Arm en Rijk H2 Flashcards

1
Q

Bruto, nationaal product.

A

De hoeveelheid geld wat een land verdient in een jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Lorenz curve.

A

Vertelt je iets over de inkomsten verdeling van een land?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Koopkracht.

A

Hoeveel iemand kan kopen met zijn loon?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Villawijk.

A

Rijke wijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Groeiredenen voor Detroit

A

Auto industrie, veel banen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Krimpredenen voor Detroit

A

Industrie verhuist naar het buitenland of buiten de stad, veel werkloosheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Suburb

A

Rijke wijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wie er wonen in een suburb.

A

Blanke en Aziatische Amerikanen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Extensieve veeteelt

A

Veel opbrengst per hectare.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Intensieve landbouw.

A

Veel opbrengst per hectare.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Genetisch gemodificeerd.

A

Aangepaste Gewassen. Bijvoorbeeld een tomaat Die roder is dan andere tomaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Productiviteit per persoon.

A

Hoeveel een persoon produceert, Als de persoon machines gebruikt, gaat zijn productiviteit omhoog.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Monocultuur.

A

Wanneer een gewas verbouwd wordt? Om de opbrengst te verhogen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Export.

A

Wat aan het buitenland verkocht wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Import.

A

Wat je van het buitenland koopt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly