CARDIO 2 - Hartwerking en Coronair Systeem Flashcards

LET OP! ANATOMIE HART OEFENEN OP ANATOMIE ONLINE

1
Q

Lagen van hart (binnen > buiten)

A
  1. Endocard
  2. Myocard
  3. Pericard (bestaat uit 2 lagen. Binnenste laag is epicard)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Pompen

A
  1. Adempomp (creert veneuze dilatatie door vergroten thorax)
  2. spierpomp (helpen terugvoeren van bloed naar hart)
  3. hartkleppen (richting bloedstroom)
  4. hartpomp (pompen bloed door contracties) > door myocardium
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hartkleppen (Artioventriculaire kleppen)

A
  1. rechterklep (3 slippig, tricuspidalis)
  2. linkerklep (2 slippig, bicuspidalis)
  3. longslagaderklep / pulmonaalklep
  4. aortaklep
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Fysiologie prikkelgeleiding (kort > zie samenvatting voor toelichting)

A

Prikkel volgt deze stappen:
1. sinusknoop
2. AV-knoop
3. Bundel van His
4. Purkinjevezels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Sporthart

A

Een sporthart kan de hartslag vertragen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hartfrequentie wordt verhoogd door…

A

…inspanning en adrenaline

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Nervus Vagus / Zwevende zenuw

A

heeft een vertragend effect op de sinusknoop > prikkelgeleiding trager

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Nervi accelerantes

A

versnelt de prikkelgeleiding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ligging sinusknoop

A

In de wand van rechterboezem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ligging AV-knoop

A

Grens rechterboezem / Rechterventrikel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ligging bundel van his

A

Septum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ligging Purkinjevezels

A

In ventrikelwand + Apex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Spier linkerkamer/ventrikel

A

is groter, want moet harder werken om bloed rond te pompen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Stappen hartfases (kort > zie samenvatting voor toelichting)

A
  1. Atriumsystole (0,1 sec)
  2. Ventrikelsystole (0,3 sec | p-top)
  3. Diasystole (0,4 sec | t-top) > repolarisatie van kamers

Totaal duurt elke hartactie 0,8 sec

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Harttonen

A

1e harttoon = sluiten de boezemkamerkleppen
2e harttoon = sluiten kleppen aorta en longslagader

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

RR in hart

A
  1. RR in hart is ongelijk
  2. Tijdens rustfase hart 0-5 mmHg
  3. tijdens boezemsystole 5 mmHg
  4. tijdens isovolumetrische fae wordt de kamerdruk opgevoerd de Aortadruk is gedaald naar 80 mmHg en de druk in de longslagaders naar 10 mmHg.
  5. tijdens de ejectiefase: rechterkamer 30 mmHg | linkerkamer 120 mmHg
  6. vervolgens 12 mmHg
17
Q

Hartminuutvolume (HMV)

A

Hoeveelheid bloed die per minuut wordt weggepompt (cardiac output) > ca. 5L/min

18
Q

Hartfrequentie (HF)

A

Aantal samentrekkingen p/m

19
Q

Slagvolume

A

aantal ml bloed dat per samentrekking wordt weggepompt

20
Q

HMV/min

A

HF x Slagvolume

21
Q

Wanneer kan O2 het beste bij de hartspiercellen?

A

In de ontspanningsfase kan de O2 de spiercellen het beste bereiken. De kransslagaders kunnen zich dan vullen.