Basic Epidemiology. Bonita, Beaglehole, Kjellstrom (2006) Flashcards
Epidemiologie
Tak van de medische wetenschap die het voorkomen, de oorzaken en de behandeling van ziekte bestudeert
Hoe definieerde het WHO gezondheid?
Gezondheid is een toetstand van volledig fysiek, mentaal en sociaal welzijn en niet alleen de afwezigheid van ziekte of gebrek —> ideaal.
Gezondheidstoestand
‘Ziekte afwezig’, ‘ziekte aanwezig’, ‘normaliteit’ en ‘abnormaliteit’
Diagnostische criteria
Zijn meestal gebaseerd op symptomen, tekenen, geschiedenis en testresultaten.
Risicopopulatie
Potentieel vatbaar voor een ziekte
Incidentie
Weergave van het voorkomen van nieuwe gevallen die zich in een bepaalde periode in een bepaalde populatie voordoen.
Prevalentie
De frequentie van bestaande gevallen in een bepaalde populatie op een bepaald tijdstip.
Attack rate
Het deel van een risicopopulatie dat de ziekte oploopt gedurende een bepaald tijdsinterval.
Berekening attack rate
Aantal getroffen personen / aantal blootgestelde personen
Berekening prevalentie
Aantal mensen met ziekte of aandoening op een bepaald tijdstip / aantal mensen in de populatie dat risico loopt op het gespecificeerde tijdstip uitgedrukt in gevallen per 100 (percentage), of per 1000 inwoners (x10^n)
Puntprevalentiepercentage
Als de gegevens voor een bepaald tijdstip zijn verzameld
Lifetime prevalentie
Het totale aantal personen waarvan bekend is dat ze de ziekte gedurende ten minste een deel vana hun leven hebben gehad.
Factoren die de prevalentie bepalen
- De ernst van de ziekte
- De duur van de ziekte
- Het aantal nieuwe gevallen
Berekening incidentie
Aantal nieuwe gebeurtenissen in een bepaalde periode / aantal personen blootgesteld aan risico in deze periode (x10^n)
Incidentiecijfer per persoon
(Meest nauwkeurig):
Elke persoon in de onderzoekspopulatie draagt een persoonsjaar bij aan de noemer voor elk jaar (of week, maand, enz.) observatie voordat de ziekte zich ontwikkelt, of de persoon is niet meer te volgen - omhoog. De eenheden van incidentie moeten altijd een eenheid f tijd bevatten (gevallen per 10^n per dag, week, maand, enz.)