Chapter 4 Flashcards
Beeldende vorming
Kinderen leren dat ze hun gevoelens en ervaringen kunnen uitdrukken
Bewuste vormgeving (drama)
Jonge basisschoolkinderen (6 tot 9 jaar) realiseren zich de verschillen tussen en het doel van spelvormen en spelelementen
Creativiteit
Creativiteit heeft te maken met de manier waarop je problemen oplost, op een ander manier dan normaal
Creatieve eigenschappen
- Nieuwsgierigheid
- Onafhankelijkheid
- Ontvankelijkheid
- Openheid
- Flexibiliteit
- Speelsheid
- Gedrevenheid
- Zelfvertrouwen
Danselementen
- Tijd
- Kracht
- Ruimte
- Bewegingskwaliteiten
Dansexpressie
Met herkenbare onderwerpen en inspiratiebronnen zoals afbeeldingen, verhalen enz. geven kinderen ideeën, gevoelens, ervaringen en gebeurtenissen in vorm in dans
Functie van muziek
Muziek kan heel associatief werken, kan emoties oproepen en emotie overdragen
Herkenbaarheidsfase
Rond drie jaar begint een tekening op iets te lijken. Het kind herkent iets in zijn tekening als hij al is gemaakt
Inspiratiebronnen
Vaak ziet een kunstenaar een bepaalde lichtinval, ruikt een geur of gebruikt een nieuw materiaal om een nieuw idee voor een kunstwerk te maken
Koppoter
Het bestaat uit een rond of ovaal hoofd waar twee benen getekend zijn.
Krabbelfase
In de tekenontwikkeling start de peuter (2 tot 4 jaar) met gekras
Kunstbeschouwing
Kinderen beleven kunst. Door kunst te beleven leren kinderen zich open te stellen
Mentale representatie
Een kind (2 tot 4 jaar) kan vooraf bedenken wat het gaat maken. De peuter kan dus al een beeld in zijn hoofd maken van een gebeurtenis
Muzikale ontwikkeling
De ontwikkeling van kinderen op muzikaal gebied.
Realistische fase
In deze fase wordt vooral alles getekend wat het kind ziet of heeft gezien