Arm en Rijk 1.2 Flashcards

1
Q

opleidingsniveau

A

Hoger of lager opgeleid - zegt overigens niet altijd iets (een lager opgeleide loodgieter verdient meer dan een hoog opgeleide kunstenaar - of een docent)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

sociale cohesie

A

Mate van samenhang binnen een groep mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

sociale onveiligheid

A

Wanneer de sociale cohesie slecht is, veel ruzie en discussie op straat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

leefbaarheid

A

De mate waarin een wijk prettig is om in te wonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welvaartsziekten

A

Ziekten die je krijgt als je veel geld hebt maar slecht leeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

integratie

A

Je aanpassen aan de cultuur waar je woont

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

structureel werkloos

A

Blijvende werkloosheid, onder laagopgeleiden sneller een probleem (als je loodgieter bent is het moeilijk iets anders te doen dan loodgieten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly