Beroerte Flashcards

1
Q

Wat zijn de risicofactoren bij CVA?

A
  • Hogere leeftijd
  • Mannelijk geslacht
  • Eerder doorgemaakte TIA
  • Hypertensie (=hoge bloeddruk)
  • Coronaire hartziekten
  • Diabetes Mellitus
  • Hyperlipidemie
  • Roken
  • Overgewicht
  • Lichamelijke inactiviteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Beschrijf de (hyper)acute (revalidatie) fase [H]AR bij CVA

A

0 tot 24 uur.
Fase voor medische diagnostiek, voorkomen van progressieve schade aan de hersenen en secundaire complicaties. Er wordt gestreefd naar tijdige mobilisatie en vroegtijdig geïnitieerde revalidatie. Let op: lighouding / wisselschema / monitoren stoornissen bewegen / pulmonale ventilatie & sputumlozing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Beschrijf de vroege revalidatiefase VR

A

24 uur t/m 3 maanden.

Deze fase wordt gekenmerkt door revalidatie, gericht op restitutie van functie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beschrijf de late revalidatiefase (LR)

A

3 tot 6 maanden.
Deze fase is een vervolg op de vroege revalidatiefase, waarin de nadruk ligt op het voorkomen of verminderen van beperkingen in activiteiten en participatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Beschrijf revalidatie in de chronische fase RC

A

> 6 maanden.
Deze fase wordt gekenmerkt door ondersteuning en begeleiding van de patient (‘support’, i.e. behoud en preventie), met als doel het verwerkingsproces te ondersteunen, het maatschappelijk functioneren en het leren omgaan met beperking te optimaliseren, het behoud van de fysieke fitheid te bevorderen en de kwaliteit van leven te monitoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke specifieke vragen stel je in de anamnese bij CVA patiënten?

A
  • Ontstaansdatum CVA
  • Type CVA
  • Lokalisatie CVA
  • Locatie van opname
  • Opname datum
  • Voorkeurshand
  • Pre-existent functioneren
  • Woonsituatie
  • Aanwezige aanpassingen/hulpmiddelen
  • Co-morbiditeit: motorisch en cognitief pre-existent functioneren
  • Relevante medische en/of psychiatrische voorgeschiedenis
  • Relevante medicatie en eventuele gegevens van partner en kinderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke meetinstrumenten zet je in?

A

De basismeetinstrumenten dienen voor het kwalificeren van de: spierkracht aan de hemiplegische zijde, de rompactiviteit, de balans, de loopvaardigheid, de arm-handvaardigheid en de uitvoering van basale ADL activiteiten

Deze testen zijn basis (liefst 24/72 uur na CVA afnemen:

  • Motricity index (MI)
  • Trunk Control Test (TCT)
  • Berg Balance Scale (BBS)
  • Functional Ambulation Categories (FAC)
  • 10 meter looptest (10MLT)
  • French Arm Test (FAT)
  • Bartel index (BI)
  • Fugl-Meyer Assessment (FMA)
  • 6 meter wandeltest (6MWT) i.c.m. Borg Rating of Perceived Exertion (Borg RPE)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de prognose voor loopvaardigheid m.b.t. meetinstrumenten?

A
  • TCT zitbalans > 25

- MI been >25 binnen 2 dagen (of Fugl Meijer OE >=19)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de prognose voor arm/hand vaardigheden m.b.t. meetinstrumenten?

A

abductie schouder MI >=9 + extensie vinger

Fugl Meijer >= 1 (SAFE)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de prognose voor basale ADL vaardigheden m.b.t. meetinstrumenten?

A

Barthel index >= 7 (binnen 5 dagen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly