C14 neuropsychologie Flashcards

1
Q

neuropsychology

A

het deel van de psychologie waarvan het doel is om de relaties tussen hersenprocessen te verkennen en te begrijpen, gedrag en psychologische functioneren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

clinical neuropsychologists

A

neuropsychologen die test en andere methoden gebruiken om te proberen neuropsychologische problemen en intacte functies bij individuele patienten te begrijpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

localization of function

A

het idee dat specifieke psychologische functies kunnen worden beinvloed door schade aan specifieke hersengebieden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

stroke (cerebral infarct)

A

een verlies van bloedtoevoer naar een deel van de hersenen, resulterend in hersenschade dien een aspect van gedrag of mentale processen verstoort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

lesion

A

een gebied met beschadigd weefsel in de hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

modules

A

regio’s van de hersenen die hun eigen unieke soort analyse uitvoeren van de informatie die ze ontvangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

neuropsychological assesment

A

testen van een patients geheugen, lezen, motorische coordinatie en andere cognitieve en zintuigelijke functies in een poging om problemen in de hersenen te lokaliseren die verantwoordelijk zijn voor neuropsychologische symptomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

traumatic brain injury (trauma)

A

een impact op de hersenen veroorzaakt door een klap of een plotselinge, gewelddadige beweging van het hoofd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

cerebrospinal fluid

A

een heldere vloeistof die de hersenen omringt en buffert tegen trillingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

neurodegenerative diseases

A

aandoeningen in de hersenen die resulteren in een geleidelijk verlies van zenuwcellen en van de cognitieve of andere functies waarbij de cellen normaal gesproken betrokken zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

syndrome

A

een patroon van symptomen geassocieerd met een specifieke aandoening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

amnestic disorders

A

neuropsychologische aandoening die geheugenverlies met zich meebrengen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

korsakoff’s syndrome

A

een amnestische aandoening bij mensen van wie het thiamine (vitamine B1) gehalte is uitgeput door onvoldoende voeding of alcoholisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

confabulation

A

een kenmerk van sommige neuropsychologische aandoeningen waarbij patienten foute herinneringen melden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

consciousness disturbances

A

neuropsychologische aandoeningen waarbij er beperkingen zijn in het vermogen om zich bewust te zijn van de wereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

reticular formation

A

een verzameling cellen en vezels in de achterhersenen en middenhersenen die betrokken zijn bij de opwinding en aandacht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

delirium

A

perioden van abnormaal aangetaste of abnormaal verhoogde bewustzijnsniveaus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

perceptual disturbances

A

neuropsychologische stoornissen waarbij er beperkingen zijn in het vermogen om inkomende sensorische informatie te organiseren, herkennen, interpreteren en begrijpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

language disorders (aphasias)

A

neuropsychologische aandoeningen waarbij er verstoringen zijn in het vermogen om taal te spreken, lezen, schrijven en begrijpen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

broca’s aphasia

A

een taalstoornis waarin er sprake is van een verlies van vloeiende spraak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

wernicke’s aphasia

A

een taalstoornis waarbij er eenn verlies is van het vermogen om geschreven of gesproken taal te begrijpen en om verstandige spraak te produceren

22
Q

apraxia

A

neuropsychologische stoornis waarbij er beperkingen zijn in het vermogen om eerder geleerde motorische vaardigheden uit te voeren of te coordineren

23
Q

dementia

A

neuropsychologische aandoeningen waarbij er significante en ontwrichtende beperkingen zijn in het geheugen, evenals in perceptuele vaardigheden, taal of geleerde motorische vaardigheden

24
Q

alzheimer’s disease

A

dementie als gevolg van een neurodegeneratieve ziekte die wordt gekenmerkt door het verlies van cognitieve functies

25
Q

vascular dementia

A

een vorm van dementie veroorzaakt door meerdere beperkingen van de bloedtoevoer van de hersenen

26
Q

het deel van de psychologie waarvan het doel is om de relaties tussen hersenprocessen te verkennen en te begrijpen, gedrag en psychologische functioneren

A

neuropsychology

27
Q

neuropsychologen die test en andere methoden gebruiken om te proberen neuropsychologische problemen en intacte functies bij individuele patienten te begrijpen

A

clinical neuropsychologists

28
Q

het idee dat specifieke psychologische functies kunnen worden beinvloed door schade aan specifieke hersengebieden

A

localization of function

29
Q

een verlies van bloedtoevoer naar een deel van de hersenen, resulterend in hersenschade dien een aspect van gedrag of mentale processen verstoort

A

stroke (cerebral infarct)

30
Q

een gebied met beschadigd weefsel in de hersenen

A

lesion

31
Q

regio’s van de hersenen die hun eigen unieke soort analyse uitvoeren van de informatie die ze ontvangen

A

modules

32
Q

testen van een patients geheugen, lezen, motorische coordinatie en andere cognitieve en zintuigelijke functies in een poging om problemen in de hersenen te lokaliseren die verantwoordelijk zijn voor neuropsychologische symptomen

A

neuropsychological assesment

33
Q

een impact op de hersenen veroorzaakt door een klap of een plotselinge, gewelddadige beweging van het hoofd

A

traumatic brain injury (trauma)

34
Q

een heldere vloeistof die de hersenen omringt en buffert tegen trillingen

A

cerebrospinal fluid

35
Q

aandoeningen in de hersenen die resulteren in een geleidelijk verlies van zenuwcellen en van de cognitieve of andere functies waarbij de cellen normaal gesproken betrokken zijn

A

neurodegenerative diseases

36
Q

een patroon van symptomen geassocieerd met een specifieke aandoening

A

syndrome

37
Q

neuropsychologische aandoening die geheugenverlies met zich meebrengen

A

amnestic disorders

38
Q

een amnestische aandoening bij mensen van wie het thiamine (vitamine B1) gehalte is uitgeput door onvoldoende voeding of alcoholisme

A

korsakoff’s syndrome

39
Q

een kenmerk van sommige neuropsychologische aandoeningen waarbij patienten foute herinneringen melden

A

confabulation

40
Q

neuropsychologische aandoeningen waarbij er beperkingen zijn in het vermogen om zich bewust te zijn van de wereld

A

consciousness disturbances

41
Q

een verzameling cellen en vezels in de achterhersenen en middenhersenen die betrokken zijn bij de opwinding en aandacht

A

reticular formation

42
Q

perioden van abnormaal aangetaste of abnormaal verhoogde bewustzijnsniveaus

A

delirium

43
Q

neuropsychologische stoornissen waarbij er beperkingen zijn in het vermogen om inkomende sensorische informatie te organiseren, herkennen, interpreteren en begrijpen

A

perceptual disturbances

44
Q

neuropsychologische aandoeningen waarbij er verstoringen zijn in het vermogen om taal te spreken, lezen, schrijven en begrijpen

A

language disorders (aphasias)

45
Q

een taalstoornis waarin er sprake is van een verlies van vloeiende spraak

A

broca’s aphasia

46
Q

een taalstoornis waarbij er eenn verlies is van het vermogen om geschreven of gesproken taal te begrijpen en om verstandige spraak te produceren

A

wernicke’s aphasia

47
Q

neuropsychologische stoornis waarbij er beperkingen zijn in het vermogen om eerder geleerde motorische vaardigheden uit te voeren of te coordineren

A

apraxia

48
Q

neuropsychologische aandoeningen waarbij er significante en ontwrichtende beperkingen zijn in het geheugen, evenals in perceptuele vaardigheden, taal of geleerde motorische vaardigheden

A

dementia

49
Q

dementie als gevolg van een neurodegeneratieve ziekte die wordt gekenmerkt door het verlies van cognitieve functies

A

alzheimer’s disease

50
Q

een vorm van dementie veroorzaakt door meerdere beperkingen van de bloedtoevoer van de hersenen

A

vascular dementia