bereik je een toestand van onverstoorbaarheid = geluk (ataraxia)

De 3de is bij toeval ontdekt, omdat het doel eerst was om geluk te krijgen door het vinden van de waarheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat helpt je bij het construeren van een diaphônia?

A

Verschillende ‘modi’ die je helpen een even sterke bewering tegen de originele bewering te zetten.

Aprippa noemt er 5:

  • onenigheid
  • regressie ad infinitum
  • relativiteit
  • hypothese
  • wederzijdsheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kun je sceptisch leven?

A

Ja, de sceptici waren behoorlijk conformistisch.

In het dagelijks leven lieten ze zich leiden door instinct, wetten, gewoonten, kunde en voorlopige aannames.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly