Cluster 4: Plasticiteit of hersenontwikkeling Flashcards
Plasticiteit
Verandering van structuur, functie en organisatie van neuronen of zenuwcellen als gevolg van nieuwe ervaringen.
Ervarings onafhankelijk
Bepaald door eigen lijf, volgens genetisch programma. Zonder invloed van buitenaf. Altijd in bepaalde volgorde.
Ervaringsverwacht
Bepaald door combi genen en omgeving. Kritische periode van belang.
Ervaringsafhankelijk
Afhankelijk van wat een individueel mens doet. Maakt hersenen verschillend.
Functionele plasticiteit
Verandering in werking van het brein. Gebieden kunnen functioneel verbonden zijn, (in)actief bij bepaalde taak.
- Activatie stijging
- Activatie daling
- Herverdeling
- Reorganisatie
Structurele plasticiteit
Verandering in fysieke structuur van het brein (grootte, vorm, densiteit, connectiviteit grijze/witte stof, ventrikels).
- Grijze stof
- Witte stof (is nog niet volledig ontwikkeld bij adolescenten, belangrijk bij EF)
Kritieke periode
Strikt tijdsvenster van verhoogde sensitiviteit voor exogene stimuli die noodzakelijk zijn voor normale ontwikkeling en die permanent competenties veranderen.
Bijv. Ontwikkeling zicht tussen 8 maanden en 3 jaar, moedereend experiment.
Abrupt begin en eind en daarna niet meer te fixen.
Sensitieve periode
Graduele fase waarin individu meest gevoelig is voor specifieke omgevingsstimuli. Beste periode om iets te leren.
Bijv. Aanleren van (2e) taal
Vaardigheid kan alsnog worden aangeleerd, maar minder efficiënt.
Belangrijk voor leren
“Neurons that fire together, wire together.”
Plasticiteit en pathologie
Schade beperkt zich niet enkel tot locatie van de laesie. Ook netwerk waar corticale gebied toe behoort wordt aangedaan.
Je ziet vaak meer schade bij snelle ontwikkeling van schade (bv. beroerte), dan langzame schade (glioom) door minder tijd voor plasticiteit.
Bij trage evolutie zie je dat connectiviteit tussen andere modules versterkt wat voor compensatie kan zorgen en daardoor minder cognitieve problemen.
Hiërarchisch proces van reorganisatie
Bij beginnende schade zie je nabijgelegen gebieden bijspringen. Wat steeds verder uitbreidt:
1. Blijvende functionaliteit in aangetast gebied -> weefsel functioneert nog.
2. Redistributie van gebieden rond aangetast gebied.
3. Betrokkenheid van veraf gelegen ipsilaterale gebieden of contralateraal (andere kant).
Crossmodale plasticiteit
Hersengebied verandert in type informatie wat het verwerkt.
Contralaterale plasticiteit
Hersenfunctie wordt overgenomen door gebied aan andere kant van hersenen.
Neuroplasticiteit verhogen door
- Rijke omgeving en multimodale stimulatie (VR training, muziek-gerelateerde therapie)
- Hersenstimulatie (Activeren van bepaalde hersengebieden)
- Farmacologische modulator van neurale plasticiteit (Amfetamines, levodopa)
Plasticiteit over lifespan
- Levensbegin -> organisatie van onvolwassen brein.
- Volwassenheid -> iets nieuws leren of iets herinneren.
- Hersenschade -> compensatie verloren functies of maximaliseren overgebleven functies.