BLOK 2. Selectie en informatiebias Flashcards
Wanneer treedt selectiebias op?
Wanneer niet iedereen gelijke kansen heeft om in de onderzoekspopulatie terecht te komen
Hoe kan je de kans op selectiebias verlagen
Geschikte onderzoeksopzet kiezen, onderzoekers en deelnemers blinderen
Wanneer is selectiebias geen bedreiging?
Bij patient-controle studie moet er een selectie worden gemaakt, vandaar geen bedreiging
Waar moeten controles aan voldoen?
Moeten blootstelling aan determinant in basispopulatie weerspiegelen. vb: oververtegenwoordiging jongeren-ouders, alcoholisten-geheelonthouders
Waar wordt vaak een selectie opgemaakt bij cohortonderzoek
Een risicogroep
Non-differentiele selectie
Stel: mannen zijn minder geneigd mee te doen. Echter, deelnemende mannen hebben dezelfde kans op de uitkomst als niet deelnemende: GEVOLG -> OR en RR veranderen niet
Wat is een gevolg van non-differentiele selectie
Verkeerde indruk van de prevalentie
Differentiele selectie
Mensen die onveilige seks hebben zijn minder geneigd mee te doen: juist daar verwacht je veel gevallen -> GEVOLG andere RR
Wat voor soort onderzoek is minder gevoelig voor selectievertekening (geen PC)
Prospectief cohortonderzoek
Wat kan wel leiden tot vertekening bij cohort?
Uitval. GEVOLG: onderschatting van effect.
Waar is representativiteit het meest van belang?
Bij prevalentie en incidentiestudies (stemgedrag, incidentiedarmkanker)
Waar is representativiteit het minst van belang?
Bij associatiestudies (verklaringen), zolang selectie maar non-differentieel is
Wat is de gouden standaard (type onderzoek) tegen selectiebias
RCT
Wat is informatiebias
De waarnemingen weerspiegelen de werkelijkheid niet
Non differentiele informatiebias
onderschatting van werkelijke effect, vb: alcoholgebruik wordt over het algemeen altijd ondergerapporteerd