Armklachten Flashcards
Wat zijn de symptomen van GH instabiliteit?
- Pijn
- Onzeker gevoel
- Vermoeidheid in de schouder
- Voelbare verschuivingen
- Impingement symptomen
- Uitstraling
Waaruit bestaat de Stanmore classificatie voor glenohumerale instabiliteit?
Polar type 1 t/m polar type 3.
Wat betekend Polar type 1 van Stanmore classificatie
Traumatisch structureel. Klassieke sportblessure Significant trauma Unilateraal Relatief normale spieractiviteit Vaak met Bankartlaesie (bot/labrum) en/of Hill-Sachs laesie
(bij een Bankartleasie is het onderste gedeelte van de kraakbeenring beschadigd en baak losgelaten van de kom).
(Een Hill-Sachs laesie ontstaat door het krachtig stoten van de humeruskop tegen de voorste rand onderaan de cavitas glenoidale
Wat betekend Polar type 2 van Stanmore classificatie
Atraumatisch structureel Geen trauma Schade aan structuren gewrichtspartners Kapseldysfunctie Soms bilateraal Relatief normale spieractiviteit
Wat betekend Polar type 3 van Stanmore classificatie
Habitueel niet-structureel Geen trauma Geen schade aan structuur gewrichtspartners Kapseldysfunctie Vaak bilateraal
Zenuwletsel bij GH-luxatie. Bij 48%van alle 1ste GH luxaties ontstaat zenuwletsel. Welke zenuwen?
42% n. axillaire 14% n. suprascapularis 12% n.musculocutaneus 8% n.ulnaris 7% n. radialis 4% n. medianus
Wat is het advies van het CBO richtlijn acute primaire schouderluxatie?
Goede neurologische evaluatie, vooral m. deltoideus
Prognose is gunstig en vaak is afwachtend beleid geadviseerd in combinatie met doorverwijzing HA.
Wat zijn synoniemen voor een tenniselleboog?
laterale epicondylitis en laterale epicondyalgia
Wat zijn de epidemiologische gevens van een laterale epicondylitis/ laterale epicondyalgia
- Incidentie 5-7 / 1000 (HA)
- Prevalentie 7/1000 (HA)
- 90% is lateraal (tennis) en 10% is mediaal (golf)
- Vrouw = man
- Risicoleeftijd 40-50 jaar
- Meestal dominante arm
- > 50% gaat niet naar de HA
- 20-40% wordt doorverwezen naar de FT.
Wat is de etiologie van laterale epicondylitis/ laterale epicondyalgia
De exacte oorzaak is niet bekend, maar het is een overbelasting van de etensuren/supinatoren (vooral extensor carpi radialis brevis) waardoor tendinose optreed. Vaak is het werk gerelateerd, zoals te zware gereedschap, werkhandelingen of repeterende bewegingen. Het kan ook door tennis komen, dan komt het vaak door: foute techniek, verlengde speeltijd, speelfrequentie, omvang handvar racket en gewicht racket. Bij en laterale epicondylitis/ laterale epicondyalgia is 56% van de tijd ook sprake van nekklachten.
Wat is de driedeling van de tenniselleboog?
- Lokaal persprobleem
- Verandering in pijnsysteem
- motorische beperkingen
Leg peescontinuum volgens Cook uit
- Reactive tendinopathy = proliferatiefase
- Tendon dysrepair = fase met vertraagd herstel, waarbij de peesmatrix afgebroken wordt.
- Bij vroege tendon dysrepair komt er meer water in de pees (meer PG’s) en vind nog geen echte verandering plaats in de matrix.
- Bij late tendon dysrepair vind er echt verandering in de matrix plaats.
- Indien er te hoge belasting / overbelasting en individuele factoren er bij komen ontstaan er degeneratieve tendinopathy.
Leg de interventies volgens Coombes (2009) uit
- Beperkt effect manuele therapie op pijn en functie. Werking door descenderde pijninhiberende mechanismen van manipulaties.
- Sterk bewijs voor effect oefentherapie
- Isometrische / isotonische oefeningen
- Functionele oefentaken
- Motor learning techniektraining
- Weinig bewijs excentrisch trainen
- Multimodale behandeling
gewenst.