Begrippen Toetsweek Flashcards

1
Q

Verlicht absolutisme

A

Heerschappijvorm van vorsten die het absolutistisch ideaal onarmden, maar wel voor de denkbeelden van de Verlichting voelden, zoals Catharina de Grote van Rusland en Frederik de Grote van Pruisen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Absolute macht

A

Alleenheerschappij, zoals Lodewijk XIV, XV en XVI die hadden in Frankrijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Pacht

A

Huur, bijvoorbeeld voor een stukje grond, dat de boeren moeten betalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Huisnijverheid

A

Producten die thuis met de hand of een eenvoudige machine gemaakt worden, in opdracht van een koopman.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Rationalisme

A

Ander woord voor Verlichting, een denkstroming uit de achttiende eeuw, waarin het gebruik van het eigen verstand centraal stond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Trias politica

A

Het idee dat de macht in een staat gespreid moet worden over drie los van elkaar staande sectoren: de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechterlijke macht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Derde stand

A

Laagste stand van de standenmaatschappij, bestaande uit iedereen die geen adel of geestelijkheid was. Vormde de aanzet tot de Franse Revolutie, omdat zij zeer ontevreden was over de hoge belastingen en het gebrek aan inspraak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Staten-Generaal

A

Vroeger: algemene vergadering van de drie standen. Nu: de volksvertegenwoordiging of het parlement; de Eerste en de Tweede Kamer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Nationale vergadering

A

Een aparte vergadering van de derde stand. Scheidde zich in 1789 af van de officiële Staten-Generaal, omdat de derde stand het niet eens was met de besluitvorming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Verklaring van de Rechten van de Mens en van de Burger.

A

Verklaring waarin rechten van burgers staan, zoals vrijheid van meningsuiting en gelijkheid voor de wet. Deze verklaring kwam voort uit ideeën van de Verlichting over vrijheid en gelijkheid en had grote invloed op andere landen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Gematigden

A

Mensen die bonden dat de Revolutie ver genoeg gegaan was. Zij wilden zonder verder geweld de Franse samenleving hervormen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Radicalen

A

Mensen die vonden dat de revolutie nog niet af was. Zij begonnen de Terreur, om Frankrijk met geweld te hervormen en alle vijanden uit te schakelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Terreur

A

Periode van 1792-1794 onder leiding van Robespierre. Zogenaamde en echte tegenstanders van de revolutie werden in grote aantallen gedood. De Terreur kostte heel wat Fransen het leven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly