College 2 H 13 15 17 Flashcards
Wat is de belangrijkste chronische stressor?
lage sociale economsiche status (lage opleiding, weinig geld, etc)
Hangt een lage sociale status samen met het krijgen van een beroerte?
ja, hoge correlatie van rond de .80
Aan welk begrip is incomens ongelijkheid gerelateerd?
hoe meer hiervan hoe meer subjectieve armoede (mensen die zich arm vinden)
bepaald subjectieve armoede (beoordeeld door mensen zelf “perceptie”) ziekte uitkomsten net zo goed als objectieve armoede (daadwerkelijk gemeten aan de hand van cijfers)
ja
waarom zorgt lage SES voor meer stress? geassocieerd
meer levensgebeurtenissen, daily hassels en chronische stressoren. Modulerende factoren zijn bijvoorbeeld weinig sociale support en buitensluiting.
Wat is de functie van sociale steun bij stress?
het functioneert als een modulator.
Wat zijn de directe en indirecte effecten van sociaal support?
direct: zorgt voor algemene verbetering van het welzijn, onafhankelijk van de stressor–>”always good hypothesis”
gebrek wordt gezien als chronische stressor
indirect: stimuleert gezond gedrag–> healthier lifestyle hypothesis
emotionele steun, begrip.–>buffer hypothesis
wat illustreerde het experiment naar de invloed van “liefde” op stress bij ratten?
ratten die 1 dag (veel langer in menselijk perspectief) niet werden gelikt door een warm kwastje (simuleert liefde van moeders tong) hadden drie jaar later nog steeds hogere glucocoricoide (cortisol bij dieren) reacties op stress.
Wat is de rol van geloofde controle op de situatie op stress? geillustreerd met het experiment met ratten. Waarom is “geloofde” controle zo belangrijk
experiment met de ratten en schokken. drie condities
ratten met aan/uit schakelaar
ratten zonder aan/uit schakelaar
raaten met aan/uit schakelaar in het begin en daarna niet meer
groep drie hoogste stress: geimplanteerde tumor groei bijvoorbeeld.
interessant was dat het toevoegen van een niet functionerende aan/uit switch bij conditie drie weer zorgde voor enorme vermindering van stress–>perceptie is belangrijker dan controle zelf.
Wat zijn volgens Sapotsky twee belangrijke nuances in het remmende effect van voorspelbaarheid op stress?
wanneer een stressor schaars en/of **heel frequent ** is heeft voorspelbaarheid geen remmend effect.
wanneer informatie vlak voor een stressvolle gebeurtenis wordt gegeven, is er te weinig tijd om hier psychologische voordelen uit te halen.
Wanneer kan informatie over het gebeuren van een stressor in in de toekomst verergeren?
Wanneer een stressor echt vreselijk is en je er geen invloed op kunt uit oefenen (morgen overlijd je oma)