Avasculaire kopnecrose Flashcards
Wat is avasculaire kopnecrose?
Ontstaat door een doorbloedingsstoornis van een groter of kleiner deel van de femurkop, waardoor dit deel van de heupkop avitaal en zacht wordt en enige tijd inzakt (secundaire collaps). Hierdoor kan de bolle vorm van de heupkop verdwijnen en afplatten.
Welke vormen avasculaire kopnecrose zijn er?
- Traumatische avasculaire kopnecrose; acute ischemie door een ruptuur van de voedende vaten van de heupkop t.g.v. een mediale collumfractuur of een traumatische heupluxatie.
- Niet-traumatische avasculaire kopnecrose; deels onbegrepen en waarschijnlijk multifactoriële aandoening o.b.v. genetische predispositie en provocatie door secundaire risicofactoren.
Welk soort fractuur is extra van belang bij het risico op traumatische avasculaire kopnecrose?
Intracapsulaire fracturen (collumfractuur); bij extracapsulaire fracturen (pertrochantair/subtrochantair) is de bloedvoorziening veel minder at risk.
Het herstel van de bloedvoorziening is ook na fractuurgenezing soms slechts partieel en in de loop van de eerste twee jaar na het ongeval kan alsnog een secundaire collaps van het betreffende kopsegment optreden.
Wat is er mogelijk aan de hand bij een deel van de patiënten met niet traumatische avasculaire kop necrose?
Een congenitaal verhoogde spiegel van plasminogeenactivatorremmer met als gevolg een hypofibrinolyse met een verhoogde tromboseneiging.
Deze kan zich juist manifesteren in de heupkop, waar de circulatie in het craniale kopsegment van nature al marginaal is, zonder collaterale circulatie.
Wat zijn risicofactoren voor avasculaire kopnecrose?
- Medicijngebruik (corticosteroïden, prednison, cortison of afweer verminderende medicatie, bijvoorbeeld na een niertransplantatie)
- chronisch alcoholisme en/of drugsgebruik
- vetstofwisselingsstoornissen
- diepzeeduiken met decompressieproblemen (drukverschillen; luchtbellen die een blokkade kunnen veroorzaken)
- (sommige) virusinfecties en vele andere (zeldzame) oorzaken
- diabetes, pancreatitis etc. of idiopatisch
- kan ook een veneus probleem zijn door stuwing (veneuze trombose) of drukverhoging beenmerg door inbrengen protheses.
Wat is de epidemiologie van avasculaire kopnecrose?
10.000-20.000 patiënten per jaar in de US (10% van alle THP’s).
Komt het meest voor bij mensen tussen de 30-60 jaar, maar het kan op elke leeftijd voorkomen.
Wat zijn de klachten bij avasculaire kopnecrose?
Klachten zijn vergelijkbaar met artrose van de heup:
- pijn diep in de lies en/of bil met uitstraling tot in de knie (liesklachten het meest typische beeld)
- pijn ontstaat met name bij het bewegen en belasten van de heup waardoor men mank kan gaan lopen.
- nachtelijke pijn en stijfheid van de heup
- geleidelijk treedt resorptie van het necrotische bot op, waardoor het kraakbeen ter plaatse zijn steun kwijtraakt en er uiteindelijk een totale collaps van de heupkop kan optreden.
Hoe is de diagnose avasculaire kopnecrose te stellen?
In de beginfase zijn er slechts vage klachten en zijn de röntgenfoto’s normaal.
MRI-scan is standaardonderzoek waarop afwijkingen goed zichtbaar zijn en wordt gebruikt om de aandoening in te delen (vaak pas te laat zichtbaar; invloed op mogelijke behandelopties).
Diagnose wordt gesteld o.b.v. klachtenpatroon, LO, röntgenfoto’s, MRI (en eventueel botscan).
Wat zijn de FICAT criteria?
De classificatie van Ficat & Arlet maakt gebruik van gewone röntgenfoto’s, MRI en klinische kenmerken om avasculaire necrose van de femurkop op te sporen (met name gebaseerd op röntgenfoto’s).
Tussen welke stadia maakt de FICAT criteria onderscheid?
- stadium 0; normale röntgenfoto en MRI + nauwelijks klinische symptomen
- stadium 1; gewone röntgenfoto (normale of lichte osteopenie), botoedeem op MRI (verhoogde opname) + typisch pijn in de lies
- stadium 2; gewone röntgenfoto (gemengde osteopenie en/of sclerose en/of subchondrale cysten), MRI geografisch defect/botoedeem + pijn en stijfheid
- stadium 3; maanteken op röntgenfoto en uiteindelijke corticale collaps, MRI zelfde als röntgenfoto + pijn/stijfheid met bestraling naar knie
- stadium 5; röntgenfoto met bewijs van secundaire degeneratieve verandering, MRI hetzelfde; pijn en zwak.
Hoe is AVN te behandelen?
Omdat het al op jonge leeftijd (16-17 jaar) kan optreden, zijn de consequenties aanzienlijk.
- Tijdige operatieve behandeling met opboren van de laesie of botplastiek wordt niet meer zoveel gedaan in combinatie met een gevasculariseerd bottransplantaat (poging om heupkop te behouden).
- Bij een totale collaps (frequent) kan eigenlijk alleen een THP nog oplossing bieden.
- In allereerste begin kan je ook beginnen met beperkte belasting van de heup in combinatie met bisfosfonaten/pijnstilling tot ca. stadium 2
Door welke bloedvaten wordt de heupkop voorzien van bloed?
a. femoralis produndus & a. obturatorius
Welke bewegingen zijn moeilijk uit te voeren voor patiënten met avasculaire kopnecrose?
Actieve exo- en endorotatie. Als je er één moest kiezen passieve endorotatie; is beperkter en meest pijnlijke in de lies.
Wat is het crescent sign?
Halvemaanteken; verwijst naar een lineaire spleet als gevolg van een subchondrale fractuur in de setting van osteonecrose.
Wat is het verschil in behandeling tussen een Intracapsulaire en extracapsulaire fractuur?
Intracapsulair behandel je middels kop-hals prothese (alleen bij minder mobiele mensen i.v.m. slijtage of protrusie).
Extracapsulaire behandel je anders i.v.m. comorbiditeiten; doormiddel van pinnen (gamma nail; titanium) in de fibula, geeft kop besparing en houdt intact gewricht.