BPH/BPO Flashcards

1
Q

Blaas met outlet index < 40 is

A

Niet geobstrueerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Blaas met contract index < 100 is …

A

Onderactief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De rekensommetjes:
Detrusordruk tijdens Qmax, en verder…
Normaalwaarden

A

+ 5x Q max = contract. index
-2x Qmax = outlet obstr index

Normaalwaarden > 100
En <40

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Diagnostiek:
PSA als
Nierfunctie als

A

PSA: De uitkomst evt je behandeling verandert of besluitvorming verandert.

NF: als je operatief overweegt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Diagnostiek:
Urine AO als

A

Altijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoeveel mensen hebben een beetje hinder, en boven welke leeftijd?
En veel hinder?
En hoeveel van 80+ veel hinder?

A

30% boven 40 jaar
12,5% veel hinder
30% van 80+

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

5 ARI verhoogt onder de streep NIET het risico op prostaatkanker

A

Wel nog 1x PSA checken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke alfablokkers minste bijwerkingen en daarom favoriet?

A

Alfu tamsu silo

Niet: doxa tera

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Silodosine en tamsulosine werken allebei sterker op de prostaat dan op de bloedvaten. Waarin verschillen deze twee?

A

Sildodosine werkt minder sterk op de detrusor dan tamsulosine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoeveel effect heeft alfa blokkade op de IPSS?
En hoeveel effect heeft een placebo?

A

Placebo 20% verbetering IPSS
Alfa blok 30-40%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Noem 6 indicaties voor een TURP (ipv medicatie)

A

1 retentie
2 decompensatie
3 infecties
4 stenen
5 hydronefrose of NF#
6 hematurie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar of niet?

  1. Alfa blokkade verlaagt op termijn het risico op retentie.
  2. Alfa blokkade verliest op den duur zijn werking.
A

Beiden niet waar.
Alfablokkade werkt snel en langdurig, maar verlaagt niet het risico op progressie zoals retentie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke alfa receptor heeft effect op de prostaat en blaas?

A

Alfa 1a is blAAshAls en prostAAt
Alfa 1b is Bloedvaten
Alfa 1d is Detrusor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Fina en Duta RR AUR en Operatie

A

-57%
-circa 50%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoeveel rekening houd je met het valrisico en vanaf welke leeftijd?

A

Boven 66 jaar odds ratio van 1,14

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

TWOC met of zonder alfablokker.
- Noem RR op slagen
- succeskansen na spontane AUR
- vervolg na geslaagde 1e TWOC
- slagingskans en vervolg na 2e / 3e TWOC

A

RR 1.4
44 vs 60 %
TWOC 1 slaagt
89% medic, 6% alsnog OK en 20 operatie na vervolg.

Na falen 49 % operatie
43 % slaagt bij 2e of 3e TWOC

17
Q

Noem de 2 belangrijkste doelen van behandeling van BPH

A

1 = klachten en hinder verminderen

2 = progressie voorkomen

18
Q

Effecten samengevat
Noem Qmax verbetering voor
Placebo
Alfablokker
5 ARI
Combi

A

0,5
1,5-2
1,5-2
2,5

19
Q

Wat wordt er bedoeld met step down bij medicamenteuze behandeling BPH?

A

Na 3-6 mnd combinatietherapie staken met alfablokker (over op monotherapie 5 ARI)

20
Q

5 ARI geeft een afname van prostaatvolume van
A) 1-10%
B) 20-35%
C) 50%

A

Volumereductie is ongeveer 20-35%.
1-10% heeft libidoverlies. PSA daalt met ongeveer 50%.

21
Q

PDE5 bijwerkingen zijn

A

Flushes
Hoofdpijn
Verstopte neus

22
Q

Dutasteride en finasteride hebben allebei bewezen werkzaam te zijn vanaf een bepaald prostaatvolume; welk volume is dat?
Noem voor beide middelen het volume.

A

Finasteride 40cc
Dutasteride 30cc

D=dertig
F=feertig

23
Q

5 ARI geeft PSA daling van ongeveer …%

A

50

24
Q

Alfablokker per receptor bijwerkingen, hoe onthou je dat?

A

Alfa 1 a: anorgasmie / ejaculatie
Alfa 1b: bloeddruk

25
Q

Vergeet nycturie niet te studeren

A

Oke

26
Q

Combinatietherapie van alfablokker en 5 ARI heeft als voordeel:

A

Snelle symptoombestrijding van alfablokkade, reductie op progressie van 5 ARI.

Geen synergie, wel additie.

27
Q

Finasteride en dutasteride geven een ongeveer gelijke risicoreductie als het gaat om acute urineretentie en operatie, namelijk: …

Noem absolute en relatieve risico

A

AUR RR 57% = 4% absoluut
Operatie RR 48-55% = 6% absoluut

(Alles ongeveer vijf: 55% en 5%)

28
Q

Effecten samengevat
Noem IPSS verbetering voor
Placebo
Alfablokker
5 ARI
Combi

A

20
30-40
15-30
40

29
Q

Anticholinergicum is:
A) muscarinereceptor-antagonist
B) beta-3 agonist
C) sympaticomimeticum
D) parasympaticolyticum
E) vasopressine analoog

A

A
B = betmiga
C = betmiga
D = juist
E = desmopressine

30
Q

Haal door wat niet van toepassing is:

Finasteride werkt op (1 / 2) receptoren, namelijk ( type 1 / type 2).

Dutasteride werkt op (1 / 2) receptoren, namelijk ( type 1 / type 2)

A

Finasteride werkt op (1 ) receptoren, namelijk ( type 2 ).

Dutasteride werkt op ( 2) receptoren, namelijk ( type 1 & type 2)

(Dutast = duaal)

31
Q

5 ARI geeft daling prostaatvolume van …%

A

20-25%

32
Q

Hoeveel verbetering treedt er op in flow rate bij alfablokkade? Hoeveel is dat na TURP?

A

Alfa blokkade: 1,5-2 cc/sec
TURP: 5-10 cc/sec