BLOK 1. Alternatieve associatiematen Flashcards

1
Q

RV, NNT, APe en APt zijn bruikbaar bij

A

RR >1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Interpretatie van RV risico verschil

A

2,8% meer kans om HIV te krijgen. (verschilt met RR: dan heb je zoveel KEER meer kans op HIV)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarbij is Number Needed to Treat van belang

A

Bij effectiviteits studies/interventies.
NNT = 1/ RV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

APb is voor:

A

Deze maat bestaat om een ziekte te kunnen toeschrijven aan een specifieke veroorzaker.

Interpretatie: onder rokers kan 92,8% van alle gevallen van longkanker toegeschreven worden aan rookgedrag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

APt is voor

A

Gedacht: hoe groot is het probleem voor de totale populatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly