College 2 - Idealisme en behaviorisme Flashcards
Antwoord op het interactieprobleem van George Berkeley
Er is maar één substantie –> de geestelijke substantie (monisme)
Monisme
De positie dat er maar één substantie is de geestelijke, de fysische of nog heel wat anders
Materialisme
Claimt dat alles inde wereld materieel is of gemaakt van materie, ook de bewuste geest
Idealisme
Claimt dat alles in de wereld mentaal is, alles is een geestelijke substantie –> neemt de wetenschap niet serieus
Esse est percipi
Bestaan is waargenomen worden –> dingen bestaan in de materiële wereld alleen als je ze waarneemt, ogen dicht, niks, ogen open, het bestaat weer
Empirisme
Kennis via de ervaring door waarneming
Primaire eigenschappen
Bestaan afhankelijk van de mens (volume, grootte, breedte)
Secundaire eigenschappen
Eigenschappen die enkel bestaan omdat we ze waarnemen (geuren, kleuren, smaken)
Behaviorisme
Heeft de psychologie wetenschappelijk gemaakt, we moeten kijken naar gedrag van mensen om te snappen hoe hun brein werkt (tegenstroming van introspectie)
Black box
Menselijke geest beschouwen als een black box, een zwarte doos die dicht blijft –> wat tussen de input (stimulus) en output (response) zit
Psychologisch (methodologisch) behaviorisme
Een objectief, experimenteel deel van natuurlijke wetenschap.
Doel: Voorspelling en controle van gedrag
Gericht op: Het documenteren van stimulus respons correlaties (niks zeggen over de black box)
(Human thought is human behavior)
Behaviorisme en de geest
Soms zeiden ze dat ze niet geïnteresseerd waren in metafysische vragen als ‘wat is de geest?’
Het dilemma
Behaviorism was only a refusal to talk about consciousness. Nobody really believed he was not conscious
Filosofisch (analytisch/linguïstisch) behaviorisme
Filosofen werden behavioristen om logische en linguïstische redenen
De mythe van de ‘gost in a machine’
We hebben een geest, maar die kan niemand (anders) waarnemen