Chapter 5 Flashcards
Actief luisteren
In je eigen woorden herhalen wat de ander heeft gezegd
Basiswoordenschat
De woorden die het meest voorkeuren in het dagelijks taalgebruik
Begripsvorming
Het kind ontwikkelt zelf begripsvorming door algemene kenmerken te herkennen die horen bij een woord
Figuurlijk woordgebruik
Met het beschrijven van een beeld (in een zin) maak je duidelijk wat je bedoelt
Gesproken taal
Gesproken taal gebruik je vooral bij het verwoorden van wat je denkt, als je informatie of je mening wilt delen
Intonatie
Intonatie is een verandering in de klank zodat het woord meer opvalt
Lichaamstaal
Lichaamstaal bestaat uit je lichaamshouding , gezichtsuitdrukking en gebaren
Meertaligheid
Opgroeien met twee (of meer) talen