Cliënt en omgeving thema 25 cultuur Flashcards

1
Q

Wat is de definitie van cultuur?

A

Het geheel van waarden en normen dat mensen aan elkaar doorgeven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de definitie van waarde en normen?

A
Waarde = Wat vind je belangrijk? 
Norm = Welk gedrag hoort daarbij.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat wordt er verstaan onder socialisatie?

A

Het proces waardoor waarden en normen overgedragen worden van mens tot mens.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat wordt er bedoeld met primaire socialisatie?

A

Het overnemen van waarden en normen van gezin, familie en school.

  • Door beloning en correctie
  • Door imitatie
  • Door identificatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat wordt er bedoeld met secundaire socialisatie?

A

Het overnemen van waarden en normen van vrienden, buurt en leeftijdsgenoten.

  • Peergroup
  • Massamedia
  • Bijzondere situaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke drie cultuurgroepen worden er genoemd?

A
  • Hoofdcultuur
  • Subcultuur
  • Tegencultuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de definitie van de hoofdcultuur?

A

Als er in een samenleving één cultuur overheersend is, spreken we van een dominante cultuur. De hoofdcultuur wordt gevormd door de waarden en normen waarin de meerderheid van het volk zich herkent.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de definitie van een subcultuur?

A

Een subcultuur is een cultuur van een bepaalde groep mensen met eigen waarden en normen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de definitie van de tegencultuur?

A

Er is sprake van een tegencultuur als de waarden en normen afwijken van die van de dominante cultuur. Tevens zijn tegenculturen in conflict met de dominante cultuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Een bekende indeling van culturen is die van David Pinto. Hij maakt onderscheid tussen twee soorten culturen. Welke zijn dit?

A
  • G-cultuur (grofmazige): Moderne Westerse cultuur. Kent alleen algemene gedragsregels en veel individuele vrijheid om deze nader in te vullen.
  • F-cultuur (fijnmazige): traditionele niet-westerse cultuur. Kent gedetailleerde gedragsregels, waaraan iedereen zich dient te houden.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe noemt David Pinto de culturen die tussen de g-cultuur en de f-cultuur in zitten?

A

Middenmazige culturen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de definitie van een multiculturele samenleving?

A

Een samenleving met veel verschillende culturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de definitie van levensbeschouwing?

A

De manier waarop mensen tegen het leven aankijken en wat ze zien als de zin van het leven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat wordt er bedoeld met sociale controle?

A

Mechanismen die gehanteerd worden om elkaar ertoe te bewegen zich volgens bepaalde normen en waarden te gedragen. Door te belonen en te straffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat wordt er bedoeld met sociale controle?

A

Mechanismen die gehanteerd worden om elkaar ertoe te bewegen zich volgens bepaalde normen en waarden te gedragen. Door te belonen en te straffen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat wordt er bedoeld met geslachtsspecifieke socialisatie?

A

Andere normen en waarden hanteren voor jongens en meisjes.

17
Q

Wat wordt er bedoeld met milieuspecifieke socialisatie?

A

Socialisatie binnen specifieke leefomstandigheden, bijvoorbeeld het gezin, het beroep, inkomensniveau, huisvesting. In lage milieus worden andere normen en waarden belangrijk gevonden dan in hogere milieus.

18
Q

Wat is de definitie van formele socialisatie?

A

De bewust overdracht van waarden en normen. Wordt bijv. op school aangeleerd.

19
Q

Wat is de definitie van informele socialisatie.

A

Onbewuste overdracht van waarden en normen. Wordt bijvoorbeeld opgepikt door met andere kinderen om te gaan.

20
Q

Wat wordt er bedoeld met identificatie?

A

Zich identificeren met iemand, hetzelfde willen zijn als iemand anders.