Axiale Spondyloartritis (inclusief Bechterew) & perifere Spondyloartritis Flashcards

1
Q

Wat is Spondyloartritis (SpA)?

A

Een verzamelnaam voor een spectrum van inflammatoire reumatische aandoeningen die een aantal gemeenschappelijke of verwante kenmerken hebben:

  1. ontsteking van de wervelkolom
  2. ontsteking van perifere gewrichten
  3. extra-articulaire symptomen
  4. structurele schade door nieuwvorming van bot

Voorheen werd een indeling gehanteerd naar ziektebeeld (bechterew, artritis psoriatica & overige subtypen), maar tegenwoordig is dat een indeling naar klinische presentatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de epidemiologie van spondyloartritis?

A
  1. Prevalentie van 0.5-1.5%
  2. sterke verschillen tussen rassen, parallel aan de frequentie van HLA-B27 in de populatie (8% blanke populatie; 4% afro-Amerikaanse populatie),
    3 .axiale SpA : perifere SpA =1:1.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn oorzaken voor SpA?

A

Onbekend, waarschijnlijk interactie tussen genetische predispositie en externe factoren zoals infecties en mechanische belasting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn risicofactoren voor SpA?

A
  1. Positieve familieanamnese
  2. HLA-B27 +
  3. vrouwelijk en mannelijk geslacht staat 1:1.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Tussen welke vormen van SpA maken we onderscheid?

A
  1. Axiale SpA
  2. Perifere SpA

Zowel bij axiaal als perifeer extra-articulaire manifestaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is axiale SpA?

A

Chronische aandoening van met name het axiale skelet (wervelkolom, ribben en sternum) met als overheersend symptoom rugpijn, veelal met een inflammatoir karakter.

Inflammatoire rugpijn:
1. leeftijd < 40 jaar
2. sluipend begin
3. verbetering na bewegen en pijn bij rust
4. nachtelijke pijn

We maken onderscheid tussen röntgenologische axiale SpA (AS) en niet-röntgenologische axiale SpA, waarbij sprake is van sacroiliitis op de X-SI gewrichten, respectievelijk op de MRI.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn anamnestische klachten bij axiale SpA?

A
  1. Met name rugpijn die verbeterd bij beweging en verergert in rust (inflammatoire rugpijn)
  2. Sternocostale en sternoclaviculaire pijn en zwelling
  3. Extra-articulaire klachten zoals oogklachten (pijnlijk oog, fotofobie, verlaagde visus, uveitis), darmklachten (buikpijn, diarree met bloed en slijm), huidklachten (schilferende, rode, jeukende vlekken (psoriasis), rode verheven plekken (erythema nodosum), pustels).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat voor LO bevindingen zien we bij axiale SpA?

A
  1. Verminderde beweeglijkheid van de wervelkolom.

Eventueel verstreken lumbale/cervicale lordose, thoracale hyperkyfose, verstreken cervicale lordose, anteflexie van het hoofd met verminderde rotatie, verminderde thoracolumbale beweeglijkheid, artralgie en artritis sterno-claviculair en sterno-costaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is AO voor SpA?

A
  1. Labwaardes; verhoogd BSE, verhoogd CRP, HLA-B27 +.
  2. X-SI gewrichten: sacroiliitis zichtbaar als erosies, lokale vernauwing (kaliberwisselingen, gewrichtsspleet), onregelmatige sclerose, (gedeeltelijke) ankylose (vergoeiing).
  3. MRI SI-gewrichten: sacroiliitis zichtbaar als subchondraal beenmergoedeem/osteiïtis.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de behandeling voor SpA?

A

Zowel de röntgenologische als de niet-röntgenologische SpA worden op dezelfde wijze behandeld.

  1. Advies: voldoende lichaamsbeweging.
  2. Oefentherapie.
  3. Medicamenteus: NSAID’s, intra-articulaire corticosteroïden.

Afhankelijk van de presentatie: DMARD’s, biologicals.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de prognose van axiale SpA?

A

Slecht een deel van de patiënten met niet-röntgenologische SpA ontwikkelt in de loop der jaren een röntgenologische sacroiliitis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de ASAS criteria?

A

Classificatie criteria voor axiale SpA;

> 3 maand rugpijn en begin van de klachten <45 jaar

+

  1. röntgen of MRI: sacroiliitis en minimaal één bijkomend SpA-kenmerk.

Of

  1. Kliniek: HLA-B27 + minimaal twee bijkomende SpA kenmerken.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is perifere SpA?

A

Bij perifere SpA staan symptomen van artritis van perifere gewrichten, enthesitis (plaatsen waar pezen aan bot vastzitten) en dactylitis (zwelling vinger/teen) op de voorgrond.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn klachten bij perifere SpA?

A
  1. m.n. pijnlijke en gezwollen gewrichten (artritis)
  2. eventueel rode aanhechting pezen aan bot (enthesitis)
  3. eventueel volledig opgezwollen en pijnlijke straal van hand of voet door artritis van de gewrichten van de straal met tenosynovitis (dactylitis).

Extra-articulaire klachten zoals oogklachten (pijnlijk oog, fotofobie, verlaagde visus, uveitis), darmklachten (buikpijn, diarree met bloed en slijm), huidklachten (schilferende, rode, jeukende vlekken (psoriasis), rode verheven plekken (erythema nodosum), pustels).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn LO bevindingen bij perifere SpA?

A
  1. M.n. oligoartritis (2-4) van de grote gewrichten van de onderste extremiteiten.
  2. bij subtype artritis psoriatica ook polyartritis van kleine handgewrichten, enthesitis van m.n. achillespees en fascia plantaris, dactylitis en tenosynovitis.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het AO bij perifere SpA?

A

X-aangedane gewrichten: erosieve, degeneratieve afwijkingen.

17
Q

Wat zijn de ASAS criteria voor perifere SpA?

A

Artritis of enthesitis (hiel) of dactylitis

+

  1. Min. één van de volgende of twee van de volgende (net iets andere SpA kenmerken)
18
Q

Wat is de prognose van SpA?

A

Wisselend mild tot ernstig beloop met excerbaties en remissies.

19
Q

Wat is spondylitis ankylopoetica?

A

Ook wel ziekte van Bechterew genoemd; is een chronische inflammatoire aandoening van vooral de wervelkolom en de SI-gewrichten.

20
Q

Wat is de epidemiologie van de ziekte van Bechterew?

A
  1. prevalentie 0.3-0.5%
  2. HLA-B27 +: 92% van blanke en 50% van afro-amerikaanse populatie.
  3. Bij eerstegraads verwanten van HLA-B27+ patiënten een prevalentie van 10%.
21
Q

Wat is de oorzaak van de ziekte van bechterew?

A

Idiopatisch

22
Q

Wat zijn risicofactoren voor de ziekte van bechterew?

A
  1. leeftijd 15-35 jaar
  2. mannelijk geslacht
  3. positieve familieanamnese
23
Q

Wat zijn anamnestische klachten van bechterew?

A

Gedurende > 3 maand, geleidelijk begonnen, ochtendstijfheid en doffe, moeilijk te lokaliseren pijn laag lumbaal, rond heupen en bilstreek die > 1 uur duurt, nachtelijke pijn, bewegen —> pijn omlaag, rusten helpt niet.

24
Q

Wat voor LO past bij bechterew?

A
  1. Bewegingsbeperking cervicale en/of thoracolumbale wervelkolom.
  2. Perifere artritis: oligoartritis van met name de grote gewrichten van de onderste extremiteiten. 3. Secundaire artrose van de grote perifere gewrichten (zeer vaak voorkomend).
  3. Enthesitis (vaak voorkomend).
  4. Acute uveïtis anterior (bij 30%).
25
Q

Welke AO doe je bij bechterew?

A
  1. X-SI gewrichten: sacroiliitis, erosies, lokale vernauwing (kaliberwisselingen), onregelmatige sclerose, (gedeeltelijke) ankylose.
  2. X-cervicale, -thoracale, en -lumbale wervelkolom: squaring wervels, boterosies, syndesmofyten, ankylose facetgewrichten, bamboo spine.
  3. Lab —> BSE verhoogd, CRP verhoogd (minder voorkomend), RF-, anti-CCP, HLA-B27+ (bij 75%).
26
Q

Welke AO doe je bij bechterew?

A
  1. X-SI gewrichten: sacroiliitis, erosies, lokale vernauwing (kaliberwisselingen), onregelmatige sclerose, (gedeeltelijke) ankylose.
  2. X-cervicale, -thoracale, en -lumbale wervelkolom: squaring wervels, boterosies, syndesmofyten, ankylose facetgewrichten, bamboo spine.
  3. Lab —> BSE verhoogd, CRP verhoogd (minder voorkomend), RF-, anti-CCP, HLA-B27+ (bij 75%).
27
Q

Hoe is Bechterew te behandelen?

A
  1. oefentherapie.
  2. medicamenteus: NSAID’s, TNA-a remmers, bij perifere artritis —> DMARD’s.
  3. Eventueel chirurgie: extenderende colomnotomie bij ernstige kyfose, protheseplaatsing bij secundaire artrose van perifere gewrichten.
28
Q

Hoe ziet de typische Bechterew patiënt eruit?

A

De typische patiënt is een man van 25 jaar met langer bestaande progressieve ochtendstijfheid en pijn in de onderrug die verbetert bij bewegen en al dan niet gepaard gaat met artritis van de knieën of enkels.

30% van de patiënten heeft een begeleidende acute uveïtis anterior.