BLOK 6. Kansmodellen en limietstelling Flashcards

1
Q

Binomiale verdeling

A

Wordt gebruikt bij dichotome variabelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Normaalverdeling

A

Wordt gebruikt bij kwantitatieve, continue variabelen en als variabelen een symmetrische klokvorm hebben (bell curve)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Standaard normale verdeling

A

Smaak van normaalverdeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De poissonverdeling

A

Bij kwantitatieve, discrete variabelen (telvariabelen), wordt vaak gebruikt bij zeldzame gebeurtenissen vb: aantal blimseminslagen per jaar. Poisson is vaak rechts scheef. Maar hoe groter de verwachtingswaarde (λ) , hoe symmetrischer de verdeling wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Lognormale verdeling

A

Kwantitatieve continue variabelen - zijn erg asymmetrisch verdeeld - daarom logaritmische transformatie nodig die normale verdeling oplevert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Puntschattingen van een steekproef

A

Gemiddelde en standaard deviatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Centrale limietstelling 2 stellingen

A
  1. als populatie normale verdeling heeft, dan is steekproefgemiddelde ook normaal verdeeld
  2. willekeurige steekproeven van voldoende grootte nemen van welke verdeling dan ook, dan is de verdeling van steekproefgemiddelde ook ongeveer normaal verdeeld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Steekproefgemiddelde

A

Voor elke waarneming tel je de waarde vd waarneming bij elkaar op, dat deel je door het aantal waarnemingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Steekproefproportie

A

wat je telt is het aantal keren dat je succes had 1 tot n -> het aantal successen tel je bij elkaar op en deel je door het totaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Zit er in de verwachtingswaarde spreiding? Ja/Nee

A

Nee. vb: in het gemiddelde van BMI zit geen spreiding, het is een constante waarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Berekening verwachtingswaarde 1 trekking

A

vermenigvuldig elke uitkomstmogelijkheid met de kans dat die uitkomst optreedt.

vb: 85% vrouwen in klas. Stel vrouw=1 en man =0
Pr(m) x m + Pr(v) x v …. = 0,15 x 0 + 0,85 x 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat doe je bij verwachtingswaarde van 10 trekkingen

A

Kan je ze gewoon bij elkaar optellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Populatievariantie staat voor

A

spreiding in de populatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke is intuitiever, populatievariantie of standaardafwijking

A

Standaard afwijking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe bereken je (woordelijk) de SD

A

. De standaardafwijking is
de wortel van de variantie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

De standaardfout

A

De standaardfout is in de statistiek de benaming voor de standaardafwijking van het steekproefgemiddelde.-> Een schatting van de mate waarin de uitkomsten van verschillende steekproeven voor dezelfde toets van elkaar verschillen