College 12 - Neoplatonisme

Question 1

Wie wat Plotinus?

En wat voor iets nieuws introduceert hij in de zijnsleer?

Answer 1

Zijn theorië vormt de overgang tussen het middenplatonisme en de neo-platonisme.

Hij constateert dat alle zijnden de kenmerk éénheid hebben:

• leger (verzameling)
• huis (samenstelling)
• planten (integraal)
• gezondheid (deugd)

Dus moet er wel een vorm zijn het Ene, waar alle zijnden en het zijnde zelf aan deelneemt.

Het is dus het hoogst van allemaal (want zelfs god of de intellect is verdeeld: denker vs gedachten/vormen)

Question 2

Welke hypostasen introduceert Plotinus?

Answer 2

1. ) Het Ene (Goede) –> volkomen één, de oorzaak van alles
2. ) Intellect / Zijn –> god / denker en gedachten / Plato’s vormen
3. ) Ziel
4. ) Materie

Question 3

Wat betekent ‘proodos’ en ‘epistrofe’?

Waarom zijn deze woorden belangrijk voor Plotinus?

Answer 3

proodos = emanatio --> voortgang
epistrofe = reversio --> terugkeer

Belangrijk omdat:

1. ) volgens Plotinus het Ene overvloeit van zichzelf en zo een spoor achterlaat (het zijn, de ziel en materie). –> voortgang/emanatie
2. )De dingen die zijn ontstaan uit het Ene verlangen ook teug naar hun bron –> reversie/terugkeer

• Dit staat allemaal los van tijd
• Materie mist de kracht om daadwerkelijk terug te keren –> ethisch zijn = als we dat toch proberen en ons niet laten afleiden door andere materie (rede helpt)

Question 4

Welk probleem lost Proclus op?

En hoe doet hij dat?

Answer 4

De probleem van participatie: de sprong van participant naar een ongeparticipeerde éénheid tijdens emanatie en reversie.

Hij vult de gaten op met bruggetjes: door een middenterm te poneren waardoor elke hypostase van Plotinus nu bestaat uit een triade:

1. ) ongeparticeerde vorm/intellect (transcendent, één)
2. ) geparticeerde vorm/intellect (immanent, vele)
3. ) participant (wij)

Question 5

Bij proclus keren wij ook terug via filosofie, deugden en inkeer, maar is materie niet slecht, waarom niet?

Answer 5

Omdat hoe hoger de veroorzaker hoe dieper hij werkt.

Het Ene --> veroorzaakt materie (dus goed!)
Zijn --> elementen
Leven --> planten
Intellect --> dieren
Rationele ziel --> rationele wezens