Cardiovasculair systeem- DEEL 1

Question 1

Clonidine

Answer 1

groep: antihypertensiva met centraal effect (α2-agonist)
indicatie: hypertensie
effect: daling BP

Question 2

methyldopa

Answer 2

groep: antihypertensiva met centraal effect (valse neurotransmitter)
indicatie: hypertensie (tijdens zwangerschap)
effect: daling BP
SIDE EFFECTS: sedatie, hoofdpijn, orthostatische hypotensie, oedeem, depressie

Question 3

Moxonidine

Answer 3

groep: antihypertensiva met centraal effect
indicatie: hypertensie
effect: daling BP (selectiever dan methyldopa)

Question 4

Isosorbide

Answer 4

groep: nitrovasodilatator
indicatie: angina pectoris, linkerhartfalen
effect: vasodilatatie (NO) –> lagere zuurstofnood –> minder hartarbeid, coronaire VD –> meer zuurstof-“reserve” (zonder medical steal fenomeen)

Question 5

Nitroglycerine

Answer 5

groep: nitrovasodilatator
indicatie: angina pectoris, linkerhartfalen
effect: vasodilatatie (NO) –> lagere zuurstofnood –> minder hartarbeid, coronaire VD –> meer zuurstof-“reserve” (zonder medical steal fenomeen)

Question 6

Molsidomine

Answer 6

groep: nitrovasodilatator
indicatie: angina pectoris, linkerhartfalen
effect: vasodilatatie (NO) –> lagere zuurstofnood –> minder hartarbeid, coronaire VD –> meer zuurstof-“reserve” (zonder medical steal fenomeen)

Question 7

Digoxine

Answer 7

groep: digitalis glycoside
indicatie: atriumfibrillatie, (hartfalen na eerstelijnstherapie)
effect: positief inotroop, gedaalde atrioventriculaire geleiding (parasympaticomimetisch effect), aritmieën

Question 8

Verapamil

Answer 8

groep: calciumantagonist
indicatie: aritmieën
effect: gedaalde contractiliteit, hartritme en atrioventriculaire geleiding, vasodilatatie (coronair en perifeer)

Question 9

Diltiazem

Answer 9

groep: calciumantagonist
indicatie: angina pectoris
effect: in mindere mate dan verapamil gedaalde contractiliteit, hartritme en atrioventriculaire geleiding, vasodilatatie

Question 10

Nifedipine

Answer 10

groep: calciumantagonist
indicatie: hypertensie, syndroom van Reynaud, centrale spasmen na SAB, vroeggeboorte
effect: sterke vasodilatatie en dus daling BP –> activatie sympaticus –> geen/licht stimulerend effect op hartcontractiliteit, -geleiding en -ritme

Question 11

Amlodipine

Answer 11

groep: calciumantagonist
indicatie: hypertensie (in combinatiepreparaat Coveram)
effect: sterke vasodilatatie en dus daling BP –> activatie sympaticus –> geen/licht stimulerend effect op hartcontractiliteit, -geleiding en -ritme

Question 12

Captopril, -pril

Answer 12

groep: ACE-inhibitor
indicatie: hypertensie, hartfalen, na myocard infarct, chronisch nierfalen
effect: verlaagde BP en afterload, diurese (lager volume); minder cardiale en vasculaire hypertrofie, vasodilatatie (< bardykinine maar nevenwerking: droge hoest)

Question 13

Perinidopril

Answer 13

groep: ACE-inhibitor
indicatie: hypertensie, hartfalen, na myocard infarct, chronisch nierfalen (in combinatiepreparaat Coveram)
effect: verlaagde BP en afterload, diurese (lager volume); minder cardiale en vasculaire hypertrofie, vasodilatatie (< bardykinine maar nevenwerking: droge hoest)

Question 14

Losartan, -sartan

Answer 14

groep: sartan, ACE-inhibitor (competitieve antagonist voor AT1-R)
indicatie: hypertensie, hartfalen, diabetische nephropathie, na mycocard infarct, droge hoest door ACE-inhibitor
effect: daling BP en afterload, positief effect AT2-R valt niet weg

Question 15

Furosemide

Answer 15

groep: lisdiureticum
indicatie: hartfalen, hypertensie, cirrhose met ascites (gedecompenseerde levercirrhose), water- en zout retentie, hypercalcemie
effect: daling BP, natrium en water verlies, hypokaliëmische metabole alkalose, calciumverlies

Question 16

Indapamide

Answer 16

groep: thiazide
indicatie: hypertensie, mild hartfalen, water- en zout retentie, hypercalciurie
effect: daling BP, natrium en water verlies, hypokaliëmische metabole alkalose, meer calcium reabsorptie

Question 17

Amiloride

Answer 17

groep: kalium-sparend diureticum
indicatie: in combinatie met thiazide of lisdiureticum in geval van hypertensie en hartfalen, hyperaldosteronisme, cirrhose met ascites
effect: daling BP, verlies natrium en water, hyperkaliëmie (risico voor acidose)
- -> blokkeert enkel apicaal Na-kanaal (ENaC)

Question 18

Spironolactone

Answer 18

groep: kalium-sparend diureticum
indicatie: in combinatie met thiazide of lisdiureticum in geval van hypertensie en hartfalen, hyperaldosteronisme, cirrhose met ascites
effect: daling BP, verlies natrium en water, hyperkaliëmie (risico voor acidose)
- -> blokkeert zowel apicaal Na (ENaC)-kanaal als basolaterale Na/K-pomp

Question 19

Acetazolamide

Answer 19

groep: carbo anhydrase inhibitor
indicatie: glaucoom, epilepsie, hoogteziekte (compensatie voor respiratoire alkalose)
effect: minder bicarbonaat en natrium reabsorptie, meer protonensecretie –> metabole acidose

Question 20

Mannitol

Answer 20

groep: osmotisch diureticum
indicatie: acute renale insufficiëntie met oligurie-anurie, acuut verhoogde IOP, acuut verhoogde ICP
effect: verhoogde osmotische druk in plasma –> waterextractie uit hersenen en ogen (pressure relief)