College 3 Flashcards

1
Q

Hoe definieer je geheugen?

A

The ability to store information, to retain it and apply it later, in both recognition and reproduction

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat waren de symptomen van patient HM en wat kunnen we hiervan afleiden?

A

Impairment in the long term memory, working memory intact
Kunnen hiervan afleiden dat er sprake is van een dissociation tussen WM en LTM

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de symptomen van patienten met een lesion in de left temporo parietal cortex? En wat kunnen we hiervan afleiden (HM meegenomen)

A

LTM intact, maar WM impaired. Hieruit kunnen we een dubbele dissociation afleiden tussen WM en LTM

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de problemen met het eerste model van Atkinson en Shiffrin?

A

-Volgens het model garandeert maintenance LT storage, maar leren hangt af van de nature of processing
- Het model suggereert een serial process, terwijl dit niet geldt voor impaired patients met bijv werkende LTM maar impaired WM

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat voegen Baddeley en Hitch toe aan hun model om de problemen van Atkinson en Siffrin op te lossen?

A

Attentional control
Dual pathways with limited capacity

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de verschillen tussen de modellen van Baddeley en Atkinson?

A
  1. Unitary system vs 3 interacting subsystems
  2. Successive stage vs parallel processing
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

In welke hemisfeer worden verbale taken geregeld? En in welke spatiele taken?

A

Verbaal: links
Spatieel: rechts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke relatie is er gevonden bij WM en patienten met MS?

A

Working memory deficit associated with speed of information processing in MS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is er in de eerste update van Baddeley toegevoegd aan het model?

A

De attention episodic buffer. Deze kan beinvloed worden door: 1. combinations of senses, 2. temporary store, 3. limited capacity, 4. conscious awareness, 5. passive rather than active retainment (?)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoeveel kan een phonological loop ongeveer onthouden?

A

Ongeveer 2 seconden aan spraak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de evolutionaire significantie van de phonological loop?

A

Het helpt bij het leren van taal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is rapid forgetting?

A

Het vergeten van informatie binnen een paar seconden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is declaratieve en procedure knowledge?

A

Declaratief is dat je het kan vertellen/uitleggen, procedure is dat je het doet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is impliciet en expliciete kennis?

A

Impliciet is dat je het onbewust weet, expliciet is dat je bewust bent ervan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat houdt autobiographical memory in?

A

Je herinneringen aan je eigen ervaringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is prospective memory?

A

Ability to execute delayed intentions (in the future i will have to do this)

17
Q

What two versions of prospective memory are there?

A
  1. Time based, in which you have to do something at a certain time
  2. Event based, in which you have to do something after a certain time
18
Q

Waar kan prospective memory een eventuele predictor voor zijn?

A

In hoeverre oudere volwassenen zelfstandig kunnen leven

19
Q

Welke symptomen van anterograde amnesia zijn gevonden in de studie naar hippocampal amnesia (5)

A
  1. Episodic memory defecit
  2. Many but not all impaired in semantic memory
  3. Spared short term memory
  4. Spared in skills and habits, priming, conditioning and simple category learning
  5. Familiarity based recognition controversial (wisselende uitkomsten)
20
Q

Welke symptomen van retrograde amnesia zijn gevonden in de studie naar hippocampal amnesia (5)

A
  1. Impairment often reported
    2.Extremely variable duration
  2. Time limited role of hippocampus – consolidation in neocortex
  3. Frequent episodic impairment
  4. Some semantic impairment.
21
Q

What causes Korsakoffs syndrome?

A

A vitamin B1 deficiency, often rooted in alcohol consumption or malnutrition

22
Q

What neural substrates are involved in the binding of information? And what specific function do they have? (4)

A
  1. Perirhinal cortex – object information
  2. Parahippocampus – spatial information
  3. Hippocampus – storage
  4. Hippocampal-diencephalic circuitry – formation of new memories (affected in korsakoff)