Casus 4 Flashcards
Markt
(= plaats waar vragers en aanbieders elkaar ontmoeten)
Gezondheidszorgmarkt
(= plaats waar vragers en aanbieders naar/van zorg elkaar
ontmoeten)
Markt voor het kopen van gezondheidszorg
(= gezondheidszorgmarkt)
Verzekeringsmarkt
(= plaats waar vragers en aanbieders van/naar verzekeringen elkaar
ontmoeten)
Gereguleerde concurrentie
(= concurrentie die door de overheid wordt gereguleerd)
Antitrust
(= mededingingsrecht; recht met betrekking tot concurrentie)
Marktstructuur en types
(= het geheel van factoren en omstandigheden waaronder
concurrentie plaatsvindt)
Prijsbepaling
(= prijs bepalen bij een bepaalde hoeveelheid door de aanbieder)
Hoeveelheidsaanpassing
(= hoeveelheid aanpassen aan een bepaalde prijs door de
aanbieder)
Markt actoren
(= vragers en aanbieders)
Prijsmechanisme
(= prijzen reageren op tekorten en overschotten)
Efficiëntie
(= gaat om het maximaliseren van baten met de beschikbare middelen of het
minimaliseren van kosten voor een bepaald niveau van baten)
Pareto-efficiëntie/allocatieve efficiëntie
(= het punt waarop niemand kan winnen zonder dat iemand anders
slechter af is)
Zorgverleningsmarkt
(= de levering van zorg door zorgaanbieders aan zorgvragers)
Zorgverzekeringsmarkt
(= de levering van financiële zekerheid in ruil voor een premie)
Zorginkoopmarkt
(= het inkopen van zorg door zorgverzekeraars voor hun verzekerden tegen
een bepaalde prijs)
Marktwerking
(= het tot stand komen van een evenwichtsprijs voor een goed of dienst,
wanneer er een gegeven verhouding bestaat tussen vraag en aanbod)
Goede marktwerking
(= vragers en aanbieders kunnen onafhankelijk van elkaar opereren en
zijn goed geïnformeerd over de prijs en de kwaliteit van de aangeboden producten of
diensten)
Technische efficiëntie/operationele efficiëntie
(= een bepaalde output bewerkstelligen bij
minimale inputs)
Productieve efficiëntie/economische efficiëntie
(= een maximale output bewerkstelligen bij
bepaalde kosten of een bepaalde output bewerkstelligen bij minimale kosten)
Consumentenefficiëntie
(= iedere consument maximaliseert zijn/haar nut)
Producentenefficiëntie
(= iedere producent maximaliseert zijn/haar winst)
Edgeworth Box
(= een context om het idee van Pareto-efficiëntie duidelijk te maken)
Eerste welvaartstheorema
(= een markt van volkomen concurrentie leidt tot Pareto-
efficiëntie)