Cardiologie Flashcards

1
Q

hoofdtypen van dardiovasulaire ziekten

A

CAD - Coronary artery disease
- Angina pectoris (pijn op borst)
- MI (vernauwde ader)

Chronische hartfalen (structurele en functionele abnormaliteit van het hart)

ritmestoornissen

perifere vaatleider (PAD) in lagere delen van het been

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoofdtypen van dardiovasulaire ziekten - diagnose

A

ECG, Echo, Bloed test

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoofdtypen van dardiovasulaire ziekten - behandeling

A

Medicatie, By-pass, stent

medicatie , pacemaker , hart transplantatie

ICD - een schok inwendig bij hartstilstand

wandelen, maar behandeling moeilijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

psychologische risico factoren van CVD ontwikkeling

A

psychologische disstress
- depressie
- angst
- sociale steun
- type a persoonlijkheid (boosheid)
- type d persoonlijkheid (negatief affect)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

psychologische risico factoren van CVD ontwikkeling - en progressie

A

voorspeller PRO = ernst ziekte, behandeling en psychosociale factoren

voorspeller depressie = sociale factoren, algemeen welbevinden, sociale steun

voorspeller angst = type d persoonlijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

psychologische risico factoren van CVD ontwikkeling - en mechanisme / routes

A

gedragsmechanisme = leefstijlfactoren en medicatie ontrouw

psychofysiologische mechanisme = HPA-as zorgt voor ontstekingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

psychosociale gevolgen van hart en vaatziekten en hun determinanten

A

depressie en angst (PTSD)
gezondheidsstatus = symptomen, functioneren en kwaliteit van leven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

psychologische interventies voor patienten met hart en vaat ziekten en uitkomsten

A

Cognitieve gedragsterapie
psycho-educatie
stress management

uitkomsten:
klein effect op depressie
geen voordelige effecten voor het verminderen van dood of hart en vaat zietken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

atherosclerose

A

naarmate je ouder word is er meer schade in de aders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

type ritme stoornissen
bradycardia
tachycardia
atrial flutter
ventricular tacycardia
ventriculaire fibrillatie

A

hart ritme te laag

hart ritme te snel

tachycardia in de atria van het hart

tachycardia in de ventrikel van het hart

elektrische chaos in de ventrikels maken ze schudden (plotselinge hartstilstnad)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

patient raported outcomes (PRO’s)

A

de zelf gerapporteerde symptomen, gevoelend en andere ervaringen van patienten met hart en vaat ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly