bundel voc p17-18 Flashcards
de verslaving
die sucht
verslaafd zijn
süchtig sein
de afhankelijkheid
die abhängigkeit
afhankelijk van drugs
drogenabhängig
afhankelijk van geneesmiddelen
tablettenabhängig
het drugsverbruik
der drogenkonsum
het verdovend middel
das rauschgift
het bewustzijn
das bewusstsein
de metropool
die metropole
het signaal
das signal
de preventie
die prävention
de voorkoming
die vorbeugung
de voorlichting
die aufklärung
het effect
der effekt
de prikkel
der reiz
heimelijk
heimlich
ruiken
riechen
verraden
verraten
te veel vragen van
überfordern
consumeren
konsumieren
het verbruik
der konsum
de consument
der konsument
bevredigen
befriedigen
de bevrediging
die befriedigung
op het slechte pad geraken
auf die schiefe bahn geraten
schaamteloos
ohne scheu und scham
van drugs afkomen
von drogen loskommen
therapie
die therapie
experimenteren
experimentieren
het experiment
das experiment
de kliniek
die klinik
de ontwenningskuur
der entzug
de voorwaarde
die voraussetzung
de kick
der kick
de gevangenis
das gefängnis
overwinnen
überwinden
de overwinning
die überwindung
volhouden
durchhalten
fascineren
faszinieren
de fascinatie
die faszination
de getroffene
der betroffene
de elektronische brievenbus
die mailbox
de e-mail
die E-Mail
de factor
der faktor
onmiddelijk
unmittelbar
virtueel
virtuell
reëel
real
de werkelijkheid
die realität
intiem
intim
het overgewicht
das übergewicht
de reclame-industrie
die werbeindustrie
de eetstoornis
die eSSStörung
het dieet
die diät
dieet volgen
eine diät machen
goed gezind zijn
gut gelaunt sein
iets onder controle krijgen
etwas in den griff bekommen
overgeven
erbrechen
de tong
die zunge
de lip
die lippe
de navel
der nabel
de tandarts
der zahnarzt
de spier
der muskel
de verlamming
die lähmung
de naald
die nadel
de knop
der knopf
het poeder
der/das puder
de zak
die tüte
het zakje
das tütchen
eerst
zunächst
anders
sonst
andere
sonstige
beslist
unbedingt
evenwel
allerdings
runnen
betreiben
sieraden
der schmuck
het sieraad
das schmuckstück
versieren
schmücken
de pijn
der schmerz
pijnlijk
schmerzhaft
ontbreken
mangeln
het gebrek
der mangel
verwonden
verletzen
de verwonding
die verletzung
de gewonde
der verletzte
besmetten
infizieren
de besmetting
die infektion
kennen
kennen
de kennis
die kenntnis
organiseren
veranstalten
de manifestatie
die veranstaltung
voelen
empfinden
gevoelig
empfindlich
mooi
schön
mooier maken
verschönern
hoog
hoch
verhogen
erhöhen
de griep
die grippe
de kramp
der krampf
de maagklacht
die magenbeschwerde
de polsslag
der puls
de polsslag meten
den puls nehmen
de neusdruppels
die nasentropfen
hoesten
husten
slikken
schlucken
oorpijn hebben
ohrenschmerzen haben
overgeven
sich übergeben
een geneesmiddel voorschrijven
ein medikament verschreiben
door een dokter voorgeschreven
ärztlich verschrieben
ontsteken
entzünden
de ontsteking
die entzündung
zweten
schwitzen
het zweet
der schweiSS
ik voel me niet goed
ich fühle mich nicht wohl
ik heb het koud
mir ist kalt
ik heb hoofdpijn
mein kopf tut weh
ik voel me beter
es geht mir besser
veel beterschap
gute besserung
het medicijn (2)
das arzneimittel, das medikament
de geneeskunde
die medizin
het litteken
die narbe
het gewricht
das gelenk
de (bijen) steek
der (bienen) stich
jeuken
jucken
verbranden
verbrennen
duizelig
schwindlig
geschikt
geeignet
zeker
gewiss
slecht, misselijk
übel
ik word misselijk
mir wird übel
hees
heiser
de enkel
der knöchel
verwonden
verwunden
verwonding
die verwundung
de wonde
die wunde
ik heb mijn voet verstuikt
ich habe mir den fuSS verrenkt
je hebt je knieen gekwetst
du hast dir die knie verletzt
hij heeft zijn arm gebroken
er hat sich den arm gebrochen
ze heeft haar duim verbrand
sie hat sich den daumen verbrannt
