Casus 5 Flashcards
Marktfalen
(= wanneer een markt leidt tot een inefficiënte allocatie van schaarse middelen als gevolg van inefficiënties in de markt)
Externaliteiten
(= externe effecten; iemands ‘consumptie’ kan mogelijk (negatieve/positieve)
effecten hebben voor anderen)
Overheidsbeleid
(= beleid dat door de overheid gemaakt en uitgevoerd wordt)
Beleidsinstrumenten
(= al datgene dat een actor gebruikt of kan gebruiken om een bepaald
doel te bereiken)
Gereguleerde concurrentie
(= concurrentie die door de overheid wordt gereguleerd)
Economische mededinging
(= de strijd tussen verschillende partijen om een doel te bereiken
dat slechts voor enkele is weggelegd)
Regulering
(= regels uitvaardigen om het gedrag van individuen/bedrijven te beïnvloeden)
Risicoselectie
(= verzekeraars zorgen ervoor dat alleen lage risico’s zich verzekeren)
Dump
(= weigeren van hoge risico’s om zich te verzekeren)
Cream skimming
(= zorgen dat lage risico’s zich verzekeren)
Skimp
(= minder dan de optimale kwaliteit en kwantiteit van een dienst geven)
Beleid
(= het streven naar het bereiken van bepaalde doeleinden met bepaalde middelen en
bepaalde tijdskeuzes)
Beleidsproces
(= het dynamische verloop van handelingen, argumenten en interacties met
betrekking tot een beleid)
Agendavorming
(= het proces waardoor maatschappelijke problemen de aandacht krijgen
van het publiek en van de beleidsbepalers)
Beleidsvoorbereiding
(= het verzamelen en analyseren van informatie en het formuleren van
adviezen over het beleid)
Beleidsbepaling
(= het nemen van beslissingen over de inhoud van een beleid)
Beleidsinvoering- en uitvoering
(= het uitvoeren van het beleid)
Naleving van het beleid en de beleidshandhaving
(= de zorg dat de gestelde gedragsnormen
werkelijk worden nageleefd)
Beleidsevaluatie
(= beoordelen van de inhoud, het proces en de effecten van een beleid)
Terugkoppeling
(= het verwerken van de bevindingen van een evaluatie en het op basis
daarvan opnieuw bepalen van het beleid of het beleidsproces)
Beleidsbeëindiging
(= het staken van een beleid)
Eisen
(= de claims die door aanpassing of voortzetting van beleid een beter resultaat boeken)
Steun
(= geven van vertrouwen aan bevoegde instanties)
Juridisch beleidsinstrument
(stick, authority-based) (= vanuit bepaalde waarden en beginselen worden concrete normen geformuleerd ten aanzien van gewenst en ongewenst gedrag)
Bijvoorbeeld parkeerverbod